donderdag 18 december 2014

Kokosnoot


Nu de dagen zo donker en regenachtig zijn vind ik het prettig om de zon in huis te halen via de supermarkt. Ik loop langs de kaki's, vraag me af of de schillen opeten nu wel of niet gezond is |(het internet vertelt er niks over, alleen dat de kaki erg rijp moet zijn), voel voorzichtig aan de mango's, kies zoete aardappelen, kijk of de blauwe bessen niet gerimpeld of beschimmeld zijn. Er is veel te kiezen tegenwoordig.

Ik weet dat het beter voor het milieu is om groente en fruit van het seizoen te eten, maar ik heb last van winterdepressies en ik wil mezelf verwennen, de zon in huis halen.
Nu zag ik kokosnoten liggen. Ik stond er even naar te staren, de laatste die ik kocht heeft liggen verdrogen in de fruitschaal en is uiteindelijk de tuin in gemikt.
Vanmorgen nog hoorde ik dat bijvoorbeeld in Engeland 7 miljoen ton! (dus niet 7 miljoen kilo, nee, TON) fruit per jaar wordt weggegooid, een gedachte die ook even door mijn hoofd speelde. In Nederland zal het wel net zo gaan, ook ik gooi regelmatig groente of fruit weg. Nog erger vind ik het als mensen vlees weggooien. Dieren doodmaken en dan hun vlees weggooien vind ik te erg voor woorden.

Ik pakte de kokosnoot, voelde aan de stugge harde vezels, schudde er even mee, dicht bij mijn oor. Je hoorde de melk erin klotsen. Papa, dacht ik, en ik voelde dat ik glimlachte.
Mijn vader was dol op de markt, kwam vaak thuis met vis, paling en gerookte makreel, of verse schol waar later het hele huis naar rook als hij ze, nadat hij ze even door de melk had gehaald, in de bloem had gewenteld, in de hete olie bakte. Ik stond dan graag naar hem te kijken, hoe hij de vissen schoonmaakte, onder de kraan waste, de pan inmiddels opwarmend. Het is niet moeilijk voor me om hem daar te zien staan, in een trui die mijn moeder voor hem had gebreid, zijn lange lijf gebogen over het lage aanrechtblokje, zelfs al is het al bijna dertig jaar geleden dat hij gestorven is.

Mijn vader nam ook exotische dingen mee van de markt, dadels of vijgen en heel soms een kokosnoot. Die kokosnoot schudde hij dan, als het goed was hoorde je de melk, wat betekende dat de kokosnoot vers was. Maar het was lastig om zo'n ding open te maken. Eerst sloeg pa in de donkere plekken een spijker, en via die spijkergaten werd de kokosmelk er uit 'gegoten'. Gedruppeld is een beter woord trouwens.
Maar goed, daarna moest het ding toch helemaal kapot om de kokos eruit te krijgen. Dat was altijd weer een heel gedoe.
Eenmaal zag ik dat mijn vader, de kokosnoot in zijn hand boven het stenen aanrechtblad houdend, met een hamer een flinke klap gaf. Maar de afstand tussen mijn vaders hand en het aanrechtblad was iets te kort en zijn knokkels sloegen door de klap ongenadig hard op het stenen blad. Direct draaide hij zich naar mij om, een woord gebruikend dat hij nooit in de buurt van zijn kinderen gebruikte.
Het werkt nou eenmaal zo bij mij, als iemand zich zeer doet en daar rare bewegingen of geluiden bij maakt dan schiet ik in de lach. Pa lachte ook, maar iets minder enthousiast zal ik maar zeggen.

Aan die gevechten met de kokosnoot moest ik nu denken, ook hoe ik hem zelf in vredesnaam open moest krijgen, ondertussen de kokosnoot op de band leggend voor de kassa. Wachtend gluurde ik (zoals gewoonlijk) naar de boodschappen van de mensen voor en na me. De ene ging 'wokken', voorgesneden nasi-groenten en een enorme bak met voorgesneden varkensvlees, vla toe.
De ander had supermarktbrood, de rest weet ik niet meer, behalve dat de kinderen die bij die boodschappen hoorden aan hun moeder vroegen: 'wat is dat? mamaaaaa, wat is dat?', wijzend naar de kokosnoot die schommelend een plaatsje opschoof richting kassa. De moeder zei iets, haar spullen in een tas doend, maar ik hoorde niet wat.
 De caissière (achttien jaar, lange haren heel strak naar achteren gekamd en gebundeld in een paardenstaart, grote blauwe ogen zwaar omrand door mascara) keek me aan en terwijl ze sprak trok een blos over haar wangen: 'mevrouw, wat is dit', de kokosnoot omhoog houdend. 'Een kokosnoot' zei ik.
Zij: 'Zo'n ding heb ik nog nooit gezien'.
'Is lekker hoor, als je hem tenminste open kunt krijgen'. Ik betaalde, en ging, hand in hand met mijn vader naar buiten.