maandag 29 december 2014

Facebook / blauwe ogen.


Ik heb een raadseltje. Onlangs sloot ik een digitaal abonnement op de Trouw af. Ik kreeg een bevestigingsmail, en eentje waarin artikelen van vandaag stonden, klikte een link aan en er verscheen direct een artikel met onderstaande foto op mijn scherm. Ik keek naar de foto, begreep zonder het artikel te lezen waar het om draaide en dacht: o ja, ik wilde voor oud en nieuw mijn Facebook account de-activeren. Niet om hetgeen ik net gezien had, maar omdat ik Facebook niet gebruik/vertrouw en vanwege een artikel dat ik eerder in de krant had gelezen (en ook deze ). Daar komt bij, ik ben aan het opruimen, alles wat ik al lange tijd niet in handen heb gehad, geen waarde aan hecht, niet naar getaald heb (goeie boeken uitgezonderd) mag weg. Dus ook Facebook. 
Om niet af te dwalen, en omdat ik dat Facebook-account toch al wilde verwijderen las ik het artikel nog niet, vond ik via Google al snel  facebookaccountverwijderen.nl . Handig, en het verwijderen was zo gepiept. Vreemd was, dat alhoewel ik zelden of nooit Facebook heb gebruikt, ik toch een aarzeling voelde, alsof ik een drenkeling was in een enorme zee, en ik allemaal bootjes in de verte zag wegvaren. Een emotie waar Facebook gebruik van maakt (wil u echt al uw vrienden verwijderen?). NEE, dacht ik, IK ben de zee!, WIJ ZIJN DE ZEE! en MIJN ECHTE VRIENDEN weten waar ik ben, en drukte op de knop: verwijderen. Zo, nu veertien dagen niet inloggen of andermans pagina's bekijken want anders ben je automatisch als spijtoptant geregistreerd en word je zo maar weer lid gemaakt. Zonder te vragen of je dat echt wel wil. 
Nu het raadsel. Benieuwd naar de foto die me het laatste zetje had gegeven en benieuwd naar het bijbehorende artikel keerde ik terug naar mijn mail en zocht tussen de binnenkomende post. Niets te vinden. Nou zeg! 
Pas via het zoeken (Google) met de titel die ik boven de foto had zien staan (de blauwe ogen van Facebook) vond ik het artikel terug. Geschreven: 2 juni 2014 ! Mijn abonnement heb ik net afgesloten. Nou, hoe kan dat?
Nog een reden om Facebook-lid af te zijn, niet telkens op het internet te verdwalen (waar ik goed in ben) laat ik het simpel houden, de contacten met vrienden zo persoonlijk mogelijk, het internet is al geheimzinnig en duister genoeg.

Facebooks grote blauwe ogen. (Trouw, Nienke surft). 
Natuurlijk zal Facebook de nieuwe functie voor de app die ze binnenkort lanceren niet misbruiken. Facebook heeft immers het beste met de mensen voor; ze willen alleen maar één groot mondiaal vriendjes-netwerk bouwen. Maar handig is het wel, als je toestemming krijgt van al die wereldwijde vriendjes om mee te luisteren met hun smartphone.
De nieuwe functie is, volgens Facebook, bedacht om statusupdates gemakkelijk te voorzien van extra informatie. Door mee te luisteren kan Facebook herkennen waar je naar luistert of kijkt. Een soort van GPS-tagging, maar dan voor muziek, films en series. De functie wordt alleen geactiveerd als de gebruiker toestemming geeft, benadrukt de sociale netwerksite.

Ras tekenden 550.000 deze week een petitie tegen de nieuwe functie met het argument dat het inbreuk maakt op hun privacy. Facebook, dat al een vies privacy-luchtje om zich heen heeft hangen, reageerde direct: de functie wordt echt alleen geactiveerd met toestemming van de gebruiker en de data wordt niet opgeslagen. Of nee, eigenlijk wordt het wel opgeslagen, maar niet aan profielen gekoppeld en alleen geanonimiseerd in een database gestopt. Misschien privacytechnisch iets milder, maar nog steeds een goudmijntje, want die informatie is grof geld waard voor adverteerders. Nee, Facebook is niet geïnteresseerd in het afluisteren van gesprekken, liet het bedrijf weten.

Strategisch meesterbrein?
Getuigt het lanceren van deze functie van lef, stupiditeit of grootheidswaanzin? Nadat bekend werd dat Facebook miljoenen had gekregen om gegevens door te spelen aan de National Security Agency, iets dat CEO Mark Zuckerberg in eerste instantie ontkende, moet je wel zeer overtuigd zijn van je eigen kracht, wil je een functie lanceren waarmee een mobiele telefoon kan worden afgeluisterd.

'Slechts' 550.000 mensen tekenden de petitie. Dat is relatief weinig, in aanmerking genomen dat Facebook meer dan een miljard gebruikers heeft. Maar het is verklaarbaar uit het feit dat de functie in eerste instantie alleen in de Verenigde Staten beschikbaar zal komen. Is de commotie dan slechts een storm in een glas water of maakt het deel uit van een uitgekiende strategie?

Het lijkt erop dat de strategie voor deze privacygevoelige functie is om het klein te lanceren en het vervolgens langzaam uit te rollen naar de rest van de wereld. Het zou niet voor het eerst zijn dat er met een algemene update opeens een functie beschikbaar is waar je niet om hebt gevraagd. En het zou ook niet voor het eerst zijn dat er in een volgende fase opeens nieuwe gebruiksvoorwaarden zijn waar de gebruikers bijna onopgemerkt mee akkoord gaan. Behalve mooie blauwe ogen heeft Facebook ook een geweldige strategisch brein.

zaterdag 27 december 2014

The Big Bang Theory.


Ik ben verslaafd aan The Big Bang. Alle seizoenen heb ik gevolgd. Het is lastig uit te leggen waarom ik het zo leuk vind. Het draait om een groep mensen die niet-populair zijn (nerds met al hun sociale tekortkomingen). Voorspelbare tegenspeler van de nerds is Penny, een blonde mooie meid die met haar daadkracht, humor, luchtigheid en een minimale schoolopleiding de nerds uit hun sociale isolement haalt. In het begin van de serie draaide alles om Penny, later kwamen er meer vrouwen in beeld. Eerste afleveringen zijn de leukste, zoals zo vaak. Nu, nu ik alle herhalingen ook al gezien heb, kijk ik naar de bloopers en 'de leukste stukjes van …" Ik zei het al, ik ben verslaafd.



donderdag 18 december 2014

Kokosnoot


Nu de dagen zo donker en regenachtig zijn vind ik het prettig om de zon in huis te halen via de supermarkt. Ik loop langs de kaki's, vraag me af of de schillen opeten nu wel of niet gezond is |(het internet vertelt er niks over, alleen dat de kaki erg rijp moet zijn), voel voorzichtig aan de mango's, kies zoete aardappelen, kijk of de blauwe bessen niet gerimpeld of beschimmeld zijn. Er is veel te kiezen tegenwoordig.

Ik weet dat het beter voor het milieu is om groente en fruit van het seizoen te eten, maar ik heb last van winterdepressies en ik wil mezelf verwennen, de zon in huis halen.
Nu zag ik kokosnoten liggen. Ik stond er even naar te staren, de laatste die ik kocht heeft liggen verdrogen in de fruitschaal en is uiteindelijk de tuin in gemikt.
Vanmorgen nog hoorde ik dat bijvoorbeeld in Engeland 7 miljoen ton! (dus niet 7 miljoen kilo, nee, TON) fruit per jaar wordt weggegooid, een gedachte die ook even door mijn hoofd speelde. In Nederland zal het wel net zo gaan, ook ik gooi regelmatig groente of fruit weg. Nog erger vind ik het als mensen vlees weggooien. Dieren doodmaken en dan hun vlees weggooien vind ik te erg voor woorden.

Ik pakte de kokosnoot, voelde aan de stugge harde vezels, schudde er even mee, dicht bij mijn oor. Je hoorde de melk erin klotsen. Papa, dacht ik, en ik voelde dat ik glimlachte.
Mijn vader was dol op de markt, kwam vaak thuis met vis, paling en gerookte makreel, of verse schol waar later het hele huis naar rook als hij ze, nadat hij ze even door de melk had gehaald, in de bloem had gewenteld, in de hete olie bakte. Ik stond dan graag naar hem te kijken, hoe hij de vissen schoonmaakte, onder de kraan waste, de pan inmiddels opwarmend. Het is niet moeilijk voor me om hem daar te zien staan, in een trui die mijn moeder voor hem had gebreid, zijn lange lijf gebogen over het lage aanrechtblokje, zelfs al is het al bijna dertig jaar geleden dat hij gestorven is.

Mijn vader nam ook exotische dingen mee van de markt, dadels of vijgen en heel soms een kokosnoot. Die kokosnoot schudde hij dan, als het goed was hoorde je de melk, wat betekende dat de kokosnoot vers was. Maar het was lastig om zo'n ding open te maken. Eerst sloeg pa in de donkere plekken een spijker, en via die spijkergaten werd de kokosmelk er uit 'gegoten'. Gedruppeld is een beter woord trouwens.
Maar goed, daarna moest het ding toch helemaal kapot om de kokos eruit te krijgen. Dat was altijd weer een heel gedoe.
Eenmaal zag ik dat mijn vader, de kokosnoot in zijn hand boven het stenen aanrechtblad houdend, met een hamer een flinke klap gaf. Maar de afstand tussen mijn vaders hand en het aanrechtblad was iets te kort en zijn knokkels sloegen door de klap ongenadig hard op het stenen blad. Direct draaide hij zich naar mij om, een woord gebruikend dat hij nooit in de buurt van zijn kinderen gebruikte.
Het werkt nou eenmaal zo bij mij, als iemand zich zeer doet en daar rare bewegingen of geluiden bij maakt dan schiet ik in de lach. Pa lachte ook, maar iets minder enthousiast zal ik maar zeggen.

Aan die gevechten met de kokosnoot moest ik nu denken, ook hoe ik hem zelf in vredesnaam open moest krijgen, ondertussen de kokosnoot op de band leggend voor de kassa. Wachtend gluurde ik (zoals gewoonlijk) naar de boodschappen van de mensen voor en na me. De ene ging 'wokken', voorgesneden nasi-groenten en een enorme bak met voorgesneden varkensvlees, vla toe.
De ander had supermarktbrood, de rest weet ik niet meer, behalve dat de kinderen die bij die boodschappen hoorden aan hun moeder vroegen: 'wat is dat? mamaaaaa, wat is dat?', wijzend naar de kokosnoot die schommelend een plaatsje opschoof richting kassa. De moeder zei iets, haar spullen in een tas doend, maar ik hoorde niet wat.
 De caissière (achttien jaar, lange haren heel strak naar achteren gekamd en gebundeld in een paardenstaart, grote blauwe ogen zwaar omrand door mascara) keek me aan en terwijl ze sprak trok een blos over haar wangen: 'mevrouw, wat is dit', de kokosnoot omhoog houdend. 'Een kokosnoot' zei ik.
Zij: 'Zo'n ding heb ik nog nooit gezien'.
'Is lekker hoor, als je hem tenminste open kunt krijgen'. Ik betaalde, en ging, hand in hand met mijn vader naar buiten.


zondag 30 november 2014

Facebook, een buizerd en God.


Ik ben ouderwets. Facebook vind ik - terwijl andere mensen hartstikke positief zijn en er veel lol uit halen - treurig makend. Kreeg ik voorheen te horen wanneer Sinterklaas op bezoek komt bij mijn familie/vrienden en wat er verder zo al aan de hand is, tegenwoordig lees ik dat op Facebook, tenminste, als ik er naar kijk. En dáár schort het aan, zegt men dan als ik zeg: 'wat heb ik lang niks van je gehoord'.
Toch, af en toe is het zo stil rond me dat ik het idee krijg dat ik alleen op de wereld ben, tot het me te binnen schiet dat Facebook bestaat, en dan blijkt dat niet de wereld heeft stilgestaan, maar ik, en lees ik opeens al het nieuws van de laatste maanden.

Maar stel dat ik ook Facebook-aktief word, wat zet ik er dan op? Moet ik meedelen dat ik elke dag met de honden wandel? Lekker belangrijk. Oke, soms maak ik wat mee. Een week of twee geleden kwam ik God tegen, dat was wel wat. Hij was op de fiets, had mooie rode wangen en heldere blauwe ogen. Zijn leeftijd wilde ik niet weten, maar hij beweerde dat hij tegen de tachtig liep en de hele dag de wereld vanaf zijn fiets bekeek, kilometers makend maar altijd zorgend dat hij op tijd voor het eten weer thuis was. Hij had geen haast, dat zei hij ook nog. Zag hij dat ik door zijn vermomming heenkeek? Want zonder dat ik hem iets vroeg gaf hij me wijze raad, die ik opsloeg en waar ik nog af en toe aan denk.

Sindsdien gebeurde er niet veel, want wat doet een mens allemaal? Eten en drinken, boodschappen doen, met mensen praten, zich beroerd of goed voelen, de tuin winterklaar maken of hout stapelen of met een puzzelboekje en eigengemaakte chocolaatjes bij de kachel zitten. Van die dingen dus. Maar of het Facebook-waardig materiaal is?

Misschien is dit iets. Tijdens het wandelen met de honden zag ik begin vorige week dat Jip iets opjoeg, iets fladderends dat de sloot in tuimelde. Terwijl Jip stoer en blij kwispelend over het succes kwam teruglopen zag ik dat 'het' ding uit de sloot flapperde en weer de kant op kwam. Was het een eend? Ik kon het niet goed zien maar om het dier niet nogmaals de stuipen op het lijf te jagen riep ik Jip bij me en keerde om.
De volgende dag zag ik, weer ver van me vandaan, een bosje veren onhandig rond huppen en ik besefte dat dat de 'eend' was en dus waarschijnlijk gewond. De rest van de week hield ik me bezig om de gewonde buizerd, want dat bleek het te zijn, te vangen, maar het arme dier maakte handig gebruik van de harde wind en zijn nog goede vleugel om zo ver mogelijk van me vandaan te blijven.
De dierenambulance kwam om de buizerd te vangen maar zonk tot aan de as weg in het drassige maaipad langs de sloot, waardoor ik hulp moest gaan halen en kilometers heen en weer fietste om tractor, hulp en sleepkabels te vinden. De buizerd was inmiddels uit het oog verdwenen. Aan een kant gelukkig voor de buizerd want de medewerkers van de ambulance vertelden dat de buizerd toch afgemaakt zou worden i.v.m. de vogelgriep.

De volgende dagen zag ik met lede ogen het arme dier in het veld zitten, maar nog steeds was het te fit en te snel voor mij om hem te vangen. Een slecht georganiseerd vanggroepje faalde later ook. Tot gisteren.
Het was gemeen koud, maar na de wandeling met de honden ging ik weer het veld in, een verrekijker meenemend. Al snel zag ik het dier zitten, het had zich dus al die tijd al in leven gehouden, wat vast mede te danken is aan het goede muizenjaar en de vers geploegde akker waarin het wormen kon vinden.
Mijn buren en vriend gingen met me mee en ondanks dat het dier ons nog even uit handen bleef door onder een hek van de NAM te kruipen, konden we hem even later vangen omdat hij in een droge greppel stapte en zich daar in een duiker wilde verstoppen. Gelukkig ging de buizerd niet ver die buis in en kon hij gepakt worden. Hij gaf zich over, uitgeput en zonder weerstand te bieden.

Al eerder schreef ik over mevrouw Schouten, een gouden mens die egels en vogels opvangt, al doet ze dat niet meer op zo grote schaal als vroeger. Egels verzorgt ze nog, vogels worden wel door haar aangepakt en tijdelijk opgevangen, maar eenmaal per week worden de dieren opgehaald door de dierenambulance en naar een vogelopvang elders gebracht. Natuurlijk wilde ze de buizerd opvangen en kijken of hij nog te redden is. Helaas had de buizerd een lelijke breuk in 'de elleboog', een slecht te repareren breuk. Euthanasie is in zo'n geval het beste wat je voor een dier kunt doen. Maar de vogel was sterk, en jong, dus zou mevrouw Schouten hem eten geven en contact opnemen met een andere vogelopvang met de vraag of een dierenarts het dier nog kon opereren. Uiteraard hopen wij van harte dat dat prachtige dier kan herstellen. Ondertussen, kijkend naar de machtige vogel vroeg ik me af, waar is God als je hem nodig hebt? Fietsen. Misschien zitten daarom zo veel mensen op Facebook.





dinsdag 11 november 2014

St. Maarten


Het werd al donker en ik wilde nog voor sluitingstijd naar de Hema, en o ja, ik wilde ook nog even naar de toko, daar had ik goeie dingen over gehoord.

Bij de winkels aangekomen zag ik tot mijn schrik dat er overal kleine kinderen met lampionnetjes rondliepen. De kleintjes aan de hand van pa of ma, de grotere hard rennend van winkel naar winkel om zo dicht tegen sluitingstijd nog zo veel mogelijk winkels te bezoeken. Ik was helemaal vergeten dat het de 11e was en dat er vermoedelijk ook kinderen vergeefs bij mij aan de deur zouden staan.

Bij de toko aangekomen stond er een klein rijtje bij de kassa, maar het waren ook hier geen klanten maar kinderen met ouders. Achter de kassa zat een man met Marokkaanse roots en hij boog zich over de toonbank heen naar een klein verlegen meisje en in onvervalst Amsterdams hoorde ik hem zeggen: ja meissie, je moet wel singe natuurlijk!


vrijdag 19 september 2014

vrijdag 18 juli 2014

Met een indiaan op pad.


Heerlijk is dat wordfeuten, maar niet alleen om het spelletje. Ik speel veel met een indiaanse. We lopen samen op. Telkens weer, ik zou zeggen bijna elk spelletje, lijkt het of er een verhaal of boodschap in het spel verweven zit. Langzaam ontrolt de boodschap, als lichte poëzie, je hoeft niet eens je best doen om het te zien, mits je niet al te lullig doet over een woordje of letter. Dit is het spelletje van 14 juli 2014.


we dreven
taps
keg in es

ma naai
de yen in zome
reut dus
in tassen

ola 
hond rex 
lont paft
we run

ede
aak, nee kog
ja lier

ju
leva de koe, hen, beer,
tem loeiend

ze
wend
zich 
ster raden 
re cis ces
ego up min
zenen on
bof ab bi

ze kis

maandag 14 juli 2014

Wordfeut.

Woorden die in een spelletje wordfeut tevoorschijn komen. Ik vind het soms pure poëzie. 

de lakens rult
den roe
reiend
den pers

ente
je eg wik wege
tap de vaat

pa neef omas
aten
qat bo op plank
kont wagend

fielt
stemt
je sax 
fes
ces

he
bom
rome
eng
konden
ver der 

eh
nu
smet
noden
nu


zondag 13 juli 2014

Gebakken ei voor hond.


Een tijdje heb ik ze verzameld, de verhalen die mensen vertellen over hun hond of kat en wat ze hen te eten gaven. Meestal is het standaard, maar sommigen vallen op.

Ik zal eerst maar over mijn eigen hondje opbiechten.
Met (whippet) Freddie liep ik ooit in een stad in Brabant en ik zag dat hij misselijk werd, en het was al een tijdje geleden dat hij gegeten had. De patatjes die ik zat te eten brachten uitkomst, Freddie at met ogen die bijna uit zijn kopje rolden van ongeloof, mensen keken, en ik lachte, en zijn misselijkheid was over.
Hij heeft overigens een keer een busrit naar Spanje meegemaakt. Eten wilde hij niet, hij dronk heel weinig, hij sliep sliep sliep. Op een gegeven moment gaf ik hem (met stroop gezoete) kaakjes, en die at hij wel.

Een vrouw waar ik regelmatig mee liep in Hendrik-Ido-Ambacht vertelde dat ze op zaterdag altijd een ei bakte voor de hond. De hond wist precies wanneer het zaterdag was. Ik fantaseerde er later bij dat hij met een servet omgeknoopt aan tafel zijn ei zat te eten, maar goed, ik zei al, dat zal ik er wel bij verzonnen hebben.

Een week of drie geleden zat ik in Julianadorp, frietjes met mayo te eten. De zon scheen, we zaten op een terras aan de duinenrand. Boven de duinenrand verzamelden zich diepgrijze regenwolken.
 
Aan onze voeten lagen de honden, het kleine keuteltje dat mijn oudste zus sinds kort heeft: Django, en op een dekentje lagen Davo en Jip. Als we op stap zijn krijgen de honden altijd de laatste stukjes van mijn pistoletje, mits ze liggen. Bedelen heeft geen enkele zin, alleen liggend en niet naar me kijkend worden ze aan het eind van mijn maaltijd 'gevoerd'. Maar nu at ik patat en ik keek eens heen en weer naar mijn rustig liggende honden. De patat was vrijwel zoutloos en voordat ik het wist gaf ik de honden een paar patatjes.
Zoals bijna altijd als je iets 'fouts' doet reageerde een vrouw die achter me zat en binnen no-time wist ik dat ze ook windhonden had gehad, dat ze dood waren, dat er eentje nog jong in een wak verdronken was, de andere oud geworden was, dat ze ze miste. Dat ze sinds ze geen honden meer had niet goed meer voor zichzelf zorgde. Ik kon het aan haar zien. Ze was broodmager, schudde met heel haar lichaam, had een huid als oud leer en ogen die geen enkel vooruitzicht meer zagen. Heel blauw, dat dan weer wel.
De honden aten. De vrouw aaide hun koppen.
Ik vertelde dat ik aan het eind van mijn maaltijd wel meer de honden iets toeschoof, tenminste, niet thuis maar onderweg.

Met haar doorrookte stem vertelde ze dat ze heel lang geleden met haar honden in de stad Groningen was geweest en dat er ergens van een terras commentaar had geklonken: 'hee, je moet je honden eens te eten geven'. Commentaar dat je met windhonden wel vaker krijgt. 'Nou, een biefstukje zouden ze wel lusten hoor' had de vrouw teruggeroepen. Waarop de man zich niet had laten kennen, wenkte en zei: 'die krijgen ze dan'. Waarop hij, daad bij woord voegend, een biefstuk voor de honden bestelde. De honden hadden genoten, vertelde de vrouw, en, zei ze er achter aan, 'toen zag ik er nog niet zo uit als nu, want anders hadden ze nooit een biefstukkie gehad!' Ze lachte schor, hoestend.

Dit alles vertelde ik onlangs aan mijn lieve vriendin Ankie, waarop ze prompt zei: 'mijn hondje kreeg altijd de laatste pannenkoek. En dat wist hij. Hij bedelde niet, maar hij wist gewoon dat de laatste pannenkoek voor hem was'.
Kijk, daar hou ik van, dingen doen die mens of dier blij maken. Gewoon, omdat het leven kort is.





woensdag 4 juni 2014

Frida Boccara


Kortgeleden schreef ik dat voor mij de beste bijdragen ooit aan het songfestifal toch wel De Troubadour van Lenny Kuhr en Er es tu van Mocedades zijn. Onbetwist want kippenvel.

Door mijn vraag op het eind: 'weet jij ook nog goeie bijdragen, vertel het me' noemde mijn lieve vriendin en buurvrouw vorige week de naam Frida Boccara. Hoe kon ik die vergeten zijn! Maar toen ik haar naam opzocht op Google (Frida is helaas al in 1996 op slechts 56 jarige leeftijd overleden aan een longinfectie) bleek dat Frida Boccara helemaal niet mee had gedaan met het lied dat wij, buurvrouw en ik, in gedachten hadden (Cent Mille Chansons) maar dat ze in gedeelde winst met Lenny Kuhr en nog twee anderen het songfestival 1969 won met 'Un jour, un enfant'. Helaas, ik kan me het lied niet herinneren.
Youtube brengt zoals altijd uitkomst, hieronder beide songs:


en het songfestivallied: 




Joke.


Volgens de mensen die gisteren van de camping vertrokken zou het vandaag flink regenen.
 'Ja en flink regenen ook, EN windstoten van wel 4 of 5', aldus de bijna chocoladebruin verbrande onheilsbode. Lichte kniebroek, gestreept shirtje, sandalen en zo te zien aan de diepe groeven in zijn huid wars van zonnebrandcréme of andere zonbescherming. Zijn vriendin lag ondertussen in bikini enkele meters achter hem languit in de zon te bakken. Het leek alsof de man wilde zeggen dat ook ik maar beter kon vertrekken, er kwam niks dan bewolking en regen aan en pas in het weekend zou het weer warm worden.
Ja, dacht ik, maar dan is het Pinksteren en steendruk, dan heb ik liever een beetje regen.

Zij pakten in elk geval in, want 'als de voortent nat wordt, nou dan zit je'. Stoelen, matrassen, voortent, luifel, stokken, tafel en stoelen, dekens en dekbedden, jerrycan, schoenen, tassen, een krat, lege flessen, een afvalzak en zelfs een dood lijkende op zijn zij liggende slapende oude hond, alles lag op het veld verspreid op zo'n manier dat je automatisch moet denken aan een bomaanslag. Een paar uur later waren ze weg. Met droge voortent.

s'Nachts is er inderdaad een beetje regen gevallen, maar zacht, koesterend bijna. Ik wandelde vanmorgen uitgebreid en met droog weer met de honden op het strand. Tegen twaalf uur waren we pas weer op de camping terug.
Terwijl ik mijn salade klaarmaakte kwamen er mensen de camping oprijden die het weerbericht ook niet al te serieus nemen. Een auto met caravan. Ze stapten uit en keken rond. De man met luide stem, de vrouw wat bescheidener. De caravan werd zo dicht mogelijk bij het vrijgekomen plekje neergezet, en daarna werd er nog wat gewrikt en geduwd en met brabantse tongval gevloekt (verdomme Joke, nee, niet zo, ja zo, he verdomme nee hé) maar toen stond de caravan toch op zijn plaats. Er moest een waterpas gepakt, er werd wat bijgesteld in hoogte, weer werd er wat gevloekt, maar toen leek het toch alsof het leed geschied was en hoorde ik tevreden geluiden. En toen begon het toch echt een beetje harder te regenen.

'Joke' hoor ik roepen. En weer. Joke roept vanachter de caravan: 'ja?'
'Waar het ge die sleutel gelaten? Ik had hem net nog in mijn handen en ik kan hem nergens meer vinden'.
Joke zegt geduldig: welke sleutel?
Hij brult: Je weet wel, die stelsleutel. Joke antwoordt: hebt ge hem niet hier of daar neergelegd? "Nee, briest de man, is snap er niks van, hij is nergens'.
Ondertussen ziet het grasveld er net zo uit als toen de vorige caravanners vertrokken. Overal liggen spullen. Een tweede bomaanslag, en dat binnen 24 uur.
'Joke?'
'Ja'
'Joke?'
'Jaha'.
'Zullen we de luifel nu doen?'
Joke zegt: 'Ach, hier ligt die sleutel'.
'Waar lag die dan?'
'Daar midden op het veld'.
'Nee'.
'Jawel, ik pak hem net op, kijk daar lag die……..'
'O, hoe komt die daar dan weer?
Joke zegt niks terug.
'Joke, wil je even helpen met de luifel?'
Een groot wit pak wordt uitgevouwen.
'Welke kant moet nou ook al weer eerst?
'Ik dacht deze kant'
'Weet je dat zeker?'
Stil is het even, dan:  'Volgens mij moet het zo'.
De rand van het doek wordt een paar maal aan beide kanten bestudeerd.

Terwijl ik mijn salade eet zie ik net door een kier van het raam de hoek van de caravan waar het doek van de luifel in een rail geschoven moet worden. De man begint met het doek in de rail te schuiven maar na een metertje stopt hij.
"Joke?' Waarom duw jij niet onderaan? Ik krijg hem er niet in als jij daar niet het doek omhoog duwt.'
Joke bukt en duwt.
Dan is het doek aan de bovenzijde en valt het over Joke en haar man heen en zie ik alleen nog de billen van de gebukte Joke die manmoedig het zeil invoert aan de onderkant. Het lijkt lang te duren maar dan verschijnen langzamerhand ook weer beide bovenlijven. De wind is aangewakkerd en inmiddels flappert het doek vrolijk aan de voorkant van de caravan.
Dan hoor ik hem zeggen: 'volgens mij zit die er verkeerd op?'.
Joke zegt: 'nee toch?'
Ze staan beiden nu weer onder het tentzeil dat nog slap aan de voorkant hangt en gelukkig hoor ik ze zeggen: 'nee, het is toch goed'.
Joke wappert zich onder het doek vandaan, op weg naar de stokken die in het natte gras liggen te wachten.
Een stem vanonder het doek: 'Joke? Heb jij de stokken?' Ik hoor gerammel en even later zie ik ze beiden met stokken en luifeldoek in de weer. Joke houdt het doek omhoog, hij ontwart scheerlijnen.
Een regenbui en wat gemopper later (Joke: 'die stok moet hoger, doe eerst die lijn om de punt, nee, het doek er overheen en dan die lijn …., nee, die stok moet je eerst hoger maken en dan pas ….') zie ik een luifel staan, maar in de vorm van een slap Chinees pagode-dak, prima geschikt als je regenwater wilt opvangen in de woestijn. Met de handen in de zij staan ze beiden even naar het doek te kijken.
Hij, wijzend, 'zullen we die stok een beetje naar buiten zetten Joke? Als gij hem nog even vasthoudt dan maak ik de lijn los. Hij rekt zich uit en probeert zonder de spanning van de lijn af te halen de lijn van de punt los te wippen …..
Het t-shirt van de man is inmiddels op de schouders doorweekt. Joke staat onder de luifel met de bewuste stok in de hand. Ik pak mijn lege bord, de theeglazen en bestek en ga aan de afwas.
'Joke?' hoor ik nog net zeggen voordat de deur van het washok dichtvalt.


woensdag 21 mei 2014

Wonen op het platteland.


Buiten wonen leek me vroeger heel romantisch. Ik zag mezelf als oud vrouwtje met een klein gietertje de geraniums water geven, en verderop stond mijn nog steeds sterke brede man in alle vroegte de aardbeienbedden te schoffelen. Geen onkruidje te zien. En dan zou ik zeggen: 'wat is het hier mooi he Piet?' en dan zouden we samen over het veld staren, waar nog dauw op lag, er zou een ree iets verderop uit te tuin komen, zich uitrekken, om vervolgens weg te huppelen, naar het dichtstbijzijnde koolzaad waar hij of zij de rest van de dag luierend zou doorbrengen. Wij zouden elkaar aankijken, rijk met dat bijzondere moment. Ons hondje zou om onze benen draaien, de kat zou mauwen en we zouden  vast daar na in de keuken gaan zitten om koffie te drinken. De hond zou Fred heten, de kat Poetie. Naast ons zou mijn hoogbejaarde moeder wonen, die tegen de honderd zou lopen maar nog scherp van geest zou zijn.

Het eerst wat ik begreep toen ik rond mijn 45ste naar het noorden van het land verhuisde was: je kan helemaal niet wachten tot je ouder bent om buiten te gaan wonen, je moet jong en sterk zijn om het hier te rooien! Zowel geestelijk als lichamelijk. Maar ik roeide met de 46 jarige riemen die ik toen had en ik red het hier vijftien jaar later nog steeds.

De katten meldden zich hier vanzelf aan want een kattenleven stelt voor sommige Groningers niet veel voor, dus als je er last van hebt dan zet je ze ergens in het veld uit de auto.
Dan tikken de arme zielen vanzelf op een gegeven moment op deur of raam om binnengelaten te worden, of erger, je ziet ze, vaak heel jong nog, als een schichtje hier en daar wegschieten, en uiteindelijk vind je ze doodgereden of verdwijnen ze als armzalige zwervers het veld in. Vaak vol teken en abcessen.
Eenmaal betrapte ik een groepje jagers dat ze op een kat schoten, maar dat was geen zwerfkat, het was Gijs van de buren. Het was heel erg om te zien (laat staan om mee te maken zoals Gijs) en ik heb samen met een buurman een hoop stampij gemaakt. De jagers hielden zich bij de verklaring dat ze op een haas hadden geschoten, dat een kat ergens vandaan was gekomen en dat deze door de honden te grazen was genomen. Gijs leefde helaas nog, de dierenambulance kwam, maar uiteindelijk schoten de jagers de kat af omdat er niets meer aan te doen was.

Maar voordat ik afdwaal in de lelijke kant van het buiten wonen, ik heb aan al die loslopende katten ook zelf een kat overgehouden, eentje waar mijn moeder helemaal weg van was ('Tine, ik heb nou zo'n mooi katje zien lopen, ze heeft allerlei kleuren en de strepen lopen door maar veranderen van zwart naar rood'). Het katje was inderdaad mooi. Ze keek telkens de keuken van mijn moeder in, om dan weer snel door te lopen, en later vond ik ze telkens slapend onder mijn afdakje bij de schuur.
Een verzameling van katten die ik ooit had vond ik er in terug. Het was een stukje Poetie (rood), een stukje Queen (wit), een stukje Muis/Bob (tijgertjes), alleen het blauw van Veronica of iets van de siamezen vond ik er niet in terug. Ze was gewond (in de oksel) maar dat deerde niet, dat zou vast snel overgaan (duurde jaren). Ze is eigenzinnig, maar trouw en ze vangt ratten, muizen en eenmaal helaas een wezeltje en ze zal regelmatig ook wel een vogel te grazen nemen.

De hond had ik al toen ik naar Groningen verhuisde en dat was Fred. Fred werd Prins, en weer later Jip en Davo.
Mijn moeder heeft de honderd niet gehaald maar is wel altijd onvoorstelbaar scherp van geest gebleven.
Piet werd Peet, maar Peet houdt niet van schoffelen en heeft zijn eigen werk, dus …… hee, het romantische beeld dat ik van het buitenleven had is toch ten dele uitgekomen.

Daar dacht ik allemaal aan toen ik me bukte en de eerste aardbei ontdekte, eentje die in een pot de winter had doorstaan. Ik heb hem nog net niet met mes en vork gegeten, zoveel aandacht kreeg de aardbei, en hij smaakte zo onvoorstelbaar goed (al kwam even strottenhoofd dichtknijpende treurnis over me heen omdat ik de eerste aardbei altijd naar mijn moeder bracht), maar terwijl ik hapte, Davo pal naast me, keek ik uit over het veld, en wat kwam er uit mijn eigen tuin ietsje verderop? Een ree! Ze rekte zich uit, keek eens in de rondte, en huppelde naar het verderop gelegen koolzaadveld ……
of lieg ik nou? Nee, nou ja, alleen qua tijdstip een heel klein beetje.





zondag 11 mei 2014

Songfestival 2014 - en de beste bijdragen ooit


Nee zeg, ik ga niet de hele avond naar het songfestival luisteren! Ik luisterde wel een beetje, maar liggend in bed en lezend. Het songfestival fungeerde als achtergrondmuziek. Slechte vaak. Ilse en Waylon deden het niet slecht (ik legde zelfs mijn boek even weg), het lied had iets bijzonders maar ik miste een kippenvelmoment.

Wat dat kippenvel betreft en daarom staat ze nog steeds bovenaan in mijn 'beste songfestivalliedjes ooit':

Lenny Kuhr! 1969. Tekst van David Hartsema, lied gecomponeerd door Lenny zelf!



of deze (idem dito):
Mocedades:



Anouk was ook bijzonder, moet je ze daar zien staan, ze heeft dat hele circus dat het songfestival  tegenwoordig is niet nodig:


weet jij nog goeie? laat het weten.

dinsdag 29 april 2014

Nije Hemelriek



Mijn vriend en ik gaan regelmatig wandelen in Boswachterij Gieten. Daarna eten we een broodje en drinken koffie bij het Nije Hemelriek. Dat doen we al vijftien jaar. Het restaurant zit op een mooie plek, de bediening is vriendelijk, honden zijn welkom, geweldig. Alleen de kwaliteit van het eten en de koffie, dat varieert. Het restaurant gaat af en toe in andere handen over en dat merk je.

Bij voorkeur 'scoor' ik het buiten-de-deur genoten eten met een cijfer, daarbij hou ik rekening met wat ik eet (van McDonalds kan je geen kwaliteit verwachten). Ik kijk of kwaliteit/smaak en de service opweegt tegen wat het eten kost.
Soms is het eten schandalig slecht. Zo kreeg ik in Dronten een pannenkoek die van rubber leek (een 1),  bij veel wegrestaurants eten dat alleen geschikt was om de ergste honger te stillen (een 3). Ook kregen we ooit een appelpannenkoek die aan de onderkant zwart verbrand was (een 1). Men vergat regelmatig in Winschoten op mijn broodje geitenkaas of de walnoten of de honing (een 5), of de 'zongedroogde tomaten'.

De koffie komt uit machines, dus de smaak varieert enorm. Het beste kopje koffie kregen we ooit in Duitsland, het leukste en bovendien zeer smakelijke kopje in een bruine kroeg in Drenthe (die eigenlijk gesloten was maar ach, de biljartclub was toch ook aanwezig). We kregen allebei een kopje melk voorgezet, en kregen de koffie in een kannetje erbij. Heerlijk, we maakten zo onze eigen 'latte' en het kijken naar de biljarters was ook nog eens leuk.

Een maand geleden gingen we wandelen/koffie drinken bij het Nije Hemelriek. We waren van plan om het restaurant te gaan 'testen', omdat we er de laatste tijd telkens teleurgesteld over de kwaliteit van het eten weggingen. De laatste keer bijvoorbeeld kreeg ik kapot gefrituurde kroketten, slap goedkoop brood, en de sla zag eruit of het op het bord was gedonderd en er met een fles wat mayo over was gespoten). De koffiemachine was stuk, ook dat nog. Die keer hadden we geklaagd en de manager vertelde toen dat de kaart gewijzigd zou gaan worden omdat er meer klachten waren geweest.



We bestelden ditmaal twee latte's (macchiato) en een 'ovenvers broodje met roomboter' (belegd met zalm, sla, limoenmayonaise).
Het zag er wat rommelig uit op het mini-bordje, het eerste dat me opviel was dat de rode ui (die sterk van smaak is) erg grof gesneden was.  Ten tweede was het broodje zo taai dat het met het bijgevoegde mes niet te snijden was.
Wij zijn niet voor een gat te vangen, waren mild omdat de koffie voor het eerst sinds tijden weer heel goed was (een dikke 8 misschien wel een 9) en legden de twee helften van het broodje naast elkaar.

Het brood was van het 'nep'bruin dat verkregen wordt door gebrande mout door het meel te doen. Nog ongezond ook en normaal mijd ik dat brood. Het had het uiterlijk van knapperig, maar was heel zacht en er zat enorm veel lucht in.
Slechts één helft van de broodjes was besmeerd. De boter proefde ik en ik kan het niet met zekerheid zeggen maar het smaakte naar boter die met olie vermengd is tegen hard worden. Roomboter uit een kuipje misschien?
Verder lag er wat slappe sla, kappertjes, en de zalm op.
We keken elkaar aan, Peet zei terecht: 'waar is de limoenmayonaise?' De serveerster bood excuus aan en haalde wat mayonaise.

De zalm smaakte matig, de grove stukken ui brandden in mijn mond, maar het ergst vond ik het taaie broodje. Dat smaakte vet en naar goedkoop supermarkt-brood.  Ik schudde de zalm en sla van mijn broodje en proefde het broodje zonder beleg: vies. Dus ik liet de helft liggen en vroeg aan de serveerster of dit inderdaad een 'ovenvers' broodje was. Jazeker, ze bakten elke morgen de broodjes zelf af. Jammer dat ze dan geen betere kwaliteit deeg kopen.
We rekenden af: 22 euro 50. Prijs kwaliteit verhouding was behoorlijk scheef: een 5.

Buiten gekomen spraken we over de teloorgang van de keuken die ondanks de toezegging van de manager niet verbeterd was. 'De kok is vast vervangen door een student', zei Peet en: 'de supermarktbroodjes zijn lekkerder'.

Terugrijdend dachten we aan het broodje dat we de dag ervoor in Bunde (Duitsland) aten. Naast de Lidl zit een bakkerij waar je ook broodjes kunt eten, koffie kunt drinken. We bestelden daar twee milchkaffee's, twee broodjes (kaas, tomaat, ei, remouladesaus). De broodjes kregen een dikke 8 (bijna 9), de koffie een 7 (beetje 'dun'). 'Moet je dit brood zien' zei Peet, het stevige volle broodje dat zowel aan onder- als bovenzijde vol maanzaad en zonnebloempitten zat, om en om draaiend: 'bij ons is dat allemaal lucht, soms heb je alleen maar een korst met daarbinnen een grote luchtbel'.
We rekenden 12 euro 20 af, en daarbij zat ook nog de 3 euro van een heel zonnepitbrood, bovendien kregen we nog twee koffiebroodjes gratis mee.

Een week geleden waren we in Brabant. Overal waar we aten was het eten goed, en het viel ons op hoe gul we telkens bedeeld werden. Prijs/kwaliteit verhouding: een dikke 9. 'Daar kunnen ze in Drenthe en Groningen een puntje aan zuigen' zeiden we. Het best was het toeven in "de Bockenreyder'. Ik zou iedereen die er in de buurt is deze zomer aan willen raden om daar een kijkje te nemen, ook of vooral als je zelf een restaurant hebt. We werden heel vriendelijk te woord gestaan, de sfeer was ontspannen en gezellig, en dat lag niet alleen aan de geweldige entourage (je kon er zelfs te paard komen, een plek om je paard te stallen was aanwezig), het waren de mensen die ons zo welkom deden voelen. Zelfs de slagroom was ECHT.
We bestelden een omelet kaas en een met spek, en kijk, daar hadden we geen commentaar op. Ook een 9.




Daar dachten we aan, aan het verschil van kwaliteit en smaak versus prijs, terwijl we van het Nije Hemelriek naar huis reden, en af en toe tegen elkaar zeiden: wat voor smaak heb jij in je mond? Uien!

En nee, ik ben niet meer boos, ik hoop dat mijn berichtje iets bijdraagt aan verandering. Want ik hou zielsveel van Groningen, maar het eten, dat kan echt een stuk beter.

Restaurants in Groningen waar we niet zijn teleurgesteld:
Hermans Dijkstra (altijd een 9)
Het Backhuys (een 8)
Rozenpaviljoen (wisselend, maar meestal een 7)
De Zevende Hemel, Groningen (cijfer weet ik niet meer)

koffie, zelfgebakken taart en bijzondere dagschotels:
De Oude Remise, Bad Nieuweschans.

Pannenkoeken:
pannenkoekenboerderij Vlagtwedde

Zelf gesneden/gebakken patat:
Het FrietAmbt, Winschoten



PS bij navraag bleek dat Het Nije Hemelriek sinds maart 2013 valt onder de Zodiac Groep. De waarderingscijfers die op een website achtergelaten kunnen worden zijn al jaren oud, bovendien moet je een speciale browser hebben om je waardering of kritiek achter te laten.





vrijdag 4 april 2014

Baby / dirigent.


'Heb je het filmpje gezien dat ik je doorstuurde?' zei een vriendin van me door de telefoon. Nee nee nee, ik wil geen filmpjes doorgestuurd krijgen, ik open niks in de mail, ik ben bang voor een hoax of spam. 'Neeeeee', verzekerde ze me, bekijk dit nou maar, 'is heel bijzonder'. 
Ze had gelijk, ik heb het filmpje al wel tien keer bekeken, en hoe vaker is het zie, hoe beter ik kijk naar het meisje waar het filmpje over gaat. Wordt steeds bijzonderder.



News correspondent Vladimir Tsai recorded a passionate little girl conducting a choir in Bishkek, Kyrgyzstan. Lara Glozou, the daughter of one of the choir members, simply can't resist lending her talents even though no one seems to notice her.

maandag 31 maart 2014

Mooi of lelijk.


Ik heb een tijd weinig berichten geschreven of ik schreef ze en publiceerde ze niet. Dit bericht hieronder schreef ik in augustus vorig jaar. Misschien vond ik het ongepast om over iemand te schrijven die net overleden was. Maar ik had het wel moeten publiceren, vind ik nu. Bij deze:

Geen idee waarom ik aan onze kort geleden overleden buurtgenoot Wiep moest denken terwijl ik naar Davo keek. Davo is mijn hondje, een prachtige oude van alles mankerende Galgo Espanol die nu al ruim drie jaar bij ons is. Hij stond in het warme strijklicht van de late middagzon. De aderen op zijn neus lagen dik over zijn snuit heen, zijn neus bewoog terwijl hij, ogen iets dichtgeknepen, de geuren opsnoof die meekwamen in het zwoele briesje. Ik keek. Hij snoof. Er was iets intens levends in het moment en een grote schoonheid in de scherpte van zijn profiel, de contrasten van het zonlicht dat hem omlijstte met het diepe donker van de bomen op de achtergrond. Een hond die bijna uit zijn as is herrezen en geniet van het leven met een vanzelfsprekendheid waar wij nog veel van kunnen leren. Er zijn mensen die hem heel lelijk vinden, maar ik zie vooral de sterke overlever, en als hij zijn kop in mijn handen of op schoot leg ben ik altijd ontroerd door zijn vertrouwen in de mens, ondanks alles.

Maar laat ik vertellen over mijn buurtgenoot Wiep, misschien wordt het me duidelijk waarom ik op dit mooie moment aan hem moest denken.

Ik wist eigenlijk niets van hem, behalve dat hij een vervallen boerderij had naast het huis van mijn moeder. Die boerderij bewoonde hij niet (hij woonde samen met zijn vrouw een kilometertje of zo verderop) maar hij had er wel een hoop dieren rondlopen, onder andere een grote gans die Wammes heette. Wammes zou op een dag door de vos worden opgegeten, een afgeknaagde vleugel zou ik later nog onder de kersenboom van mijn moeder vinden.
Uiteindelijk zou ook die leegstaande boerderij ter ziele gaan, op een koude winderige morgen begin januari, 1998 geloof ik, tegen zessen.
In die tijd woonde ik zelf nog niet in het noorden, maar toevallig logeerde ik bij mijn moeder toen de brand uitbrak. Zowel mijn moeder als ik schrokken wakker van het gelige flakkerende licht dat bij ons door de slaapkamerramen naar binnen viel. Ik schoof het gordijn opzij en zag dat de vlammen al hier en daar door het dak sloegen. Ik schoot mijn bed uit. Ma en ik troffen elkaar in de hal, grepen elkaar beet en zeiden tegelijk: brand!
Ik belde trillend de brandweer die tien minuten later ter plekke was.
Mijn moeder was erg blij dat ik er was, ze was zo geschrokken geweest dat ze het alarmnummer niet meer had geweten, behalve 911. 'Haal je auto weg' zei mijn moeder, en dat deed ik, want deze stond op onze oprit en slechts een smalle weg scheidde ons van de boerderij, die inmiddels brandde als een fakkel. Binnen explodeerden gasflessen en ratelend vlogen de dakpannen van het dak om op de grond in stukken te vallen.
Wiep was door iemand gebeld en stond in de donkere ochtend, handen in de zakken, met ons en nog wat buurtbewoners naar de brand te kijken. De in de boerderij wonende katten waren vast ontkomen meende hij, de deuren stonden namelijk altijd wagenwijd open, reden ook dat de brand voorzien werd van voldoende zuurstof.
Er bleef niets van de ongeveer honderd jaar oude boerderij over.

Om een lang verhaal iets korter te maken: Wiep stond in de buurt niet zo goed bekend: hij dronk en die boerderij zou hij ook wel zelf in de fik gestoken hebben om het verzekeringsgeld op te strijken. Roddel en kwaadsprekerij, mijn moeder en ik hebben in ieder geval niets gehoord of gezien dat erop wees dat er van brandstichting sprake was. Wat ik wel zeker weet over Wiep: hij bracht een ochtendkrant rond, en als hij een krant over had (en dat had hij vrijwel altijd) deed hij die bij mijn moeder in de bus, jarenlang. En nog een goeie krant ook, De Trouw. Af en toe zat er een doosje eieren bij, of stond er een zak appels.
Wiep had inderdaad een probleem met drank, dat gaf hij ruiterlijk toe toen hij eens wat langer een praatje maakte, ik onderweg wandelend met de honden, hij op weg naar huis. De geur van sigaren sloeg uit de auto, gelijk met de geur van de hond die strijk en zet naast hem op de bijrijdersstoel zat.
De jaren verstreken, de hond verdween uit de auto. Er kwam een andere auto. Een andere hond. En Wiep stopte met kranten bezorgen wegens gezondheidsklachten.
In die tijd vertelde hij meer over zichzelf, staarde hij over zijn stuur in de verte terwijl hij vertelde, zuchtte en zei woorden als: "het is niet anders' of 'wat doe je er aan'. Groningse woorden die ik vaak hoor als het gaat om onomkeerbare zaken. Maar Wiep bleef altijd stoppen voor een praatje en vroeg dan als eerste: 'hoe is het met je moeder'? en als hij weer verder wilde: 'doe je moeder de groeten'. En dan reed hij weer door, een hand in groet omhoog geheven.

Maar waarom ik nou aan hem moest denken terwijl ik naar Davo keek? Geen idee. Of het moet zijn dat je op verschillende manieren naar iets of iemand kan kijken. Je kan de mooie dingen zien, of de lelijke.  Het streekje is in ieder geval een stuk saaier geworden zonder Wiep.




zondag 30 maart 2014

The Voice Uk - Jamie Johnson en Sophie May Williams.


Eerlijk is eerlijk, deze vond ik beiden ook erg goed:
Jamie Johnson


Sophie May Williams:


Sally Barker - The Voice UK.


Peet en ik zijn ietwat tv-verslaafd, we willen aan het eind van de dag niets liever dan met de benen gestrekt voor de buis hangen en kijken naar The Big Beng of programma's die talenten zoeken, in dans of muziek.

Op dit moment loopt The Voice UK, en gisteravond was het de kwart finale. Maar de talenten doen me niet veel ondanks dat sommigen de sterren van de hemel zingen. Dat komt door Sally, sinds ik haar 'blind audition' hoorde mis ik bij alle ander bezieling. Sally heeft droeve ogen en een gevoelige stem, is niet zo jong meer, grijs, weduwe, kortom niet echt de ideale combinatie om nog aan een zangcarrière te beginnen. Haar twee in de zaal zittende zoons vinden van wel, Tom Jones (haar coach) vindt ook van wel, en ik, ik ben het met ze eens.











vrijdag 21 maart 2014

ik vind je - een tienregel gedichtje.


Het is al weer lang geleden, maar een kunstenares heeft een tijdlang mensen uitgenodigd om een tien-regel gedicht te schrijven (op iedere regel voeg je een woord toe totdat je op de tiende regel tien woorden hebt) en op haar website te plaatsen. Het idee er achter: iedereen kan dichten. Een leuk initiatief waar heel verrassende gedichten uit voort kwamen. Helaas is de website opgeheven. Ik had het leuk gevonden als de website ook tien jaar lang in de lucht was gehouden.
Het idee zelf (iedereen kan dichten) heeft mij nog steeds in de greep, er komen nog steeds gedachten binnenrollen die mooi in een tienletter gedicht verwoord kunnen worden.

Voila, kwam bij het opvouwen van de was in me op:

Ik
ik zoek
ik mis je
en ik vind je
in geur van lente, wind
ik vind je in de bloemen
of in geur … van het korte gras
ik vind je …...in de geur van soep,
gebraden kip, chocola, maar het meeste vind ik jou,
buiten, in de geur van buiten, in zon gedroogde was



zaterdag 15 maart 2014

Filmfestival Assen 2014.


Vandaag ga ik me onderdompelen in films, in Assen. Ons kleine damesclubje koos voor:
The Amazing Catfish
The Selfish Giant
Shell
Purge
La Tendresse.

Rond middernacht rij ik terug naar huis door het pikdonkere natte Groningse land. De N33 is afgesloten en zowel de geel oplichtende borden als de navigatie zeggen me dat ik via Groningen moet rijden. Zeker twintig kilometer extra? Maar wel rustig over de snelweg. Ondanks dat het verstandiger is om op de grote weg te blijven verlaat ik bij Zuidlaren de A28, om binnendoor, via De Groeve, naar huis te rijden.

Rustig rijdend en wat duizelig van de vermoeiende dag (al de geplande films gezien, bij de laatste film waren de andere dames al naar huis) begint de werkelijkheid te veranderen. Ik zie mezelf alsof ik gefilmd word, in het donker rijdend, vermoeid en verblind door tegenliggers knijp-ogend, luisterend naar het geluid van de ruitenwissers en het sissen van de banden op het natte wegdek.
Het onwerkelijke gevoel groeit en ik word de vrouwen in de films, ik voel me één met alles. Ik ben de kikker op de weg die ik net kan ontwijken, ik ben de vrouw die vergat door te trekken en die de wc achterliet vol bloed, geur van ijzer, ik ben het kind dat naar de verkeerde film ging, wegduikend in mijn jas, mijn wimpers mijn bolle jonge wangen rakend als ik mijn ogen neersla voor de gruwelijke beelden.

De weg begin ik te herkennen, ik hoor mezelf zeggen: 'ik weet dat jullie er zijn' en begin, terwijl ik langs de begraafplaats rij waar mijn ouders liggen, langzaam mijn lichaam terug te vinden. Ik peins even over het granieten krukje dat ik bij het graf wil zetten, rij de bebouwde kom binnen en kijk of de lichten nog aan zijn in het huis van mijn broertjes …..  nee.

Ik verlaat het centrum en ik voel hoe de wind weer grip op de auto krijgt als de bebouwing ophoudt, rij de chaos in die bij de wegwerkzaamheden van de N33 horen, zie even later de grijs verkleurde kunstroos die bij een kruising nog steeds in de berm geprikt staat ondanks alle stormen die eraan gerukt hebben, en dan rij ik alsnog, bijna thuis, een kikker plat. Een groot gevoel van melancholie overvalt me denkend aan leven en dood, en liefde.
Die kikker, die arme kikker die ik doodreed waardoor de tranen opeens in mijn ogen schoten, die geven het antwoord op waarom ik de ene film erg goed vond en de andere maar zozo.
Het verschil was de liefde die de mens ondanks alle tegenslag optilt, boven alles uit. Dat werd onthutsend mooi in beeld gebracht in 'The Selfish Giant'. De andere films zal ik ondanks het verhaal of de fraaie beelden toch vergeten.

Thuis. De wind rukt aan het portier en snel verlaat ik de auto en stap binnen de beschutting van het huis, mijn sleutel zoekend. Een van de vriendinnen waarmee ik naar de film ging zei tijdens 'Shell', een in-en-in deprimerende film die gemaakt werd in de fraaie, maar eenzame winderige Schotse Hooglanden, dat het eeuwige waaien en de troosteloosheid haar had doen denken aan ons Groningse platteland. Op het moment geef ik haar gelijk.
Het licht binnen brandt, de kat schreeuwt, de deur gaat op slot.


vrijdag 14 maart 2014

Piekeren.


Soms lijkt het of het leven met sprongen gaat. Opeens is het maart en hoor ik de vogels zingen alsof ze niet zijn weggeweest.
Ik sla de Scheurkalender 2013 open (thema: lekker diëten) die ik onlangs voor 1 euro kocht. Ik kocht deze kalender, dacht aan relativiteit, terwijl ik de bladzijden door mijn vingers liet glijden. Zo snel lijken de dagen ook in werkelijkheid voorbij te vliegen terwijl er toch geen verschil is tussen vandaag of gisteren. Alleen de invulling van die dagen is anders.
Misschien kocht ik hem daarom, omdat het niets uitmaakt wat voor dag het is, of hoe die dag heet. Of misschien kocht ik hem omdat ik een stapeltje oude agenda's heb liggen van mijn moeder, ze gebruikte ze gewoon weer als ze verlopen waren en streepte de datum door.
Hoe dan ook, er staan veel spreuken in de dieetkalender (sommigen irritant blijmoedig) en die spreuken zijn ooit gezegd of genoteerd om de rest van de wereld te helpen.

Deze vond ik mooi: Alles heeft zijn uur en ieder ding onder de hemel zijn tijd, - Prediker 3:1

De spreuk van zaterdag 16 maart 2013:

Piekeren berooft morgen niet van zijn zorgen; het haalt alleen de kracht uit vandaag - A.J. Cronin.




vrijdag 7 maart 2014

Marrie - Een omhelzing uit de hemel.


Dit herinnerde ik me toen ik vanmorgen wakker werd, en er plasjes traanvocht in mijn ooghoeken stonden:

Er is een brede afdaling, en ik kijk de lange helling af, een helling zoals snowboarders gebruiken, inclusief de metalen 'leuningen' en hellingen maar zonder de sneeuw. De sneeuw is vervangen door een grijzig stof of zand. Als 'extra' zijn er ook kabelbanen, zonder cabines maar met handvatten en ik zie diverse mensen zo'n handvat grijpen en zich met duizelingwekkende vaart de diepte in slingeren. Sommigen laten halverwege los, zwieren langs zo'n leuning, maken een salto en zwieren verder de heuvel af, soms gekleed in nette kostuums inclusief attaché-koffertje.
Een meisje laat me zien hoe het werkt, grijpt met twee handen het handvat dat aan een van de kabels hangt en verdwijnt ook de heuvel af, roetsj daar gaat ze naar beneden. Ik zie dat ze ergens loslaat, een stang grijpt en daar een salto aan maakt, maar dan verdwijnt ze uit het zicht.
Iedereen is weg maar ik wil ook naar beneden roetsen, even sta ik onhandig te schutteren want ik twijfel niet alleen aan mijn spierkracht maar heb ook nog mijn grijze portemonnee in mijn hand. Deze prop ik ergens tussen mijn kleren in, ik pak een handvat en sla daarbij mijn vingers in elkaar voor extra grip en daar ga ik, zoef, heerlijk snel naar beneden roetsjend.
Ik kom beneden aan, wil weer die sensatie van wind en snelheid voelen, en begin over zachte grond terug naar boven te lopen als een sirene begint te loeien. Luchtalarm en opeens is iedereen weg, ik zie nog snel dat Willem, een oude vriend van me, op een brancard in veiligheid wordt gebracht.
Iemand maant me dat ik naar de schuilkelder moet, maar er is niemand in de schuilkelder en ik wil daar niet alleen zijn.
Buiten is het stil en ik sta in een soort dorp van allemaal withouten strandhuisjes, het is alsof ik in een tekening loop, zo'n onwerkelijke lichte en stille sfeer hangt er. Luiken en deuren van de withouten huisjes zijn gesloten. Aan een muur hangt een lang tekstbord waarop uitgelegd wordt dat in de oorlog hier een soldaat wel 3000 kraaien heeft doodgeschoten, kraaien die van een oude man waren en door hem gevoerd werden. Ik begin hard te huilen, maar dan hoor ik opeens Marrie's stem zeggen: is dat Tineke?
Verbaasd loop ik in die doolhof van huisjes maar zie Marrie niet, dan fluit ik en als reactie daarop slaat een deur heel hard open, knal, en daar sprint Marrie naar buiten, blootsvoets en gekleed in een ochtendjas, maar snel en sterk rent ze naar me toe en we klappen hard tegen elkaar en slaan armen zo stijf om elkaar heen, zo stijf, en ze blijft me vasthouden, zelfs als ik, wetend dat ze er niet van houdt om lang vastgehouden te worden haar al weer wil loslaten, blijft ze me vasthouden. En dan, dan laat ze me toch los.


woensdag 5 maart 2014

Tomaten-linzensoep.



Nog eentje:

Geluk is in essentie een staat waarin je met overgave, doelbewust, en zonder spijt of terughouding ergens naar op weg bent - William H. Sheldon.

Als je besluit iets te gaan doen, of het nu afvallen is op topsport bedrijven, doe dat dan met overgave. Het is gemakkelijk om altijd maar te twijfelen,en je af te vragen of je niet beter iets anders had kunnen doen. Geef jezelf een kans om echt te slagen. Houd je ogen strak gericht op wat je wilt bereiken en leer afleidingen te blokkeren. 

Ja zeggen tegen één ding betekent nee zeggen tegen duizend (onbelangrijke) andere dingen. 


Tomaten-linzensoep (5 sterren) (www.allrecipes.nl)

Deze eenvoudige soep met warme specerijen heeft een fluweelzachte consistentie. Serveer hem als snelle, voedzame lunch met warm naanbrood met knoflook en koriander.


  • 1 eetl. olijfolie
  • 1 ui, grofgesneden
  • 2 stengels bleekselderij, in grove stukken
  • 1 wortel, geschrapt, in grove stukken
  • 1 teen knoflook, uitgeperst
  • 1 theel. gemalen komijn
  • ½ theel. korianderpoeder
  • 175 g rode linzen
  • 1¼ l groentebouillon
  • 400 g tomaten uit blik
  • 2 theel. tomatenpuree
  • 1 laurierblad






Voorbereiding: 20min  ›  Bereiding: 40min  ›  Klaar in:1uur 

  1. Verhit de olijfolie in een pan en fruit hierin onder af en toe roeren de ui 7-8 min. op laag vuur. Bleekselderij en wortel toevoegen en 3 min. fruiten; schep het mengsel af en toe om. Voeg knoflook, komijn en koriander toe en warm alles al roerend nog 1 min. goed.
  2. Linzen, bouillon, tomaten met vocht, tomatenpuree en laurierblad toevoegen. Breng alles aan de kook, draai het vuur laag en laat de soep met het deksel schuin op de pan 25-30 min. zachtjes koken tot de linzen en groenten gaar zijn.
  3. Vermeng ondertussen het korianderblad met de Griekse yoghurt.
  4. Haal het laurierblad uit de soep. Pureer de soep met een staafmixer of in een keukenmachine; schenk hem in het laatste geval weer terug in de pan. De soep is vrij dik; leng hem als u wilt aan met nog wat bouillon. Voeg zout en zwarte peper naar smaak toe en verwarm de soep tot tegen het kookpunt. Serveren met een schepje korianderyoghurt en maal er nog wat zwarte peper over.

variatie

• Voor een pittige pastinaak-linzensoep vervangt u de bleekselderij door 225 g kleingesneden pastinaak en voegt u ½ theel. gedroogde chilivlokken toe.

GARNEREN MET

4 eetl. Griekse yoghurt en 2 eetl. fijngesneden korianderblad

INFO

243 kcal. * 173 g groente & fruit * vooraf bereiden