Een grijze dag. De buurvrouw en ik wandelden korter dan normaal, zonder honden, ik heb last van een knie, zij heeft net griep gehad. In de heiige velden zagen we reeën grazen, paarden dollen, schapen lui liggend gras eten. Samenvattend een grijs/groene wandeling.
Laat in de middag kocht ik in Winschoten een wit led-lampje om aan Fred's halsband te hangen, ik hoop dat hij dan 's avonds weer een beetje kan zien waar hij loopt.
Terug naar de auto lopend zag ik een zware man aankomen met vier slanke greyhounds die sloom naast hem liepen, hoofden bijna verveeld naar de grond gericht. Een zwarte, een bruinzwart gestroomde, twee bruine. Ik herkende de man, herinnerde me een eerder gesprek met hem, zei gedag en aaide de grote honden, die, nu ik Yardan in huis heb, helemaal niet meer zo groot leken. Dikke billen, erg dikke billen. Zacht vleide een van hen haar bruine hoofd in mijn handen, likte het wondje aan mijn wijsvinger, wat ik eigenlijk wel goor vond. "Gaat u haring voor ze halen?" vroeg ik, opkijkend van donkeromlijnde goudbruine hondenogen naar fletsblauwe oude mannenogen. "Nee" zei de man, en toen wat verbaasd: "het is toch geen dinsdag?". Nee.
Terugrijdend naar huis in het afnemende licht, brak laag boven de horizon opeens nog even de zon door, lange gele strepen leggend over de donkere velden.
donderdag 13 december 2007
Abonneren op:
Posts (Atom)