maandag 19 augustus 2013
Ta-ies - leven als God in Frankrijk.
Gisteren reden we vanaf de camping in Miannay, ergens aan de Somme (Picardiƫ), richting de Dordogne. Daar woont een zus van Peter. We reden om beurten, Peet en ik. Een miezerig regentje viel en de lucht was dik en grijs. De ruitenwissers zwiepten traag over de ruiten, wij vermaakten ons met het afkeuren van foute modellen auto's (te rond, te veel bulten, te veel opsmuk, of foute kleur), en het bekritiseren van de rijstijl van de soms zeer roekeloze Fransman.
Halverwege brak een dun zonnetje door en sloeg de file toe. Rechts boven ons hoofd vloog parallel aan de rijksweg de traumahelikopter. Ik zette de motor uit, maar na een paar minuten reed de hele rij toch een klein stukje door, en nog een stukje ..... We sukkelden zo een ruim uur verder.
De navigatie vertelde dat er voor ons zo'n 6,6 km file stond, dat er over 300 meter een afslag was die we moesten nemen. Dat deden we. In dezelfde slakkengang reden we in de richting van de afslag (aan het eind van de afslag waren 'tolhuisjes' waardoor het eindeloos duurde voordat het verkeer van de afslag af was). Traag op de afrit rijdend zagen we links van ons dat de mensen die nog op de weg in de file stonden, inmiddels naast de stilstaande auto's hun gemak ervan namen. Ze hingen op de auto's, op de vangrail, en zelfs zal ik mensen tuinstoeltjes uitklappen in de berm en met elkaar een glaasje bier opentrekken, of lieg ik dat laatste? Nou, in ieder geval zag ik dat die verbroederende sfeer was ontstaan die tussen vreemden soms ontstaat als je ze in een dergelijke situatie gevangen zitten.
Wij kropen voort tussen de dringende auto's waarin geagiteerde Fransen en Hollanders in de richting van de betaalautomaten. 17 euro telden we uit, en we kregen geen korting omdat we 70 minuten ongewild op die tolweg hadden moeten blijven.
Later dan we wilden reden we uiteindelijk hier de heuvel op waar Anja, de zus van Peter woont. We stapten uit en werden blij begroet door Anja en het groepje vrienden dat er op bezoek was. Het eten stond klaar, een tafel naast de appelboom stond gedekt, de zon zakte en de kandelaars werden aangestoken.
We aten, de dag werd besproken, de reis, de overeenkomsten van het wonen in Frankrijk op het platteland of in Groningen. Er is niet zoveel verschil, zij het dat de omgeving hier natuurlijk prachtig is.
Het was al laat toen we in onze camper ons bed opmaakten.
'sNachts riep de uil en hoestte een koe in het weitje naast de camper. De krekels krekelden onvermoeibaar de godganse nacht. Rond twee uur moest ik plassen en hurkte in het gras in het mysterieuze licht van de bijna volle maan.
Toen de dag aanbrak keek ik door het gazen raampje van ons daktentje en zag dat de lucht nu ook hier dicht bewolkt was. Ik liet mijn benen uit ons hoge bedje glijden, stapte op de voorstoel van de auto, liet de zijdeur van de auto openglijden. Er lag een hond naast de auto. Hij kneep de ogen wat toe, slierte een tong over zijn neus en kwispelde, allemaal goeie signalen. Ik hurkte naast de hond neer en trok mijn vingers door de stugge droge vacht. Ik dacht aan Jip en Davo, die bij Verie en Reitze logeren.
De hond rolde op zijn rug, nog steeds kwispelend. Een kip kwam aanlopen, ratste met de pootjes in het droge gras.
Onder mijn blote voeten knisperde het droge stugge Franse gras, de lucht was schoon en het was weer opmerkelijk stil. Alleen een duif koerde in de bomen. Geen zwaluw te zien of te horen. Geen enkel verkeersgeluid kwam aangewaaid, geen geluid van gonzende insecten, niets. Alleen de wind liet de bladeren van de bomen ruisen. Aan het einde van de tuin stak net boven de heg een fraai vergezicht uit, wat daken tussen het groen in de vallei in de verte, en zover het oog kon kijken was de lucht dicht bewolkt.
De hond huppelde weg en kwam met een takje terug dat ze voor mijn voeten neerlegde. Later zou ze weer terugkomen met een enorm bot, een dijbeen van een koe waarschijnlijk.
Ta-ies is de naam van de hond, Thais dus eigenlijk. Het is de hond van de buren, vertelde Peet's zus toen ze even later, ook blootsvoets, aan kwam lopen in haar nachtpon en in het Frans tegen de hond sprak.
Weer zaten we aan de tafel bij de appelboom, ditmaal om te ontbijten. Thee werd in grote kommen geschonken. Thais werd naar huis gestuurd en wij aten. De bewolking versnipperde en de zon brak door.
Abonneren op:
Posts (Atom)