zaterdag 7 juli 2007

Moederhand





Het licht brandde nog toen ik langs het huis van mijn moeder fietste en ik zei tegen Peet dat ik nog even gedag ging zeggen, in de veronderstelling dat mijn moeder morgen naar het congres in Friesland ging. Joehoe roepend stapte ik naar binnen. "Tine? Ik lig al op bed" kwam haar stem dunnetjes ergens vanuit het huis. Ik liep naar haar slaapkamer, en zei dat ik even gedag kwam zeggen. "Waarom dan?", vroeg ze.
Het bleek dat ze niet morgen maar volgende week naar Friesland gaat, een misverstandje. Ze deed bijna verlegen haar haarnetje af, de mooie zilvergrijze haartjes kwamen ietwat platgedrukt tevoorschijn. Klein zag ze eruit. "Nou welterusten dan mam". Het scheelde niet veel of ik had ze nog even ingestopt. "Ja, tot morgenmiddag" zei ze.
We gingen, trokken de deur achter ons dicht en helwit sprongen de buitenlampen aan, onze fietsen scherp uitlichtend tegen de donkerende nacht. Terwijl ik naar huis fietste (de vogels stil nu, van ver klonk nog net hoorbaar de bonkende bassen van een muziektent) dacht ik aan ma, en hoe de moeder/kindrol ongemerkt in de afgelopen jaren was omgedraaid.

Een dag later. Ik was bij ma de hagen aan het snoeien. Onder de veels te groot geworden struiken staand stond ik mijn armen te forceren, telkens een tak wegknippend om die vervolgens weg te slepen naar het gras, zo een pad banend. Wat later aan de thee plukte ik van alles uit mijn haar, spinrag, bladresten, etc.
Er kriebelde wat op mijn rug en ik was bang dat er misschien weer een teek zou lopen. "Ma, zie je wat op mijn rug?" vroeg ik, mijn shirt oprollend. Ze keek, "nee ik zie niks". Opeens voelde ik de zachte moederhand van ooit. Mijn rug herkende die hand. Ze veegde bijna strelend zacht van links naar rechts over mijn blote rug, "nee hoor" zei ze weer, "helemaal niks te zien".
Ik voelde me weer even kind.