woensdag 28 juni 2017


Ik zit veel te lang te kijken en te lezen op FB, vooral kijkend naar al die dieren die liefdevol zijn geadopteerd (traantje nu en dan wegpinken), of juist nog een baasje zoeken (weer een traantje wegpinken).  Iemand was opgevallen dat haar honden heel vaak hetzelfde liggen, synchroon zeg maar. Dat is bij mij ook zo, ik maak er al jaren foto's van, en soms een filmpje. Helemaal onderaan vind je een youtube-filmpje van mijn favoriet: een soort yin yang-vorm, gespiegeld. Jip en Davo. 

Dit is het verhaal van Davo. Jip had ik al een tijdje, was niet goed in het alleen zijn. Een vriendinnetje kwam logeren, ook een spaanse vluchtelinge, Viva, een picardisch herdertje. Bijna zes weken lang was ze hier, haar baasje zat in India, was bedroefd geweest toen ze haar hondje hier achter liet. Viva echter, liep nadat ze hier was gebracht eens heen en weer in huis, en ging met Jip lopen dollen. Het baasje was snel vergeten. Een mooie winter. Ik heb allerlei foto's van de honden, dollend in de sneeuw. Ze lagen nooit synchroon, maar wel bij elkaar in de buurt. Viva ging uiteraard weer terug naar haar eigen baasje, het was ontroerend mooi om hun hereniging te zien. Viva kroop op schoot, nestelde zich in baasjes armen. Ze vertrokken, Jip was weer alleen. Er was een kat, maar die telde wat hem betreft niet mee.  

Jip en Viva 

Ik gaf me op als vrijwilliger bij Prozus om een wat ouder hondje op te vangen totdat hij een vast adres zou krijgen. Dat zou ook leuk zijn voor Jip nu hij weer alleen was. We gingen Davo ophalen in Noord Holland. Daar kwam de bus. Overal mensen die een hondje kwamen ophalen. Veel vrijwilligers. Een hal waarin de honden veilig konden worden uitgeladen. 

De achterdeur ging open en ik zag hem al staan: Davo, een magere pierewiet, zijn staartje ging heel voorzichtig een beetje heen en weer. Na het uit de bench tillen ging hij wijdbeens staan: wat een grote plas kwam uit dit kleine lijfje. Natasha van Dam van Prozus zei: "windhonden zijn zo schoon, die plassen niet waar ze liggen". Dat vond ik zowel mooi als hartbrekend. 

We namen hem mee naar huis. Davo had wat gegeten en gedronken, en hij vlijde zich in onze auto uit, sliep. Ik nam foto’s van zijn magere lijf, dof en schilferig stak zijn vacht af tegen de glanzende vacht van Jip. Thuisgekomen durfde hij niet in huis te lopen. Hij tastte wat met zijn pootjes naar de vloer, maar bleef met zijn kont tegen de deur staan die ik net achter hem kon dichttrekken. Wij aten patat, hij piste tegen een doos met hout. Zo stonden de zaken er dus voor. Met rundergehakt lokte ik hem door het huis, ook daar heb ik nog een filmpje van. 



Hij was niet mooi, vriend Peter noemde hem ‘Scrat’ (van Ice Age). Het was een clowntje, ondanks zijn slechte rug, de rib die naar binnen gedrukt zat, de pootjes die alle kanten op gingen als hij liep, maar overduidelijk was zijn blijheid. Het bleek een viespeuk, hij at alles op wat hij buiten tegenkwam, dode muizen, konijnen kadavers, rotte vis, in het begin zelfs zijn eigen kak. 

Ik veegde als hij sliep met een doek over zijn vuile vacht, waarbij de aangekoekte haren van zijn oren en neus loskwamen. Nu was hij nog lelijker, maar ik ging telkens als hij sliep rustig strijkend verder. Zijn tanden leken een verloren zaak. Hij stonk vreselijk. Toen ik met mijn nagel wat druk gaf op de klonten tandsteen braken vrij gemakkelijk hele stukken af en bleken er witte tanden onder te zitten. Op een grote kies na, die was aangetast. Twee maal was er iemand die met hem wilde kennismaken, Davo wellicht een permanent thuis kon bieden, ik besloot anders, vond dat dat permanente huis maar het mijne moest zijn. 


Maar hij mankeerde nog iets, Davo gilde nu en dan bij het opstaan. Een hernia zei onze dierenarts. Hij lepelde de mogelijkheden en de kosten op, narcoses, MRI, operatie, herstellen, 3000 euro. Daar schrok ik van, niet zozeer van het geld, maar wat een ellendig vooruitzicht voor een al getraumatiseerd dier. Het voelde niet goed. 
Mijn vriendin Simone tipte me: ze was ooit met haar Pim (die een nek-hernia had)  naar een ortho-manueel arts gegaan in Noorden. Tegelijk tipte Natasha van Prozus dezelfde naam, dit kon geen toeval meer zijn. 
Er volgden jaren van regelmatig naar de arts (dr. Aharon, kreupeldier.nl)  om zijn rug recht te laten zetten. Na een behandeling liep hij telkens als herboren daar de deur uit. Ik ging met Davo hardlopen om hem sterker te krijgen (als alternatief voor een hormoonpreparaat). Dat lukte allemaal. Hij werd sterk, en mooi. Zijn vacht had weer kleur, zijn oren en neus prachtig getekend en zacht als fluweel.





Hij was herboren. Totdat hij door een herder in zijn flank werd gebeten, in het tere deel tussen ribben en heup. Nadat hij uit de dierenkliniek kwam (hechtingen, medicijnen, drains etc.) was hij geen clowntje meer. Het leek of hij de moed had opgegeven. Hartbrekend om hem met zo’n droeve blik op de bank te zien liggen in zijn post-operatie hemd. Ik besloot om hem mentaal op te krikken, naar het strand te gaan, vond een huisje op Terschelling (of was het Schier?) waar honden welkom waren. We liepen steeds langer over het strand en Davo werd weer het blije clowntje van voor het bijtincident. Zelf peuterde ik de hechtingen uit zijn lijfje (hoe en wat had mijn zus me geleerd, ging trouwens heel gemakkelijk). Er was weer een horde met succes genomen.






Maar het bleef een kwetsbaar hondje. Hij had al staar toen hij uit Spanje kwam (of, opperde dr. Aharon, gezien de rest van zijn fysiek, misschien heeft hij bij een aanrijding hersenletsel opgelopen), in ieder geval: hij werd rap blind. Ik besloot hem extra te gaan verwennen, wist dat hij dol was op vis, (voor een volgens hem nog goed eetbare dode vis ging hij zelfs 's winters het water in), kocht een kleine vriezer en bestelde regelmatig 10 kilo makreel via de groothandel. Eerst sneed ik de makreel nog in stukken, maar later gaf ik ze heel. Davo was namelijk net een aalscholver, hij kauwde amper, werkte de vis in een paar seconden naar binnen, keek me dan met die oude ogen aan, kwispelend met dat rattenstaartje van: krijg ik er nog een? Vier en een half jaar Davo-wel en wee vlogen zo voorbij. En Jip? Jip was verliefd, ze lagen altijd in elkaars armen. Jip blafte nooit meer als ik even weg ging, ging lekker bij Davo liggen tot ik terug was. Alleen als de telefoon ging, zo vertelde de buren, dan joelden ze allebei tot de telefoon weer stil was.


Maar aan alle goede dingen komt een eind. Davo werd heel gammel, zijn pootjes werden zo zwak, en dr. Aharon zei: "ik kan niet veel meer voor hem doen. Het wordt zielig. Je moet hem gaan ondersteunen met een ‘broek’, of je moet hem laten gaan". Ik koos voor de broek, ging droef naar huis. Thuisgekomen kon ik niet slapen: Een galgo met een broek! Moest hij zo, met pijn en ondersteund door een broek zijn laatste dagen in gaan? Ik nam de volgende dag de honden mee naar ons favoriete uitlaatgebied, tilde Davo (kwispel kwispel) uit de auto, keek toe hoe hij half omviel toen hij plaste, wat later bijna in zijn eigen ontlasting zakte van zwakte. Ik kwam thuis en belde de dierenarts: Davo mocht gaan. Het was mooi geweest. 
Uiteraard is die laatste beslissing voor een hond die je zo lief is, het voor God spelen het zwaarst. De verantwoording om te kijken en te beslissen wat nog dier-waardig is is vreselijk zwaar. Maar ik was gesterkt door dr. Aharon, dat scheelde.

Davo ligt in de tuin begraven, naast Fred. De tuin overwoekert daar alles, maar toch rij ik rond de graven altijd een rondje met de maaier, rondom de buxus die hun graf markeert, langs Freddies grafsteentje waarop de woorden: "1995-2008, Fred, feest op vier pootjes". Voor Davo koos ik de grote hartvormige steen die ik uit BelgiĆ« had meegenomen, gekregen van een vriend. 
Anderhalve maand later kregen we de tip dat Moon's adoptie weer mislukt was en we reden na een weekeindje uit naar haar opvangadres, vielen als een blok voor haar. Jip was nog buiten, zag me met Moon aan komen lopen en jammerde het opeens uit, waar ik erg verbaasd over was, maar hij viel stil toen hij de onbekende hond zag, zijn staart zakte weer, z'n kop zakte. Mijn vriend en ik schoten vol, we beseften door Jip’s reactie dat hij even moet hebben gedacht dat ik met Davo aan kwam lopen? Tja, je denkt (of hoopt in ieder geval) dat honden geen gemis kennen, maar ondertussen. 

Massa’s foto’s heb ik van Davo en Jip, synchroon liggend of gespiegeld. Moon werd snel geaccepteerd door Jip (al is het niet hetzelfde), en net als Davo lijkt ze het leuk te vinden om gespiegeld of synchroon bij Jip te liggen. Nu zijn er drie honden, dat wordt vast wat lastiger qua synchroon liggen, maar als ik het zie, zal ik foto’s maken. 


Davo en Jip, bij mama in de keuken, een paar maanden na zijn komst: