dinsdag 26 maart 2013

De lente van 2013.


De wind lijkt eindelijk iets te zijn afgenomen. Het is bitter koud maar de zon schijnt. Waterig, het is nog vroeg, maar hij schijnt gelig op de struiken, trekt lichte strepen in het gras. De vogeltjes laten weer van zich horen, na dagenlang stil te zijn geweest.

Hier op het platteland is het bitter koud geweest (en nog), zo koud dat de honden niet naar buiten wilden. Wat zeg ik, zelfs de auto wilde niet naar buiten. Het openzetten van de garagedeuren werd onmogelijk gemaakt door de wind, binnen enkele seconden rammelde de wind de deur van de haak en sloeg hem direct met een harde klap weer in de sponning. Stapels stenen voor de deur zetten was het enige dat veilig genoeg bleek om snel de auto naar buiten te rijden.

In de kozijnen ligt een bruine laag stof, want als het hier waait (en droog is) waait de vruchtbare veenlaag die bovenop ligt met de wind mee. Hoe de mensen hier vroeger konden wonen is een groot raadsel. Wat een kou en armoe moet dat vaak geweest zijn.

Wat doe je als het zulk weer is? Karweitjes binnenshuis doen, de kachel hoog opstoken. Dit laatste bevalt de honden wel, maar ja, het zijn dan ook spaanse honden.
Misschien ga ik volgend jaar overwinteren in Spanje.