donderdag 15 juni 2017

The Howl of Death


Het was een mooie avond. Langzaam donkerde het, traag alsof de dag moeite had om afscheid te nemen. De lucht kreeg in het oosten al de kleur van Pruisisch blauw. Merels en lijsters zongen jubelend in de bomen, het geruzie van de kraaien en de buizerd dat gedurende de dag regelmatig te horen is was voorbij. Ergens in de verte huilde een brommer over de landwegen, als een irritante mug. De geur van de lente hing over de tuin: pas gemaaid gras, bloeiende bomen.

Voor het eerst liet ik mijn laatst geadopteerde windhond, Memphis, los in de tuin. Niets had er toe nu toe op gewezen dat hij verlangde naar iets buiten de omheining en de struiken en bomen waren nog niet gesnoeid, hoog torende alles boven de omheining uit. Even had ik nog met hem aan de riem door de tuin gewandeld, maar nu, nu hij wist dat hij voor het slapen nog wat lekkers ging krijgen .... het voelde veilig en ik liet hem los. Hij drentelde nog even wat in de rondte, pieste nog een keer, knalde toen in volle vaart weg. Ach, hij moest zijn energie gewoon even kwijt. Hij galoppeerde langs, heen en weer naar het huis en naar het einde van de tuin, maakte een rondje rond de bomen en rende weer terug. Een feest om hem te zien rennen.

Moon vond het te wild, liep alvast naar huis maar wachtte op me onder het afdak staand. Daar gebeurde het. Memphis liep in volle vaart tegen haar aan. Ik zag het gebeuren, hoorde de doffe klap. Moon liep enkele stappen naar me toe, stopte, en tot mijn schrik hief ze "the Howl of Death" aan, die kilometers ver hoorbaar moet zijn geweest. Mijn haar ging recht overeind staan terwijl ik naar haar toe holde.
Ze had haar linkerpoot hoog tegen haar borst getild, en ik voelde onder mijn hand hoe haar hart tekeerging. Ondertussen jammerde ze nog steeds. Ik kende die kreet, ik had hem ooit eerder gehoord toen Davo door een herdershond in zijn flank, net achter zijn ribben was gebeten. Toen was het goed mis, gevolgd door een opname en een operatie, en daarna een depressie (ging pas over toen we enkele dagen met hem naar het strand gingen) en jarenlange terugkerende therapie bij een ortho-manuele therapeut
Dit alles schoot door me heen terwijl ik mijn handen op Moon's ribben legde, haar hart tekeer voelde gaan.

Ik zakte op mijn knieën en sloeg mijn armen om haar rillende lijf heen, wiegde haar zachtjes waarop het jammeren ophield. Ik liet mijn handen over haar ribben glijden, voelde niets om ongerust over te worden, masseerde toen voorzichtig de schouder en het pootje dat ze nog steeds omhoog hield. Naast ons stonden Memphis en Jip geïnteresseerd toe te kijken. Een tijdje bleef ik die schouder masseren, voelde toen aan het knie en enkelgewricht. Ze reageerder er niet op. Pas toen haar hart min of meer normaal sloeg liet ik haar los: "kom, we gaan wat lekkers halen tegen de schrik". Ik liet mijn handen ook even over Memphis magere lijf gaan, hij leek nergens pijn te hebben.
Tot mijn verbazing liep Moon naar de deur alsof er nooit wat gebeurd was. Ik sloot de avond buiten toen ik de tuindeur stevig dicht trok, deed het keukenlicht aan, gaf de honden wat lekkers, nog steeds diep van binnen van mijn stuk door het geluid dat Moon had geproduceerd.

De volgende dag was ze een beetje stram. Ongetwijfeld had ze spierpijn. Maar goed, desondanks was haar plotselinge genezing verbazingwekkend. Ik dacht aan de cartoons (op Pinterest en Facebook) van Richard Skipworth waarin hij zo treffend het leven van windhonden en hun "baasjes" weet weer te geven.
We hebben het allemaal wel eens meegemaakt, staat bij deze: