Wat een prachtige dag, zei mijn moeder, staand in de zon en de wind, met dichtgeknepen ogen tegen het scherpe heldere licht dat bij dit gebied lijkt te horen. Even voordat ze dat zei zaten we nog ergens achter de koffie terwijl de regen op het dak van het terras roffelde met een kracht die ons herinnerde aan eerdere regenbuien die we moesten trotseren hier in de buurt van Termunten. Hier is Groningen op zijn kaalst. Kan het elders in de provincie zeer bebost en lieflijk zijn, hier ben je overgeleverd aan de elementen. En dat maakt nederig. Ik wilde wat schrijven over dit gebied, maar ik kwam niet verder dan: Termunterziel. Schapen. Wind. Wolken. Vogels. Zeehonden. Schapen. Vogels. Zeehonden. Wind. Wolken. Schapen. Vogels. Vogels.
En aangezien ik af en toe een tien-regel-versje maak ......, en nee, het is geen toeval dat het woord "wind" er zo vaak in voorkomt.
Termunterziel.
Twee mensen.
buigen tegen wind
kijken naar het wonder
van licht en schaduw, wind
dijk, lucht, riet, water, vogels, zeehond,
kijken, turen, zien, haren wapperend in wind.
Wie stond hier eerder, vol eerbied te kijken
of liep door het slik, door nat zilver verblind,
alleen gezien door vogels, wind, door schapen op de dijken.