vrijdag 30 december 2011

Vismarkt 56, Groningen


We liepen in de stad Groningen, gezellig met een heel groepje familie. Hen, Karel, Kasia, Jeroen, kleine Karel, Helena, Marijke, Har, Peter en Tineke. De zon scheen en er stond een 'fris' windje.
'Als vlooien' (Karel's woorden) liepen we over de markt, voortdurend was er wel iemand van het groepje verdwenen om iets te kopen, of te bekijken, en op miraculeuze wijze wisten we toch continu wie waar was. We aten een visje, kochten wat groente, en liepen ondertussen uit te kijken naar een café waar we koffie konden drinken, maar het was druk in Groningen, de zaken zaten stampvol, en wij waren met een grote groep en een kinderwagen.

Op de hoek van de Vismarkt staat een prachtig pand, restaurant 'Zomers' staat er op, wat al een prettige benaming is. We bestegen de nog altijd fraaie, maar verzakte en gescheurde trap van blauw Belgisch hardsteen en stonden in een brede gang die languit naar achteren reikte. Fraai stucwerk, marmer, oude tegels, grandeur van de zeventiende en achtiende eeuw gewoon onder onze voeten, wat verhabbezakt door de jaren, maar nog altijd indrukwekkend.

De warmte van de restaurantruimte, ooit woonkamer van een rijke familie, sloeg ons tegemoet, net als het gezellige gerammel van kopjes en glazen, de geur van koffie en eten, de snelle voetstappen van de bediening, gelach en gepraat van de tientallen mensen die rond de tafels geschaard zaten. Gezellig. Maar onze groep was net iets te groot om een plaatsje te vinden en we werden door de lange gang naar achteren geleid. Ik voelde onder mijn voeten het scheefgezakte en uitgesleten zijn van honderden jaren bewoning, zag de houten uitgesneden trap, het marmeren fonteintje, de prachtige deuren.

We namen plaats in een wat koele ruimte aan het einde van de gang, zo te zien een voormalige serre of keuken, aangrenzend aan de tuin. We dronken koffie, Helena zat met haar blije hoofdje ons allen te vermaken terwijl ze midden op tafel zat, en de kleine Karel liep met zijn tomeloze energie heen en weer, soms even aan zijn zusje trekkend, lachend, zingend. Die kinderen zijn feestjes, ik kan het niet anders zeggen.

Terwijl we onze jassen weer aantrokken om te gaan vroeg ik aan iemand van de bediening wat de vroegere bestemming van het pand was geweest. Ze wist het niet, behalve dat er een bank in had gezeten, maar, voegde ze er aan toe, 'voor' weten ze het wel.
Ik stapte de gang weer in, keek ondertussen rond en liep richting voordeur, zag daar een jonge serveerster die vuil vaatwerk op een karretje zette. Even twijfelde ik, ze was wel erg jong, maar wetend dat Groningen stampvol zit met jonge studentes stelde ik toch maar de vraag. Wist zij iets over het pand?
Jazeker wist ze dat, haar blauwe ogen serieus in de mijne kijkend: het was een bank geweest.
'Dat hoorde ik' zei ik, 'maar daarvoor, het is vast ooit een woonhuis geweest?'
'Nee', zegt ze, 'voordat het een bank was zat er volgens mij een lampenzaak in'.
Ik lachte een beetje onhandig, en zei 'ach, ik bedoelde de oorspronkelijke bestemming, ik denk dat het een pand van rijke handelsmensen geweest moet zijn'.
"Ja, zei ze, dat bedoel ik ook, en die mensen hebben vast in lampen gehandeld'.
Ik wist opeens zeker dat ze geen geschiedenis studeert.






Vismarkt 56, Groningen.

Groningen, Vismarkt 56, Diep hoekpand van vier traveeën breed, 13e-14e eeuw, verbouwd in o.m. 1565 en rond 1632, 
18e eeuw (gevel)


In het jaarverslag komt ook Vismarkt 56 aan bod, een pand met een bouwgeschiedenis van meer dan zeshonderd jaar. Op zich is zo’n lange periode bijzonder hoewel in Groningen ook panden staan die nog ouder zijn. De bouwgeschiedenis van dit pand is echter zeer opmerkelijk omdat in de eerste helft van de 17e eeuw een verbouw werd uitgevoerd die neerkwam op bijna complete nieuwbouw. De vele verbouwingen nadien voegden steeds weer een verhaal toe aan de boeiende bouwgeschiedenis en van al de bouwfasen is gelukkig veel bewaard gebleven.

Vismarkt geeft geheimen prijs. 

Hervonden Stad 2005 [1957-22633]Hervonden Stad 2005 [1957-22633]
Terwijl de restauratie van Vismarkt 56 nog in volle gang was, vormde het monumentale pand het toneel voor de presentatie van Hervonden Stad 10.
Het pand was daartoe uitgekozen omdat bij de restauratie prachtig achttiende-eeuws stucwerk te voorschijn kwam, dat door Johan de Haan voor het boekje werd beschreven.
Het stucwerk was een van de vele geheimen die het in oorsprong middeleeuwse pand bij de restauratie vrij gaf.
Het hoekpand Vismarkt-Folkingestraat is een van de eerste stenen huizen in dit deel van de stad. In het pand zit metselwerk uit de dertiende of begin veertiende eeuw.
In de zestiende eeuw is het huidige achterhuis aangebouwd, waarschijnlijk ter vervanging van een ouder exemplaar.
Het voorhuis ondergaat in de eerste helft van de zeventiende eeuw een zeer ingrijpende verbouwing, waarbij het pand in elk geval een nieuwe voorgevel, westelijke zijgevel en kapconstructie krijgt.

William McDowell

Waarschijnlijk is voor deze verbouwing verantwoordelijk de Schot William McDowell. Hij wordt in 1614 hoogleraar aan de nieuwe Groninger universiteit.
Drie jaar later trouwt McDowell met een kleindochter van burgemeester Clant, Bernardina van Fritema. Zij betrekken het pand in 1632, vermoedelijk na het eerst aan hun eisen te hebben aangepast. McDowell is dan al geen professor meer maar president van het krijgsgericht.
Doordat McDowells enige kind – Johanna Emilia- trouwt met Ulrich van Ewsum komt het pand in deze jonkersfamilie terecht. In de tijd dat de Van Ewsums Vismarkt 56 in handen hebben, worden er geen ingrijpende verbouwingen uitgevoerd. Dit verandert nadat Rudolf Polman en Johanna Emilia van Ewsum het huis in 1727 verkopen aan dominee Lambertus Bieruma en zijn echtgenote.
Omstreeks 1740-’50 wordt bij een verbouwing in het achterhuis een monumentale trap aangebracht. Mogelijk gebeurt dit in opdracht van dochter Arricia en haar man, dominee Jacobus Fruytier. Zij zijn in elk geval wel verantwoordelijk voor een verbouwing in 1782-’83. De huidige gang en kamerindeling van het voorhuis worden waarschijnlijk dan tot stand gebracht.

Conflict met de stucwerker

Stucwerk in de gang, 1959. Foto: E. Folkers [1785-0068]Stucwerk in de gang, 1959. Foto: E. Folkers [1785-0068]
Het echtpaar Fruytier-Bieruma schakelt hiervoor de in 1775 in Groningen gevestigde stucwerker Johan Bernhard Logeman in.
Deze heeft van het stadsbestuur voor twintig jaar het alleenrecht op het vervaardigen van stucwerk gekregen en gaat in 1782 voor 440 gulden aan de slag aan de Vismarkt.
Hoewel Logeman zijn sporen al heeft verdiend, is Fruytier helemaal niet tevreden over diens verrichtingen. Het gaat de dominee te langzaam en de decoraties zijn niet naar zijn zin. Fruytier maakt dit duidelijk door een deel van het stucwerk met z’n degen kapot te slaan. Het conflict tussen de dominee en de stucwerker loopt zo hoog op, dat de eerste de laatste buiten de deur zet en diens kalk tot metselspecie laat verwerken.
Logeman pikt dit niet en stapt naar de rechter. Deze stelt de stucwerker in het gelijk en bepaalt dat hij de klus mag afmaken tegen de vooraf bepaalde som, maar naar een schadeloosstelling kan Logeman fluiten. Door de rechtelijke uitspraak krijgt Vismarkt 56 uiteindelijk de fraaie gedecoreerde gang en kamerplafonds, die straks weer in volle glorie zijn te zien.

Laatste verbouwing

Vismarkt  56, 1924. Foto: P.B. Kramer [1785-2711]Vismarkt 56, 1924. Foto: P.B. Kramer [1785-2711]
In de negentiende eeuw vindt de laatste ingrijpende verbouwing plaats.
Net als vele andere panden raakt Vismarkt 56 dan zijn topgevel kwijt.
Hiervoor in de plaats komt een lage zolderverdieping met kroonlijst.
Ook de entreepartij wordt dan waarschijnlijk aangepast.
Vanaf 1975 biedt het pand onderdak aan een bank en na de restauratie krijgt het onder andere een horecabestemming.

Occupy-beweging, vuurwerk, vuurwapens en hoop.


Hoezeer ik ook van de oudejaarsnacht hou, van de geur van kruitdampen en vuur, van sommige ontploffingen wil ik graag verschoond blijven, om maar een een mooie ouderwetse uitdrukking te gebruiken. Vandaag stonden er allemaal berichtjes in de krant die over pittig knal- en vuurwerk gaan, van kernrampen tot het inbakeren van je hond tegen vuurwerkangst.

Het eerste berichtje is mijn grootste zorg voor de toekomst. Kernenergie. Het is met kerncentrales niet de vraag of het mis zal gaan, de vraag is alleen: wanneer en waar. Een soort Russische roulette waar de provincie Fukushima niet meer aan mee wil doen. Op Wikipedia lees je hoe vaak een 'incident' zich heeft voorgedaan.

Het volgende bericht ging over vuurwapens. Het schijnt dat heel wat Amerikanen zo tegen de kerst denken: goh, laat ik eens een nieuw wapen aanschaffen. Tja, en dan je huis versieren met lampjes, kalkoen braden, gezellig. Voor mij een scenario van een griezelfilm, ik hoor de muziek al aanzwellen.

Het derde bericht ging over angst bij dieren voor vuurwerk. Veel honden krijgen flink de zenuwen van al dat geknal. Medicijnen geven schijnt zeer dieronvriendelijk, want de spierverslappers doen hun werk tegen het rillen, maar de hond verkeert nog steeds in doodsangst, misschien zelfs nog erger. Inbakeren kan helpen, maar het best is therapie. Als iedere knal een snoepje oplevert, of een spelletje wordt, dan wordt het vuurwerk opeens erg lollig.
Ernaast een bericht van de Partij voor de Dieren die graag zou zien dat vuurwerk voortaan door mensen die er verstand van hebben wordt afgestoken, op een veilige en centrale plek, dat scheelt een hoop ogen en brandwonden, hier en daar een handje of zo. Een zeer goed idee. Het geeft ook rust voor de dieren, want is het niet een vreselijk idee dat door het afsteken van vuurwerk (in het bijzonder door de Nederlanders!) de vogels overal opvliegen, zo massaal dat het via satellieten/radar zichtbaar is? En dat doen wij, wij, die ook braaf onze bijdrage overmaken aan Natuurmonumenten of andere dieren liefhebbende organisaties.
Meer weten over de verstoring van vogels door vuurwerk?:

Vogels vluchten massaal voor vuurwerk
20-12-2011 - Met de nadering van oud-en-nieuw misschien goed om even het artikel van Judy Shamoun-Baranes, Adriaan M. Dokter, Hans van Gasteren, E. Emiel van Loon, Hidde Leijnse en Willem Bouten in Behavioral Ecology te lezen.
In drie opeenvolgende jaren bekeken zij met radar de reactie van vogels op vuurwerk. Het blijkt dat net na middernacht op oude-jaars-avond honderdduizenden vogels op de wieken gaan en zo'n 45 minuten in de lucht blijven. De meeste vogels worden op 500 m hoogte aangetroffen, de grootste concentraties boven weilanden en wetlands, waaronder natuurreservaten, waar ze normaal gesproken rusten en eten.
De verstoring in ruimte en tijd is dus erg groot.
Bron:Behavioral Ecology (November-December 2011) 22(6): 1173-1177 doi:10.1093/beheco/arr102


Het laatste krantenbericht is van ooit Oibibio-oprichter Ronald Jan Heijn, de kop van de titel was: De demonstrant is voorbode van een nieuw tijdperk. Voor degeen die zijn naam niet kennen, Ronald Jan is de vreemde eend in de bijt van de Albert Heijn-vijver. Als schrijver van het artikel noemt hij zich een Occupy-demonstrant, en verdomd, zijn positieve woorden lezend moest ik toch weer lachen, het ogen kostende en vogels verstorende vuurwerklawaai en mijn verbazing over wapens onder de kerstboom werd gesust, en zelfs mijn angst voor de kerncentrale legde lezend het loodje. Er is hoop!