donderdag 16 februari 2012

Afscheid van Karel.


Vroeg is het nog, maar buiten breekt de dageraad aan. Vaag nog. Ik was het me de hele nacht bewust, straks gaan we definitief afscheid nemen van Karel.
Ik heb slecht geslapen, en ik denk dat er meer zijn van mijn familie die daar last van hebben deze dagen. Even laat ik mijn familie in gedachten de revue passeren, ze houden zich allemaal heel goed, nemen goeie beslissingen. Als ik ma bel neemt ze pas na lange tijd op, ze was vast in slaap, goed dat ik haar belde. Ze had slecht geslapen zegt ze, sliep pas sinds vier uur of zo.

Dan slinger ik mijn benen uit bed en stap de badkamer in, zie mijn vermoeide gezicht en de dikke ogen in de badkamerspiegel, stap dan snel onder het warme water. Zelfs deze ochtend denk ik aan de heldere kleuren van Bonnards schilderijen van zijn badende vrouw, terwijl ik me afdroog. Ik ben haar, wij zijn alle vrouwen.

Onhandig bloot (ik wil het grote licht niet aandoen en niet alle gordijnen zijn dicht) kies ik mijn kleren, er is geen twijfel aan wat ik wil dragen tijdens Karel's begrafenis. Ik kies voor een donkerrood t-shirt, en als ik mijn warmste sokken aantrek, paars, denk ik aan Karel's kleurendoofheid. Die sokken hebben we pas nog in Duitsland gekocht, met ons dinsdagclubje, ma, Karel en Hen, en ik.
Ik heb een broche gekregen van Marrie, die was nog van haar opoe geweest. Sterke vrouwen, en ik wil ze beide bij me hebben vandaag, dus ik speld de broche op mijn vest. De halve gulden die ma ooit van opa Schriek kreeg en waar ik een ketting van heb laten maken, hang ik om. Simone's rokje en warme laarzen doe ik aan. Haren met een speld omhoog. Ik kijk in de spiegel, dezelfde dikke ogen kijken me aan, maar ik voel me een stuk beter. Dan leg ik mijn roze sjaal bij mijn jas, voor straks.

De honden schud ik zachtjes wakker, mijn koude handen gaan over hun warme vel, zelfs Jip wil niet van de bank afkomen. Davo verbergt demonstratief zijn kopje tussen zijn voorpootjes zodat ik alleen nog een oortje zie.

Heel, heeeeel eventjes dacht ik: was ik maar hond. Maar dat was echt maar een fractie van een seconde, het leven is goed zoals het is. Misschien wordt het tijd om een liedje te neuriƫn of te zingen, en verdomd, terwijl ik mijn ontbijt klaarmaak hoor ik het mezelf zingen, 'here comes the sun'.