zondag 8 april 2012

Het leven is als een kinderhemd.


Ik ben nog niet uitgeschreven over mijn verjaardag. Het was namelijk een knettergoeie dag. Hij kwam een beetje moeizaam op gang moet ik eerlijk zeggen, ik was niet echt heel jarig toen ik wakker werd, met dat gehamer van Spreeuw boven mijn hoofd, en wetend dat ik nog veel moest doen voordat de visite kwam, maar naarmate de ochtend verstreek werd ik al jariger.

Mijn vriendin van de damesclub belde het eerst, ik was zelfs mijn bed nog niet uit, ik zat mijn stukje voor mijn blog van gisteren te schrijven, Jip warm in mijn knieholten. Deze vriendin heeft moeite met het feit dat ze al over de vijftig is, dus viert ze elk jaar haar 49ste verjaardag. Dit jaar voor de derde of vierde keer. Het is een goed idee, maar haar idee, dus ik moet wat anders verzinnen tegen het tijdspook.
Ze zuchtte nadat ze het getal 60 een paar maal genoemd had en ik vroeg: je zucht of ik al met een been in het graf sta. Ja, zei ze, en toen moesten we allebei lachen.

Peet belde en zong 'lang zal ze leven' voor me, bood aan nog wat boodschapjes te doen, dat was lief èn heel fijn. Toen belde Maartje, al 32 jaar mijn hartsvriendin, en bij het horen van haar stem schoot ik opeens vol, ik knalde van het houden van, van het liedje dat haar kleinzoontje voor me zong (sinterklaas kapoentje ...), van de kinderstemmen op de achtergrond, van de wijze woorden die Mar sprak. Ik hoop dat ze me vergeeft, maar ik ga het nog vertellen ook.
Eerst hoorde ze dat ik volschoot en vroeg verbaasd: huil je nou?
Ja, piepte ik.
Waarom dan?
Kweetniet.
Zal ik een liedje voor je zingen, dreigde ze, want Mar kan alles, maar niet zingen.
Nee nee, genade, we lachten beiden.
Natuurlijk hadden we het over mijn net bereikte leeftijd. 60.
- Het is wat Maartje, zei ik,
- Ja, het is zeker wat.
- Het voelt alsof ik weer op een drempel sta, en dat er beslist moet worden wat ik met de rest van mijn leven ga doen.
- Ja, dat is ook zo. Het is ook echt heftiger, anders dan als je vijftig wordt. Het vooruitzicht is anders. In het begin gaat het nog wel, als je net over de zestig bent, maar als je dichtbij de zeventig komt, tja, dan ben je toch echt ineens bejaard.
- Oe, zei ik, je maakt het vooruitzicht wel erg.
- Nee, waarom, ik vind oud worden niet erg, het is hartstikke mooi.
- Nou Mar, als ik 's morgens onder de douche sta en ik zie dat gehavende lijf ... dat is niet mooi meer, en ik ben er niet blij mee.
- Ik vind het wel mooi, dat ouder worden, ook m'n gehavende lijf. Iedere rimpel, iedere plooi die ik zie ......... kijk denk ik dan, in die deuken en rimpels zie je de strijd ...... en ik ben er nog, dat heeft dat lijf maar mooi voor elkaar gekregen.
Ik zweeg, Maartje is mooi van buiten en van binnen, altijd al geweest ook.

Later belde mijn andere hartsvriendin Simone en samen met haar vriend Frans zongen ze een stukje uit de Mattheus Passion waarnaar ze gisteren in de Pieterskerk hadden geluisterd. Tenminste, Sim begon te zingen, en Frans la-la-de mee. En behalve dat ze het prachtigste boek dat ze in tijden had gelezen voor mij als cadeau had opgestuurd sprak ze ook de belofte uit dat ze binnenkort komt logeren, nou, wat wil een mens nog meer.

Weer werd gebeld, nicht Greetje, en ook zij zong "lang zal ze leven" met haar wat schorre stem en ronde Rotterdamse tongval, een stem die erg op die van mijn tante lijkt, een lichte heimwee in me losmakend.
Even later werd aan de voordeur gebeld, er stond een man met een enorme doos voor de deur: bloemen van Maartje en Chris. Peet kwam later met zijn cadeau en met bloemen binnen, bloemen van Ankie. Zo ontvouwde de dag zich in mailtjes van veel lieve mensen, veel lieve woorden en bloemen en cadeaus van Henk en Paulo, Hen en Raymond, Har en Marijke, van de buurtjes, en de buurvrouw van even verderop. Al die armen die me omhelsden, al die kussen. Heerlijk.

En, de dag was ook geen doorsneedag. Nog niet echt Pasen, maar veel scheelde het niet, en onze weg was afgezet omdat er een ploegentijdrit voor vrouwen gehouden werd. De naam was de rit vind ik niet echt verheffend of inspirerend: De EnergieWachtRoute Veendam, maar vooruit. Raymond zei dat het een internationaal gezelschap was, met belangrijke renners, rond vijven zouden ze hier langskomen. Enkelen van ons hadden geen zin om mee te gaan, ik wel, al weet ik niets van wielrennen, ik wil alles wat anders is dan normaal meestal wel aanschouwen of beleven.

Ik had mijn fototoestelletje bij me, en op de hoek ging ik op een strategische plek staan, in de tuin van mijn moeder, naast een vrouw die voorzien van een imposante spiegelreflexcamera en getooid in een felgekleurd veiligheidshesje ("Pers") foto's maakte voor de website van radio Westerwolde. Thea. We raakten aan de praat, en toen Thea languit in het nattige koude gras ging liggen om vanuit kikvorspositie foto's te maken, ging ik naast haar liggen, met mijn fotocameraatje. Na het zien van het teleurstellende resultaat besloot ik dat ik beter wat filmpjes kon maken van de renners die om de hoek kwamen scheuren. Voor mijn blog, voor de leut, zoals ik tegen Thea zei.
We lagen daar gezellig samen te kletsen, en af en toe wat foto's te maken, en ondertussen kreeg ik een halve workshop over fotografie. Ik hoopte ondertussen wel dat de renners niet uit de bocht zouden vliegen, want dan zouden wij het haasje zijn (welnee, zei Thea, dat gebeurt niet). Mocht het wel gebeurd zijn, dan zouden we er goeie foto's aan hebben overgehouden.
Thea had het koud gekregen: "een kopje thee zou er wel ingaan, zonder suiker want ik heb al suiker".
Ik schoot in de lach en zei: dat zeg je nogal laconiek.
Ach, er is goed mee te leven, reageerde ze opgewekt, haar priemend blauwe ogen even opzij kijkend, 'het leven is als een kinderhemd ' toevoegend toen ik haar vragend aankeek: kort en bescheten!

Ze liet op het scherm van haar toestel de resultaten zien, goeie foto's, verbeten gezichten van de renners, het afzien was duidelijk.
Mooi! zei ik goedkeurend. Zo naast elkaar liggend en kletsend zei ik dat ik 60 was geworden vandaag, waarop ze me, even op één elleboog rustend, een stevige hand gaf.
Wat later was de batterij van mijn toestel leeg. Stijvig van de kou stond Thea op, liep naar haar auto, bood andere batterijen aan maar die pasten niet in mijn toestel. Ze pakte een tweede camera uit de kofferbak van haar auto, liet zien hoe die werkte en zei: probeer die maar.
We gingen weer op ons plekje liggen en schoten nog meer foto's, en ik voelde een groot verschil met het foto's maken met mijn cameraatje en deze professionele camera, dit had iets spannends, alsof je op jacht bent, maar zonder de ellende. Thea zei het zo: ik ga wel eens op jacht, schiet soms reeën, soms hazen, maar als ik weer naar huis ga leven ze nog. Precies.
Ik had het bijzonder goed naar mijn zin, ik kreeg energie van dat gesprek met die spontane vrouw, van het feit dat ze me zomaar een dure camera in mijn handen gaf om foto's te maken. Weet je wat het is, ik besefte dat ik me net zo jong voelde als gisteren, als vorig jaar, als toen ik 25 was of zo, en dat besef kwam door het ongewone, door het liggen kletsen in het koude lentegras met iemand die ik net ontmoet had. Ha, als het zo kan voelen als je over de 60 bent, kom dan maar op met het leven!