woensdag 28 september 2011

Dora Dolz, Eric Visser.

In Zwijndrecht woonde ik, in  een enorm flat, Gerbrandyplein nr. 90. Ik droom er nog wel eens van, goeie tijden, slechte tijden. Ik was getrouwd, werkte nog bij Moret en Limperg in Rijswijk, geloof ik.

Op een gegeven moment kwam ik in contact met een kunstenaar die in het flat tegenover ons les gaf. Geen idee meer hoe die man heette, goddank blijft niet alle informatie hangen, en vooral in namen ben ik erg slecht. Ik ben er een paar maal geweest, ik schoot er niet veel op en leerde niks, heb wel een keer een prachtige regenboog gezien vanuit zijn flat, die eindigde zomaar op de straat tussen onze flats in, alle grauwe stoeptegels, auto's, alles alles alles in de kleuren van de regenboog veranderend. Een ervaring die ik nooit meer ben vergeten (de pot met goud kan zomaar voor je op de stoep liggen).

Later woonde ik in H.I.Ambacht en werd ik lid van de kunstuitleen. Schilderijen van een eveneens in Ambacht wonende kunstenaar, Eric Visser, hingen jarenlang aan onze muren in de huiskamer, prachtig vond ik ze, spoorlijnen die rechtstreeks naar de hemel leken te leiden.
Mijn vriendin Marrie vond dat ik mijn tekentalenten verkwanselde en gaf me het zetje om eens aan te kloppen bij Eric. Het heeft me enorm veel moeite gekost om die drempel te nemen, maar uiteindelijk deed ik dat letterlijk. Ik belde aan, en Eric zelf deed open, wenkte me naar binnen. Lange zwarte haren, een gekweld mens om te zien. Er liep een schitterende vrouw met lange haren rond die, heel bizar in de donkerte van het huis, deed denken aan landen waar altijd de zon schijnt. Ze sprak frans met Eric, dus ik nam toen aan dat ze Française was. Eric zelf leek wat afwezig en was niet erg enthousiast toen ik vroeg of hij me les wilde geven.
Hij streek met zijn handen door zijn haar, keek continu naar beneden, orakelde het een en ander en toen zei hij de woorden die ik nooit meer ben vergeten: ..... kunst, ach ...... ware kunst is levenskunst". Daarmee zijn stemming en het belang van kunst weergevend. Dus nee, hij wilde me geen les geven.

Ik moest eerst zelf nog een tijdje levenservaring krijgen, en naar de kunstacademie gaan om te ontdekken wat hij bedoelde. Dora Dolz was een van mijn docentes. Het duurde niet lang voordat zij met boze gebaren naar mijn saaie en matte schilderij wees en zei: "wat ben je aan het doen? waar is je lef, waar is je passie? doe VERF op je kwast, schilder SCHILDER! ..... JE BENT GOD! (en ik meen dat ze zelfs zei: je bent GOD, verdomme!)" Daarmee duidelijk makend dat alles mogelijk is, als je maar doet. Uit haar weidse gebaren begreep ik dat dat niet alleen voor het schilderen geldt, maar voor alles in je leven, voor alles wat je doet.
Dora bedankte ik ervoor toen ik afstudeerde. Nogmaals en helaas postuum: Dora, dank je wel, dit was een onvergetelijke les.

'Ware kunst is levenskunst'. "Je bent God'. Deze opmerkingen en nog veel meer speelde door mijn hoofd toen ik vanmorgen met Jip fietste. Het was aardig mistig, alles was nat en het rook naar herfst. Zonnestralen piepten overal door de bomen heen, waardoor alles in strepen licht werd gezet. De schelpen op het pad glansden, het gras fonkelde, het was weer even zo'n moment dat je even je fiets aan de kant moet zetten.
Ik dacht aan Karel, de grootste levenskunstenaar in mijn familie, en aan mijn moeder, die altijd op stap wil, nooit belemmeringen ziet in haar lichamelijke ongemakken, ze gaat overal op af, wil overal heen. Een foto schoot me te binnen, de foto die altijd op mijn kastje staat, drie levenskunstenaars: Karel, Hen, en mijn moeder. Terwijl ik in een grijs jasje liep, droegen zij alle drie rood. Zij doen verf op hun kwast, zullen we maar zeggen.



Wat Eric Visser betreft. Zo'n vijf jaar? geleden hoorde ik ergens zijn naam, ik dacht bij een NCRV-programma. Ik zocht via Google en stuurde hem een mailtje. Hij kon zich mijn bezoek niet meer herinneren (had ik nou ook maar een rood jasje aangehad, of prachtige zuidelijke lange haren), maar nee, hij wist het niet meer, wist niets meer van zijn "ware kunst is levenskunst"opmerking, het was ook al zo lang geleden.  
Ik wenste hem het beste in het Portugees (dankzij de weinige woorden die ik me herinner van de lessen van mijn zwager Paulo), want hij woonde nu in Brazilië, met zijn daar geboren vrouw.
Een religieus man, begreep ik, en hij had een stichting opgezet: Children Asking, voor kansloze kinderen in Sao Paulo. Via google zie ik ditmaal dat hij in mei 2011 weer bij de NCRV was: NCRV: luister. Gaat over levenskunst! De woorden die hij zich niet meer kon herinneren in praktijk brengend.