dinsdag 10 januari 2012

George Clooney


Het sloeg vandaag opeens toe, het verlangen. Ik weet het, het lijkt wat afgezaagd, iedereen houdt van George Clooney, maar toch niet zo als ik. 
De krant lag open op tafel, af en toe las ik een stukje terwijl ik eten kookte. Simpel eten, boerenkool, dus tijd zat om te lezen. Ik sloeg een blad om en daar stond hij, met dat kleine glimlachje om zijn mond, relaxed tegen Jennifer Lopez aan te leunen. Een beetje langer haar dan op onderstaande foto. Opeens verlangde ik naar de tijd dat je als puber ongestraft tientallen foto's van je idolen op de muren van je slaapkamer prikte. Even voelde ik het zoals toen, die dwaze verliefdheid bij het zien van iets onbereikbaars, iets moois. Vroeger waren dat de Beatles, nu sloeg mijn hart even over van George Clooney. 

Later zat ik op mijn knieën te worstelen met een glanzend stofje dat ik op de markt heb gekocht, daar wil ik mijn gordijnen mee verlengen zodat ik geen last meer heb van tocht in mijn werkplaatsje. Ik propte een kussen onder mijn gevoelige knieën, knipte geduldig de stof op maat en dacht weer aan George. Geïnspireerd door het glanzende stofje dacht ik aan zwijmelmomenten die ik nooit mee zal maken. Ken je die scène uit de film Notting Hill dat Julia Roberts samen met Hugh Grant uit een limousine stapt? Hij in een smoking, een rode loper, flitsende fototoestellen van de pers? En dan Julia, een glimlach van oor tot oor, haren opgestoken, uit die auto stappend, ondertussen de fraaie zijden stof van haar jurk bijeen houdend. Ze is gelukkig, met die jurk bedoel ik, want die Hugh Grant blijft een rare slijmbal, zelfs in de film.
Stel je voor dat je zo'n moment in het echt mee zou maken, jong en zonder zere knieën, en dan niet met Hugh Grant maar met George. 
En welja, George zou natuurlijk voor me vallen als een blok, want ik ben erg leuk. 

Om nog maar eens een goed moment in een film te noemen, The Thomas Crown Affair, over een kunstroof, ken je die film? De scene die ik bedoel is deze: Pierce Brosnan ligt naakt op zijn buik in bed, armen ontspannen onder zijn hoofd, op zijn rug ligt de net zo naakte Rene Russo, ze praten. Ik zou de hele film vergeten zijn, was er niet continu die sexuele spanning en zwoele blikken tussen die twee zijn geweest, met als kers op de taart dat moment dat ze beiden ontspannen naakt liggen te zijn. 



Toch, als ik een van die momenten zou mogen kiezen, dan ging ik het liefst met George op pad, ik in zo'n zijden jurk. En ach, nu ik toch aan het fantaseren ben, waarom zou ik dan ook niet even naakt op George zijn rug mogen liggen?



Kerstlichtjes.


Ik zit weer even te lanterfanten, te lezen, en zoals gewoonlijk lees ik in oude woonbladen, gewoon omdat ik ze uit de bieb haal en daar alles wat ouder is. En het maakt mij niet uit, voor mij is mode en interieur, en design tijdloos. Tenminste, als het goed is.

Zelf doe ik niet aan design of 'de laatste mode'. Ik kleed me anders dan anderen, ik kies op gevoel en herinneringen, en zo kies ik ook spullen voor mijn interieur.
Ik heb al mijn hele leven iets met lampen. Daarom heb ik ze lang verzameld, zestiger jaren vooral, maar ook knutselde ik al op heel jonge leeftijd van verschillende onderdelen mijn eigen lampen in elkaar, van wasmachineonderdelen, van oude klokken, en later toen ik op de academie zat maakte ik mijn 'recyclebare' lampen waar ik al eerder over schreef. De verhuizing naar het noorden hebben ze niet overleefd, ze zijn weer opgegaan in de natuur.
Lampen die te koop waren vond ik vaak lelijk, naar designlampen keek ik nog niet om of vond ik te duur en sinds .....nu moet ik even denken, sinds 1990 of zo, ach nee, het was al ver voordat ...... in gedachten ben ik nu in 1985 ........ nou ja, al een lange tijd verlicht ik mijn huis deels met kerstverlichting. Dat leidde vooral in het begin tot verbaasde reacties: "moet je die er niet afhalen"? Nou nee, ik hou van kerstlichtjes, en van mij mag iedereen het hele jaar door een kerstgevoel hebben, en die lichtjes dragen daar voor mij aan bij. Dus. Het ophangen van kerstverlichting begon ooit in de keuken, en altijd altijd altijd vond ik het prettig om het licht aan te doen. Dat is volgens mij ook de bedoeling van verlichting.

Daarna is de kerstverlichting alleen maar uitgebreid, overal vind je bij mij kerstverlichting, in vazen, over spiegels hangend, en tussen balken aan oogjes gespannen. Ikea verkoopt die kerstverlichting ook, maar noemt het anders en is driemaal zo duur omdat de draadjes niet groen maar wit zijn. Nu is er ook led-kerstverlichting en dat lijkt wat duurzamer, warmwit van kleur, maar toch mis is die 'tweng', die sprankeling van dat gelige maar ozo kwetsbare minilampje. Maar ik dwaal af.

Lezend in een "Eigen Huis" van september vorig jaar, kom ik een interview tegen met Wouter Vanstiphout. Hij is architectuurhistoricus, Nederlands eerste hoogleraar Ontwerp en Politiek aan de TU Delft, trots op zijn project Villa de Heerlijkheid bij Rotterdam. Ik lees dat hij niet bang is om de vloer aan te vegen met grote namen, met hedendaagse binnenhuisarchitectuur. De Lotek-lamp, die bijna iedereen in huis heeft, noemt hij zelfs "zuur en belerend in zijn soberheid, een bloedeloze jezuït van een lamp, irritant ding".


Ook de beroemde landschapsarchitecten van Okra vindt hij sterk overgewaardeerd, hun parken waarin gelounged moet kunnen worden op vlonders 'met bamboe in je rug, zelfs al is het een industriële havenkaai' vind hij een 'invuloefening, die tergend goed valt bij gemeenteambtenaren'.
Zijn uitspraken liegen er niet om.

En wat zegt hij op de vraag wat er onmisbaar is in het interieur? Ik citeer: 'een enorme chaos van rondslingerend speelgoed en het hele jaar door kerstboomlichtjes'. Ha, dat vind ik heerlijk om te lezen, Wouter snapt helemaal waar het om draait in het leven.