zondag 30 augustus 2015

Een Parel


Het is een heel stille zondagochtend, vochtig met belofte en geur van herfst. Het gras buigt zich glanzend van de dauw, de spinnen zitten roerloos in hun web, er zit nog slechts een enkele bloem in de flox - de augustusbloeier.

Nog in mijn pyjama liep ik rond zeven uur de tuin in, deed één tuinhandschoen aan, pakte een emmertje en ging naar de moestuin. Daar zaten ze verdorie weer, de vette bruine slakken, zich tegoed doend aan de tere bloemen van de courgette- en pompoenplanten. Gisterenmorgen raapte ik honderden naaktslakken, vanmorgen bleef het bij een stuk of zestig. Slechts een tiental huisjesslakken vond ik, bijna zo groot als wijngaardslakken.

De slak is een leuk diertje, rondsjouwend met een huis, maar naakt is het net een bewegende drol, of ben ik nu racistisch? Hoe dan ook, had ik jaren geleden overlast van huisjesslakken (ze vraten zelfs de kitnaden kapot van de ramen en deuren, de kalk van de muren in mijn huis, duizenden slakken ving ik, het geluid van over elkaar schuivende huisjes in mijn emmer is me lang bijgebleven), nu zijn het naaktslakken die mijn moestuin continu belagen. Ook de prei- en boerenkoolplantjes die ik van mijn lieve buurman kreeg en die ik zorgvuldig plantte en van water voorzag werden in één nacht verorberd. Ik ben een zacht ei. Geen dier zal ik willens en wetens doodmaken, tenzij het een vlo of teek is. Of een regendaas. Maar de slakken kon ik niet langer laten begaan.

Misschien ben je het inmiddels vergeten dat ik hierboven de naam van mijn katje typte. Parel. Een katje waar te weinig aandacht aan wordt besteed. Honderden foto's zijn er van de honden, van Parel slechts enkele. En op die foto's slaapt ze, want ze houdt niet van foto's maken. Het is of ze denkt dat ik via een foto haar ziel wil stelen (zoals men vroeger soms dacht). Zodra ik aandacht aan haar besteed, kom ze in beweging, drukt harde kopjes tegen mijn benen, en is weg, de korte staart als een antenne van een botsautootje strak naar de hemel gericht. Ze houdt van schone bedden. Zodra ik mijn bed verschoon komt ze aangelopen, springt op bed, loopt even rond met haar vuile pootjes en vleit dan haar zanderige buitenlijfje op mijn kussen. Je begrijpt, onze verhouding staat soms op gespannen voet. Naast het feit dat ze ontelbare malen op mijn bed ligt, stuurt ze me alle kanten op, schreeuwt als het raam dicht is dat ze binnengelaten wil worden, schreeuwt als ze eten wil, duwt kopjesgevend mijn handen en armen alle kanten op als ik op mijn rug mijn buikspieroefeningen lig te doen. 's Morgens eist ze een deel op van de verse vis die de honden krijgen, maar ook van mijn yoghurt wil ze een deel.
Het is een nerveus katje. Als het onweert kruipt ze onder de kast, als er landbouwverkeer langsdendert is Parel al lang van te voren in huis of in de garage gevlucht. Ze is een overlever met een sterke wil.

Vanmorgen liep ze met me mee de tuin in, ze geeft niet om wat nattigheid. Terwijl ik slakken raapte keek zij met haar gelige ogen naar de lucht en staarde naar het gras waar zij muizen vermoed. Voor het eerst schoten me woorden te binnen voor de kleur van haar vacht. Je kan namelijk gewoon zeggen dat het een lapjeskat is, maar haar vacht heeft ook strepen en die gaan over van rood naar zwart of grijs. Haar vacht voelt ook nog eens dik en zijdezacht aan, maar dit terzijde.
Nee, het was dit. In haar vacht zag ik opeens de zomer. Stel je voor dat je op een terrasje zit, onder grote bomen. Het is een warme dag. Het gebladerte werpt dankzij het schaduwspel fraaie patronen op het plein, bijna als een tapijt. Als er een tijger onder die bomen lag te slapen zou je hem niet zien, zo speelt het licht met de schaduw. Die tijger is onze eigen Parel, inclusief haar schijnbaar slome maar in een fractie van een seconde weer naar prooi zoekende heldere ogen. Haar vacht is het plein en de zomer. Zie je het ook? Ik hoop dat ik daar aan kan denken als ze weer eens met haar vuile pootjes over mijn bed loop.

Mocht je je nog afvragen wat ik met al die slakken doe..... die zet ik in de tuin van die nare buren. Of ik verdrink ze. Of ik strooi er zout over. Nee, dat lieg ik allemaal. Het zijn tips die ik heb gekregen van mensen die even waren vergeten hoe waardevol en bijzonder het leven is. Al het leven. Nee, ik bracht de slakken naar mijn vogelbosje, legde zelfs een aangevreten courgette en wat appeltjes bij ze neer. Niet omdat ik bang ben dat ze niets te eten hebben, maar omdat ik weet dat ook een slak een prima geheugen en gevoel voor richting heeft.