vrijdag 15 maart 2013

Kramp na kneuzing.


Hoe vaak heb ik het de laatste tijd niet gezegd: wat is een mens, twee benen en een pens. Een gezegde dat ik oppikte van mijn vriendin Simone, haar moeder zei het altijd.
De woorden kwamen veel in me op toen mijn vriendin en mijn moeder ziek waren. Het is zo bizar, ik denk dat we fysiek tot veel meer in staat zijn dan dat we vaak denken, sterk zijn, en tegelijk kunnen we zo gemakkelijk stuk gaan. Ik moest weer aan die kracht versus kwetsbaarheid denken toen ik vanmorgen in de vroege zon naar het huis van mijn moeder liep om de groene container aan de weg te zetten. Dapper, maar wijselijk dicht, stonden de tere krokussen in de berm. Gisteren stonden ze net zo, maar in de sneeuw, en toch zien ze er nog redelijk uit. Hoe overleven ze die onverwachte kou?

Dinsdag viel er tijdens het leegruimen van mijn moeders huis een kastdeurtje op mijn voet, goddank had ik zo'n stugge rubberen klomp aan, anders had ik nog veel harder gescholden dan ik nu deed (sorry mam). Marijke kwam direct met een natte handdoek aanlopen om mijn voet te koelen en even later bewoog ik mijn tenen een beetje, wurmde mijn voet weer in de klomp en dacht dat het allemaal wel meeviel. De hele middag heb ik alleen maar een gevoelige voet gehad, niks om je echt zorgen over te maken.
Terwijl ik tegen sluitingstijd richting gemeente scheurde met een kar vol afval stuiterend achter de auto, viel het me op dat mijn voet toch wel zeer deed, al koppelend. Bijna liet de beheerder van de stort ons niet meer binnen, het was vijf voor vier en om vier uur gingen ze dicht. Aan de andere kant, we waren op tijd. Mopperend en een andere uitgang wijzend (hij ging weg en deed de poort op slot) liet hij ons uiteindelijk toch nog toe.
Mijn broer en ik gooiden zo snel als we konden de gesloopte kasten in de containers, blij dat de dag er op zat. We gingen naar huis.

Rond zes uur maakte ik broccoli en vis in een rode saus klaar. Ik gaf gelijk de kat en de honden eten en ging met mijn bordje op schoot bij de tv zitten. Zo lang ik daar zat merkte ik nog niets maar op het moment dat ik wilde opstaan voelde ik direct een gemene pijn in mijn voet. Het uitdoen van mijn sok was al heel pijnlijk. Tenen bewegen ging veel moeilijker dan vanmiddag.
Mijn vriendin Sim belde en zette me aan op een zoektocht naar een tube Arnica, die ik gelukkig vond tussen de tubes van mijn moeders huisapotheek. Ik smeerde, en smeerde, heel zachtjes ondertussen de voet  masserend. Het hielp zo te voelen helemaal niet ('ja had ook direct dat spul erop moeten doen', had mijn vriendin al streng tegen me gezegd).

Kortom, mijn voet deed die avond en nacht zo verschrikkelijk zeer dat ik me geen raad wist. Mijn voet was in een kramp geschoten, tenen stonden verkrampt wijd uit en mijn voet was witheet. Ik heb dit eerder gehad, maar zo heftig was het nog nooit geweest.
Uiteindelijk zat ik als een kind te janken van de pijn, en schoof langzaam, op mijn gat zittend, richting slaapkamer, mijn voet omhooghoudend of het een gewond vogeltje was dat bij ieder schokje kon sterven, hees mezelf in bed en ging liggen, ervoor zorgend dat er geen dekbed op mijn voet rustte.

De pijn hield aan, de uren verstreken traag en het was nog vroeg in de avond, acht uur, negen, tien. Ondanks dat ik in bed lag werd ik steeds kouder, de kramp hield aan, het rillen werd schudden en uiteindelijk ging ik klappertanden. Nu wilde ik de dokterspost bellen, maar de gesprekken herinnerend die ik met hen had tijdens ma's ziekzijn, realiseerde ik me dat ze zouden zeggen: 'neem maar een pijnstiller en ga morgen naar de huisarts'.

Het laatste dat je wil met pijn is jezelf verplaatsen, maar uiteindelijk dwong mijn blaas me tot aktie. Ik liet me uit bed zakken, schoof naar de badkamer waar ik me ophees aan de wc/wasbak. Mijn voet zag er niet goed uit, vond ik, de tenen stonden raar wijd uit. Ik dronk wat water en nam paracetamol in, trok een badjas aan over mijn kleren omdat ik nog steeds heel koud was en schoof daarna weer op dezelfde wijze terug naar mijn bed. Hierna heb ik een paar uur geslapen, en om drie uur werd ik wakker, schoof weer op mijn gat naar de badkamer, ragde snel even met een tandenborstel over mijn tanden en schoof weer terug naar bed.

Ik sliep niet meer, maar merkte dat mijn voet niet meer verkrampt was, de ergste pijn was weg. Ik kon nu wat beter nadenken, besefte dat ik de honden niet had laten plassen die avond, dat ik met mijn vuile werkkleren in mijn bed lag, en dat ik ook nog een badjas aanhad. Rond zeven uur bewoog ik mijn tenen voorzichtig, dat ging, al zag mijn voet er nog raar uit. De kramp lag nog op de loer, voelde ik aan de nog steeds verstijfde spierplaat onder mijn voet, en ik schoof voorzichtig naar de huiskamer waar de honden lagen te slapen, schudde ze wakker en liet ze de tuin in om te plassen. Toen ze weer binnen waren ging ik weer naar bed.

Op het internet vond ik later de verklaring voor de pijn. Spieren kunnen in een kramp schieten door een ongewone houding, of door kou, maar ook door een trauma, een kneuzing van de weke delen. Remedie: een paar dagen rust houden, doorbloeding helpt de kneuzing genezen.
Ik lag er over na te denken terwijl ik in een warm bad lag, al ver in de ochtend. Alle keren dat ik dankzij een kneuzing spierkramp heb gekregen kan ik me herinneren, alleen had het deze maal veel langer aangehouden dan ooit. Had ik de pijn vannacht een dikke 9 gegeven, nu was het gezakt naar een 2. Mijn voet zat er 'oud' en pijnlijk uit, maar ik kon er weer redelijk op staan.




Ik hield me de hele dag rustig, las in mijn boek terwijl op de achtergrond de tv tetterde. Met mijn nordic-stokken hobbelde ik alleen door het huis als het echt moest, en later op de dag durfde ik weer een beetje normaal te lopen. Mijn zus en broer belde hoe het met mijn voet was en of ik niet toch even een foto moest laten maken, maar het voelde al zo'n stuk beter. En ik lag regelmatig in bad als ik ook maar vermoedde dat de kramp terug kwam. Ook donderdag hield ik me rustig. Een vriendin kwam een bosje tulpen en chocolade brengen en dronk gezellig een kopje thee met me. Kortom, het ging goed.



Opeens is het vrijdag. Vanmorgen liep ik al vroeg naar het huis van mijn moeder om de groene container aan de weg te zetten, langzaam, want mijn voet voelt nog niet goed aan. De dappere krokussen stonden in het vroege strijklicht van de opkomende zon, het was koud maar er stond geen wind. Heerlijk stil weer.
Ik herinnerde me gedeeltes van een liedje dat ik gisteren tijdens al dat gehang voor de tv hoorde: de boodschap: geniet van het leven, het duurt maar even.