zondag 2 september 2012

Ardennen - Hazelworm.


We zijn in de Ardennen, Peet en ik. Zoals altijd ben ik weer verbaasd over het fraaie uitzicht vanuit de tuin bij Ad en Ank. Een vallei strekt zich uit achter de weilanden. Er grazen koeien, een machtige stier wandelt bij zijn harem. Een roodstaartje hipt over het gras, we horen boomkruipers en tussen de dikke klimoplaag die tegen de gevel groeit ritselt het van de mussen.
We drinken kopjes thee, hangen lui onderuit en Peet verzucht ruggelings in het gras liggend een paar maal: ik heb vakantie! ondertussen zijn armen wijd uitstrekkend, naar de hemel kijkend.

De honden hebben het naar hun zin. Davo ligt lui te slapen, hijgt wat omdat het zo warm is. Jip blikt steels naar ons terwijl hij langzaamaan de kring vergroot waarin hij om ons heen loopt. Hij ziet er uit of hij wat van plan is. Als hij een beetje te ver loopt roep ik hem terug, waar hij blij kwispelstaartend gehoor aan geeft, weer bij ons neerploft, om even later weer nonchalant en sloom weg te wandelen, etc. De muizen die hem de vorige keer dagenlang bezig hielden lijken verhuisd, of opgegeten door het hermelijntje dat hier ook huist.

Boven ons hoofd cirkelen regelmatig roofvogels. Heel hoog zien we ze in de lucht hangen, cirkelen, opgenomen door de opgaande warme luchtstroom. Hun mauwende roep vergroot het vakantiegevoel ondanks dat we thuis ook regelmatig buizerds zien en horen.
Soms komt er ook een rode wouw langs vliegen, zijn scherpe silhouet afstekend tegen het door sluierbewolking afgezwakte blauw van de lucht.



Als we met de hondjes gewandeld hebben ontdekt Ank pal voor de voordeur een 'sliertje' in het gras, zo'n dertig centimeter lang, en roept: "Tien, kom eens kijken. Is dat nou zo'n grote worm"? Ik buig me om te kijken en terwijl ik dat doe trapt Davo per ongeluk op de worm, die zich kronkelt en daardoor beter te bekijken is: 'een hazelworm' roep ik (pootloze hagedis), en ik wenk de mannen die net aan komen lopen.
Een slangetje, is het oordeel van de mannen. Ik pak het beestje bij de staart omdat het, verlegen van al die belangstelling, in een muizenhol in de grond wil kruipen en hij is beter af als we hem een stukje verderop in het hogere gras zetten. Hard en stevig voelt het beestje aan, echt als een slangetje.
Het zit al stevig vast in de grond en harder wil ik niet trekken. We laten het maar zo, Ad zet een bloempot over het beestje heen zodat we niet weer op hem stappen, het wordt namelijk al donker.
Een kwartiertje later ga ik kijken, hij is verdwenen.