zaterdag 26 mei 2012

Dakhaas Parel.


Midden in de nacht word ik wakker van gekrabbel op de pannen. Ik wacht tot het geluid verdwijnt, maar het verdwijnt niet. De contouren in de kamer zijn al zichtbaar, door het wijdopen dakraam zie ik de ochtend zich in een bijzonder fraai licht en transparant pruisisch blauw aankondigen. Rothko, denk ik onwillekeurig. Duizelig van de slaap sta ik op en steek mijn hoofd door het gat van het kantelraam. Links kijkend, rechts kijkend, naar boven naar de nokvorst. Niets te zien.
Denkend dat er misschien weer ruziënde duiven op het dak zaten ga ik weer op bed liggen. Dan hoor ik het weer, er glijdt en schuift wat over het dak. Weer kijk ik door het dakraam, maar ik zie alleen in de verte de lichten van de stad, ik verbaas me er over hoe licht het al is.



Dan hoor ik Parel schreeuwen, weer stap ik uit bed en ik loop naar de keuken - 4.04 duidt het klokje van de oven -  en doe de deur naar de tuin open, roep zachtjes Parel's naam. Niets. Dan hoor ik het kippenvel bezorgende geluid van nagels op steen en 'klont', boven mijn hoofd valt er iets op het platte dak van de aanbouw. Parel. Schreeuwend steekt ze haar kopje over de rand en kijkt naar beneden.
Ik loop naar binnen en pak de keukentrap, gelukkig is het een hele grote, maar zelfs als ik helemaal bovenop het hoogste plateautje sta kan ik niet bij Parel, die zich rekt en aan mijn handen snuffelt, maar wel zorgt dat ze niet te dichtbij komt.
Mijn handen trek ik terug en dan komt ze vlakbij de goot. Snel grijp ik haar in haar nekvel waarop ze zich plat op het dak gooit, grommend.

De laatste keer dat ik haar zo hoorde grommen hakte ze gelijk met een nagel een stukje uit mijn kin, net onder het zachte gedeelte van mijn lip. Jaja, een fraai oorlogslitteken hoor ik mijn vriendin Birgit zeggen, maar ik had het toch liever niet meegemaakt.

Het trapje wiebelt een beetje en met een hand hou ik me aan de goot vast, met de andere druk ik Parel misschien iets te stevig tegen het dak. Achter haar zie ik haar voetsporen over het dak lopen, natte kleine glimplekjes als afgewaaide bloesem in het water. Ik denk heel even aan schilderen, aan kleurencombinaties, maar wijt me dan weer aan mijn taak.
Ik wil mezelf blijven vasthouden, maar ik kan Parel niet met één hand zo aan haar nekvel optillen. Daar is ze te zwaar voor, dat doet haar zeer. De wijze raad van de oude mannen die ik ooit in het café in Bolnes ontmoette negerend (altijd één hand voor de baas gebruiken, één hand voor jezelf houden) laat ik de dakgoot los, haak mijn hand onder Parels buik en til haar op, een nog harder gromconcert veroorzakend.
Als ik haar optil en over de goot heen trek (ze slaat haar nagels in de bitumen dakbedekking maar ik trek door) gaat ze hard jammeren, slaat als ik haar over de dakrand trek haar poot uit en haakt zich nog net aan de rand van de goot vast, ze hangt nu in een spagaat tussen trap en goot, boven het gapende luchtledige waar ze zo bang voor is. Ik sta even besluiteloos, durf haar niet naar me toe te trekken omdat mijn gezicht op goothoogte is.

"Laat los meisje" zeg ik. En verdomd, ze laat los, onverwachts wat slap wordend in mijn handen. Dan zet ik haar op het plateautje, net naast mijn voeten en terwijl ze naar de grond springt/rent grijp ik me weer vast aan de goot. Even sta ik daar nog, goddank ongeschonden en opgelucht dat de missie volbracht is. Ik voel de koelte van de ochtend door mijn t-shirt, de wind strijkt aangenaam koel langs mijn blote benen. Onder mijn voeten de gladde koelte van nieuw aluminium. Dan ruk ik mezelf los uit het moment en zie onderaan de trap Jip naar me omhoog kijken, zie zijn ogen glanzen. Ik stap de trap af, trek de trap een beetje opzij maar laat hem buiten staan en ga de keuken weer in. De deur op slot doend, Jip naar zijn plaats sturend denk ik hoe fijn het is dat ik geen koeien hoef te gaan melken, geen geiten of kippen heb, maar dat ik gewoon naar binnen kan gaan, nog een paar uurtjes kan gaan slapen. Ditmaal met de deuren dicht zodat Parel niet weer door het dakraam kan ontsnappen.

Op het internet zie en lees ik diverse gevallen van katten die het dak op zijn gegaan. Soms is er heel wat meer nodig dan een uit de kluiten gewassen keukentrap.