dinsdag 31 januari 2012

Winter.


Ik heb de pest in en geef de winter de schuld. 's Morgens voel je het direct, de winter is terug en goed ook. Kleumend maar dapper voorthobbelend op de knetterharde akker hierachter lopen de ganzen naar wat gras te zoeken, niet zo blij gakkend als anders. En dat meen ik echt, ze zijn stiller, alsof ze hun energie niet nodeloos gakkend willend opsouperen.
Pareltje staat toch iedere morgen luid mauwend voor de deur, die wil naar buiten, maar ja, zij draagt de
dikste bontjas van ons allen en als ze terugkomt stort ze zich zowat naar binnen.

Voordat ik de honden in de tuin laat pak ik Davo's lijfje warm in in de dikste jas die er is, de jas die van Yardan geweest is en wiens haren nog altijd in de randen zitten verweven. Jip is stoer, die rilt zelden, en alleen hij lijkt van het weer te genieten. Hij draaft door de tuin alsof de harde grond hem totaal niet dwarszit.
Wandelen doen we bijna niet. Op de wegen ligt zout en dat is pijnlijk voor hondenvoeten en door het veld valt niet te lopen omdat je je benen breekt op die vastgevroren kluiten. Afgelopen zondag hebben we met de hele familie (en met Jip en Davo) in het bos gewandeld, het lopen is daar ook moeilijk, maar je hebt tenminste geen last van die snijdende wind.

Dit vind ik de moeilijkste tijd van het jaar, de lente heeft zich al laten zien en dan toch pakt de winter nog even uit met een gemene wind waardoor het lijkt of het 20 graden onder nul is. Vorst is hard en ongenaakbaar, vind je niet? En dan heb ik nog een huis met een kachel, hoe is het dan voor de dieren buiten? Die kunnen niets anders dan zich aanpassen, beetje honger lijden.

Voor het raam staand kijk ik naar de ganzen, ze vliegen af en toe in groepjes op, dalen weer. Zo meteen laat ik de honden even plassen in de tuin, daar schrikken de ganzen van, ze weten niet dat er een hek om de tuin staat. Dus zeg ik het ze: niet opvliegen .... spaar je energie.