woensdag 16 januari 2013

Trage hulp.


Goedemorgen mevrouw, spreek ik met Personenalarmering? Ja? U spreekt met Tineke. Ik ben mantelzorgster, mijn moeder is echter overleden. Vorige week heb ik een van uw medewerkers aan de telefoon gehad over het alarmeringstoestel dat wij van u in bruikleen hebben, een telefoon en een 'halsbandje'. Het toestel zou gisteren opgehaald worden en dat is niet gebeurd. Ik heb dus de godganse dag voor niets zitten wachten. Ja, ik wacht even.
......
Wat zegt u? Moet ik het toestel zelf ergens inleveren, nou zeg, waarom zeggen ze dan dat het gisteren zou worden opgehaald? Ja, ik wacht weer even.
......
Wilt u nu even wachten? Dan pak ik een pen.
Zegt u het maar ....... Veenlustpassage nummer 20, en daar kan ik het toestel inleveren? Goed. Maar nogmaals, ik vind het niet leuk dat ik de hele dag heb zitten wachten. Ik heb - het wachten moe - aan het einde van de dag, om half vijf, naar iemand van personenalarmering gebeld en heb gezegd dat ik naar huis wilde, en toen werd me op het hart gedrukt dat ik moest blijven wachten, dat het toestel echt nog opgehaald zou worden omdat 'de monteur' die het toestel op zou halen nog tot laat werkte. Rond vijven werd ik notabene door diezelfde medewerkster teruggebeld. Ze had contact opgenomen met de monteur en deze had gezegd dat het niet ging om het ophalen van een toestel, maar dat het halsbandje omgewisseld zou worden door een polsbandje (dat hadden we inderdaad op 3 december vorig jaar verzocht). Toen gaf ze me een ander telefoonnummer, en daardoor heb ik nu u aan de telefoon.
......
Ja, dat is inderdaad te laat. Om over het brengen van een polsbandje te spreken terwijl mijn moeder al overleden is, is inderdaad voor mij niet leuk.
.....
Ik begrijp dat het u spijt.
.....
Nee, er is nu niks meer aan te doen.
.....
Inderdaad, dit soort communicatiefouten is niet leuk op dit soort dagen. Eerlijk gezegd, er zijn de afgelopen maanden zoveel dingen fout gegaan dat ik het idee heb om er een boekje over te schrijven.
.....
Goed dat u gaat uitzoeken wie er verantwoordelijk voor is, het klinkt of u er ook van baalt.
......
U heeft zelf ook uw moeder verloren? En u bent begrafenisonderneemster geweest?
......
U heeft gelijk, tijd nemen om te rouwen is belangrijk. Ja.
......
Ja, als al het geregel achter de rug is ...... wat zegt u? ..... Nee, ik zal proberen aan mezelf te denken. Dank u wel.

Kortom, de medewerkster baalde als een stekker van het misverstand en ontpopte zich als een meelevend mens, gaf allerlei goedbedoelde adviezen. Ondertussen staat hier een alarmeringstoestel in de gang en ik moet het zelf weg gaan brengen. Maar het had geen haast, had de vriendelijke medewerkster me nog op het hart gedrukt.

Even later jengelt mijn mobiele telefoon het irritante deuntje dat ik na deze rotmaanden bijna niet meer kan verdragen. Een onbekend nummer zie ik in het scherm staan. Ik neem op en een gejaagde vrouwenstem zegt: met Annie Mulleken, begrafenisonderneemster, ik heb uw voicemailbericht gehoord, uw moeder is overleden.

Ik val even stil, het zal toch niet waar zijn dat ze nu pas ...... na zoveel tijd, reageert op mijn telefoontje?
Hallo? zegt ze.
Dan zeg ik: het klopt, mijn moeder is overleden, op 9 januari, dus u belt rijkelijk laat terug.

Ze schrikt, zegt dan: dan is er iets mis met mijn voicemail of email ..... ze stamelt nog wat, zegt dan: 'neem me niet kwalijk' en hangt op.

Natuurlijk ga ik het niet doen, maar zou ik een boek overwogen hebben waarin alle misstanden vermeld zouden worden, en alle communicatiefouten, om nog maar niet te spreken over het tevergeefs soebatten om hulp/ziekenhuisopname bij zowel huisarts als specialist, waardoor mijn moeder meer pijn en ellende te verdragen heeft gekregen dan had gehoeven, dan zou het vermelden van dit laatste telefoontje een illustrerende afsluiting zijn geweest.