woensdag 20 juni 2012

Blauwe Stad.


De Blauwe Stad is verguisd door velen. Te duur, faillissementen, goeie landbouwgrond (een groot deel van de beroemde 'graanrepubliek') die onder water is gezet voor een te duur woningbouwplan aan water. 

Ooit gingen ook Peet en ik naar het Blauwe Stad informatiecentrum of we er niet een huis voor ons samen neer konden laten zetten. Mijn hondje dat ik toen had, Freddie, ging mee. Bij binnenkomst in het informatiecentrum stormde een vrouw op ons af. Zo goeie service dachten wij. Maar nee, ze had bezwaar dat wij ons hondje mee naar binnen namen. Wij stelden voor om dan maar weer te vertrekken, want de hond in de auto achterlaten vond ik geen optie. Toen ik een informatiemap vroeg over de bouw draaide de strak geklede dame om als een blad aan een boom. Het hondje mocht opeens blijven. De koffie werd aangerukt. Maar de stemming was gezet. Want als je aan mijn hond komt .... berg je dan maar. 
Segmenten grond lagen bouwrijp, er waren strakke regels voor het uiterlijk. Koos je bijvoorbeeld voor het gedeelte dat "het Riet" heette was je gehouden aan de meest strikte bouweisen. Het huis moest opgaan in de natuur, veel hout, riet, maar je kreeg ook een plekje (indien je betaalde) waar je je boot aan kon leggen. Het bleek veel te duur en de huizen stonden mij niet hoog genoeg boven het NAP. Belachelijk dat er zoveel geld voor de bouwgrond werd gevraagd. Wij vertrokken, niet onder de indruk van het plan. Te duur, natte voeten, muggen, veel wind, dacht ik toen. 

Jaren later fiets ik graag rond het kunstmatige meer. Er liggen natuurgebieden omheen, een natuurbegraafplaats ligt aan de rand op een oude wal die door de ijstijd is ontstaan, oude aan de sloophamer ontworstelde arbeidershuisjes, restanten van dorpjes en hier en daar een statige boerderij liggen langs de slingerende hardbetonnen fietspaden. 

Mijn zus en ik fietsten gisteravond een rondje door dit gebied. Eerst door de landerijen van Oost Groningen, Westerlee, Scheemda, onder de A7 door en dan rond de Blauwe Stad door naar Winschoten. Net voordat we het water bereikten stopten we even, er liep iets aan aan Hen's fiets. Opeens zegt ze: kijk nou! Wijst. Een ree. Wij houden onze adem in, ik graai voorzichtig ondertussen mijn fototoestel uit mijn tas.
Het fietspad is met een dun draadje gescheiden van het moerassige natuurgebied waar ook Konikspaarden grazen. Het Groninger Landschap organiseert excursies nu en dan om het gebied beter te leren kennen, er is bijvoorbeeld ook een dassenburcht. Maar je kunt er dus ook fietsen. En reeën zien. 
De ree staat rustig met haar kont naar ons toe, graast. Ik maak een foto, maar de ree lijkt niets te horen of zien, ik loop een stukje terug, naar haar toe en maak weer een foto, maar zelfs als we in onze handen klappen, en dichterbij komen blijft ze rustig staan kijken. Een dove ree, zegt Hen. Opeens krijgt de ree dan toch de zenuwen van ons, en met een paar snelle sprongen verdwijnt ze in het manshoge gras. 

Dan bereiken we het meer. Het is immens groot. In de verte liggen de dure nieuwbouwwoningen die er nog wel gebouwd zijn, rommelig en als toevallig verstrooide steentjes het uitzicht te verzieken. Het kon vanaf dit punt gezien net zo goed een industriegebied zijn. De eisen aan de bouwstijlen zijn namelijk losgelaten door de slechte verkoop en het resultaat is dat er allerlei verschillende huizen bij elkaar staan. Rommelig. Niks ecologische bouw, niks ecologische materialen die verdwijnen in het landschap. 

Tussen de rietkragen door zien we allerlei zwemvogels dobberen, met jongen.  Het strand lijkt dagelijks aangeharkt te worden. Het restaurant aan het haventjes is dicht, ondanks de prachtige zomeravond en de vele fietsers. Een speedboat misdraagt zich op het water, de rust verstorend van de prachtige avond. 
Thuisgekomen ga ik ook nog even een stukje fietsen met Jip, en een heel klein stukje wandelen met Davo.  Maar toen ging echt mijn licht uit.