zaterdag 31 maart 2012

Vergeten jeugd.


Ken je dat, dat je het gevoel hebt dat als je niet opschrijft wat je gedaan hebt dat je dan vergeet dat je die dagen geleefd hebt, dingen hebt gedaan die er toe doen?
Van de week zei ik nog tegen mijn vriendin Sim dat kunstenaars enorm egocentrisch moeten zijn, ze lopen over, ze moeten gewoon vertellen. Of je nou boeken schrijft of schildert of wat dan ook, je vindt wat er in je hoofd rondspookt zo belangrijk of mooi dat je daar iets mee moet doen, je wilt het aan de rest van de wereld mededelen. En, je wilt ook niet vergeten worden, je denkt meer grip te hebben op je bestaan. Misschien hoop je zelfs onsterfelijk te worden.

Wij waren afgelopen nacht in een hotel in Sneek. We hadden die avond ergens bij Heerenveen gezamenlijk onze eigen maaltijd gekookt met het team waar Peet mee werkt. Teambuilding en fun.
Na een slapeloze nacht zat ik op het randje van het bed, deed wat oefeningen om mijn lijf een beetje los te maken en had ondertussen de tv aangezet. Half acht 's morgens, maar wat kan het schelen. Een film was net begonnen op 5. About Schmidt. Jack Nickolson. Het eerste wat ik de lome stem van Jack Nickolson hoorde zeggen (mijn armen naar het plafond reikend, duwend tegen de lucht terwijl ik mijn rug voelde kraken) : "terugkijkend op mijn leven mis ik hele stukken, net of ik niet continu geleefd heb".
Ik ging verder, reikte naar de aarde, boog mijn rug als een kat, daarna als een hond en luisterde waar de film over ging. Om de gaten in zijn herinnering te vullen reist Jack na zijn pensionering met een nieuw gekochte camper terug naar zijn geschiedenis, te beginnen bij zijn geboortehuis dat overigens gesloopt bleek.
Het begin van de film deed me verlangen om de rest te zien, maar zowel ons ontbijt wachtte als een rit naar Dronten om mijn fiets wat bij te laten stellen.

Niemand van het gezelschap van de vorige avond was op. De eetzaal was leeg. Wel hadden we vannacht nog sommigen van hen op de gang gehoord, en ik meende dat ik ze een hondje had horen nadoen. Of vergiste ik me? Hoe dan ook, Peet en ik waren bij terugkomst in het hotel direct naar onze kamer gegaan, vooral de jongeren onder het gezelschap wilden nog wat gaan drinken.

Het eten van die avond was lekker geweest, en zondig. Eerlijk gezegd zag ik van tevoren ietwat tegen de avond op, vanwege vermoeidheid en de wetenschap dat we geacht werden aan het kookproces mee te werken.
We begonnen na het nuttigen van wat alcohol, een riskante combinatie overigens met de vlijmscherpe koksmessen, het hete frituurvet of de gloeiende grill, maar goed, we rolden allemaal vrij goed door het kookproces heen. Tijdens het koken besefte ik al dat ik dit weekend af zou wijken van mijn dieetlijstje. Vlees en suiker, alcohol, witte bloem, ik zag veel ingrediƫnten voorbijkomen die ik anders niet of vrijwel niet nuttig. Op een gegeven moment konden we aan tafel, de koks en de bediening deed de rest.

We aten, de tijd verstreek al etend en kletsend. En toen kwam het toetje. Geestelijk verzwakt door de het witbiertje en de witte wijn, ging ik ervoor. Het ijs liet ik staan, maar de lobbige room, de flensjes, de grandmarnier-saus, de witte wijn, dat ging allemaal naar binnen, de zoetigheid zonder meer het lekkerst maar ook het zondigst van mijn maaltijd.
De gesprekken aan de dis waren onderhoudend geweest, tegenover me had een een vrouw gezeten die op vrijwel alles wat ik zei had geantwoord: waarom denk je dat? waar heb je die informatie vandaan? Uiteindelijk bleken we het over veel dingen eens te zijn, maar het duurde even voor we daar achter kwamen. Een boeiende avond. En we rolden allemaal rond elf uur weer wat lacherig, en ik kapot van vermoeidheid in de taxibus. We reden terug naar Sneek. In het donkere friese landschap lagen mooie huizen, glanzende zwarte sloten en meren vervaagden in het duister, soms zag ik lichte vlekken van dieren, veel paarden en oude friese boerderijen. De chauffeur van ons busje heette Fokke en rook naar de sigaretten die hij ongetwijfeld stug rookte als hij niet achter het stuur zat.
Achter Peet en mij grapten de Engels/Amerikaanse teamleden, veel jonger dan wij en nog lang niet moe. Ik luisterde, hoorde hoe ze elkaar aftroefden met grappen en het imiteren van bekende figuren, en ik herkende en voelde opeens hoe snel de jaren waren verstreken, herinnerde me bijna pijnlijk hoe het voelde, dit etaleren van jeugd, van gevatheid. Het zijn de momenten dat je leeft, die je je altijd herinnert, die je niet op hoeft te schrijven. Tenzij je erg veel gedronken hebt natuurlijk, en blaffend door de gangen van je hotel stommelt. Dat vergeet je later liever.