donderdag 21 juni 2007

De vliegenvanger



Tijdens de ochtendwandeling raasde er links op het veld een trekker ons tegemoet, alle wilde planten in een oogwenk omleggend. Een treurig gezicht. De man die de trekker bestuurde groette vriendelijk, een grote hand vaag zichtbaar achter het vuile raampje van de trekker. Freddie keek niet op of om, liep zijn gestage gang een beetje sneller toen de trekker langs ons raasde. Fred. Als ik in staat was geweest even zijn oortjes dicht te houden, had ik het gedaan. We waren snel voorbij de takkeherrie, ik even op de fiets rijdend over het bulterige gras totdat ik ver genoeg van het lawaai was. Fred hijgde een beetje. Drukkend weer zoals ze dat noemen. De steekvliegen waren ook op prooi uit. Ik flatste af en toe wat plat, geen sorry zeggend. Mijn gesprek met de dieren beperkte zich vandaag tot het succes wensen aan een kikkertje dat zo klein als hij was (zo groot als een spinnetje) moedig de oversteek maakte over het fietspad. Waarheen gaat zo'n kikkertje dan? Weg van de sloot? Ik dacht nog even na, over de willekeur van leven en dood, over een nietig kikkertje. Laag over de velden scheerden de zwaluwen, onder een bewolkte hemel. Het graan gaat kleuren, langzaam komt het goud door.
Het dode muisje lag nu aangevreten op het pad, hoofdloos. Thuisgekomen zag ik dat de vliegenvanger weer af en aan vloog naar zijn nieuwe onderkomen.