Oke, het is al maandag, maar ik moet toch nog even wat kwijt over dat zondagsgevoel. Gisteren ging ik lekker lanterfanten, zoals ik al schreef, wel een half uur lang en met aandacht (lezend in de Happinez). Als ik iets moeilijk vind is het wel de concentratie opbrengen en focussen, wat, volgens de tips die ik opschreef, belangrijk is om niet te verdwalen, op het internet, maar ook in je leven.
Versnipperen en verdwalen, daar ben ik goed in. Mijn docenten op de academie waarschuwden me er voortdurend voor, ik wapperde teveel naar alle kanten. Ik wilde teveel. Terwijl ik mijn schilderijen aan ze toonde praatte ik altijd over wat ik nog meer wilde .... focussen Tineke, zeiden ze dan. Beter één goed schilderij dan honderd middelmatige. Maar ondertussen zeiden ze ook: onderzoek wat je wilt. Snap je het dilemma?
Goed. Ik werd net door het universum teruggefloten terwijl ik weer helemaal op drift was. In plaats van ook op de zondagavond nog lekker te lanterfanten, te genieten van de zondag die dankzij het in het bos wandelen en later koffiedrinken met mijn lieve familie al een leuk feestje was geworden, sloeg ik 's avonds compleet op hol.
Het begon zo. Het was zo'n negen uur 's avonds. Ik zat lekker te lezen, ging thee zetten, liep langs de wasmachine, dacht dat ik hem gelijk wel even aan kon zetten. Liep het huis door om wasgoed te verzamelen, handdoeken uit badkamer, toilet, theedoeken uit de keuken, kortom, alles moest er in, ook het dekbed van de honden .... even later stond de wasmachine aan. Maar er moest ook nog een wasje opgehangen, deed ik dus ook.
Ik was onrustig, knalde om de een of andere reden opeens van de energie, ging naar mijn werkplaatsje, zag de lichtjes die ik gekocht heb om eindelijk eindelijk eens wat met licht te gaan maken. Dat wil ik al sinds de tweede klas van de Academie, ik ging er zelfs voor naar Engeland om daar met Trevor Baylis (bekend als uitvinder van de opwind-radio) te praten. Hij was er niet (hij was het land uit, in Brazilië of zo), zeiden ze in zijn atelier. Thuisgekomen heb ik hem nog geschreven, mijn plan uitgelegd: opwind-nachtlichtje in een doosje. Een soort opwind-speeldoosje, maar dan met licht dat langzaam moest doven. Ik kreeg een brief van hem terug waarin stond dat hij me niet kon helpen, maar dat ik een tijdje stage mocht lopen in zijn werkplaats. Nooit wat mee gedaan. Waarom niet? Weet ik niet meer. Omdat ik mijn opleiding nog moest afmaken waarschijnlijk.
Goed, dit alles schoot door mijn hoofd, ondertussen wikkelde ik een snoer met led-verlichting af die ik bij de Gamma had gekocht, kreeg allemaal ideeën, wilde die opschrijven. Hm. Ik heb al een schrift met allemaal tekeningen met ideeën over verlichting, ik weet hoe het zou moeten worden, maar waar is dat schrift...... ik liep nog te rommelen met de verlichting, bedacht dat ik zoveel plezier heb gehad in het maken van mijn lampen, ooit, toen ik nog in het westen woonde, de lampen van bamboe, kaaslinnen en fietsbanden. Mooi vond ik die.
Ik wilde even naar zolder, daar liggen veel onderdelen van lampen. Mijn voet schoot van de Vlizotrap, de trap waar ik al vaker van ben afgegleden. Ik viel niet, dankzij eerdere ervaringen hou ik me altijd goed vast. Hangend boven het trapgat hengelde ik met mijn voet naar een trede, liep de trap af, boos op de trap. Toch wat geschrokken van mijn bijna-valpartij wilde ik het voor vandaag voor gezien houden, en ik ging de lichten uitdoen in het werkplaatsje. Onderweg struikelde ik over een ethernetsnoer dat ik nog door de verdiepingsvloer moet leiden, maar daar moet ik een gat voor boren. Even later stond ik op een keukentrap, kijkend waar ik het best een gat zou kunnen boren. Er stond een kastje in de weg, daar wilde ik wielen onderzetten, zal ik dat nu gelijk even .....? Nee, mijn boormachine ligt bij mijn moeder, daar moet ik nog een beugel bij een afstapje monteren, maar dat komt morgen wel, focussen, ik zette het kastje opzij, en stond toen even na te denken over wat er met me gebeurde.
Beseffend dat ik op hol was geslagen wilde ik opschrijven wat nu het belangrijkst was, wat ik eerst wilde gaan doen en dat afmaken. Waar is een pen? Keek in de rondte en zag de wielen liggen die onder dat kastje gezet moeten worden. Er hing aan elk wiel een prijskaartje, vastgemaakt met een nylonstrip. Dat wilde ik er alvast even afsnijden. Ik pakte een breekmesje, maar de vergrendeling zat muurvast. Beetje kracht zetten. Rats, de vergrendeling schoot eraf, het mesje schoot naar voren en ik had een snee in mijn middelvinger. De snee liep over het laatste kootje en eindigde bij de nagel. De nagelriem was mooi in tweeën gejast. Het deed geen zeer, en ik keek naar mijn vinger, zag toen een druppel bloed opwellen en opeens liep het over mijn hand en klets, er viel een prachtig rode druppel op de lichte vloer. Snel deed ik een tissue om mijn vinger en terwijl ik naar de badkamer liep dacht ik na waar de pleisters lagen.
Eerst hield ik mijn vinger onder de kraan, wikkelde toen weer een tissue om mijn vinger, anders plakt de pleister niet. Even kijken, getsie, toch nog een aardig wondje. Boven de wasbak goot ik wat Echinaforce over het wondje, dat deed zeer maar het ontsmet lekker. Ik knipte een pleister tot zwaluwstaartje en trok die goed strak over de snee. Zo. Ik liep terug naar mijn werkplaatsje, zocht alle breekmesjes uit mijn laatje en flikkerde ze in de vuilnisbak. Eindelijk de aanwijzingen van het universum volgend deed ik het licht uit in mijn werkplaatsje, zette de waterkoker aan om thee te zetten, en kijk, daar lag de Happinez nog open op het tafeltje. He he, de rust keerde weer.