dinsdag 10 april 2012

Klein leed.


Er zijn van die dagen dat er van alles mis lijkt te gaan bij mij, maar vanmorgen zag ik bij de winkels allemaal andere mensen bij wie het tegenzat. Misschien kwam het omdat het nog vroeg was. Een vrouw die zich stootte, een winkelwagentje dat niet uit de rij wilde loskomen, een caissiere die struikelde, maar het sneust vond ik nog de vrouw die een klapkrat vol boodschappen uit haar winkelwagentje wilde tillen.
Het begon goed, ze zette de boodschappenkar pal achter haar auto. Haar zoontje werd gesommeerd te blijven staan waar hij stond, de achterklep van de auto ging open, de autosleutel weer terug in haar zak. Ze haakte haar haar achter haar oren en toen pakte ze de beide uitsparingen in de krat beet, tilde en toen gilde ze. Hard. Alsof ze iets ergs had zien gebeuren. Een aanrijding, een valpartij, misschien had haar rug het begeven? .... nee, ik keek voor alle zekerheid nog even rond, geen rampen, geen van pijn vertrokken gezicht, alleen de bodem van de krat had het begeven. Ze staarde naar de krat, drukte eens op de zijkanten of ze nog naar beneden wilden (met het idee wellicht dat er een wonderbaarlijke herstel zou plaatsvinden) maar zag toen dat de boodschappen al weer een stukje het winkelwagentje in waren gerold en dat de zijkanten echt helemaal los waren van de bodem. Ze trok de afgescheurde delen omhoog, vouwde die op en legde ze in de auto, begon toen al haar boodschappen een voor een in de achterbak te leggen. Haar zoontje was al die tijd braaf blijven staan, en keek.