woensdag 4 april 2012

Oud Rotterdam - Katendrechtse Lagedijk.


Van mijn oude buurjongen Bas, wie ik dankzij het grote wonder dat internet heet na vijftig jaar heb teruggevonden, kreeg ik wat getekende plaatjes toegestuurd van de molen die ooit aan de Katendrechtse Lagedijk stond. Hij is gesloopt eind vijftiger jaren.
Mijn moeder is geboren en opgegroeid in Rotterdam Zuid, die weet alles, ALLES. Als ze praat over Rotterdam Zuid is het of ze elke stoeptegel kent, tenminste, die stoeptegel van toen. Ze praat over Charlois ooit met weilanden en boerderijen, de wegen soms nog zandpaden. Ze zag half Zuid gebouwd worden.

Als ik terugdenk aan mijn vroegste jeugd in Charlois is het of ik een oude kast moet opendoen, tussen wat spullen moet rommelen tot er opeens een foto of een voorwerp voor mijn voeten valt. Mijn geheugen moet getriggerd worden, zoals door de mail van Bas. Maar eerlijk is eerlijk, we zijn verhuisd naar Zuidwijk toen ik tien was, en mijn moeder was rond de veertig. Dertig jaar meer geheugen. We hebben daarna nog tien jaar in Kreekhuizen gewoond. Ik begon mijn eerste baantje bij V&D aan de Pleinweg, stage lopen als veertienjarige, en later, vijftien jaar oud als leerling verkoopster in vaste dienst. Misschien dat mijn geheugen over Rotterdam daardoor een beetje op peil gehouden is. Als ik namelijk 's morgens in bus 70 geperst stond die naar Zuidplein ging, keek ik eerst richting Seringenstraat, waar mijn oma Schot woonde, al ernstig ziek trouwens, en daarna liep ik vanaf Zuidplein over de Pleinweg naar V&D, keek naar de overkant waar ooit mijn tandarts zat (Troost), en keek later 'mijn' straat in, de Katendrechtse Lagedijk werd namelijk toen en ook nu nog, doorsneden door de Pleinweg. Ik heb er trouwens niet lang gewerkt, rond mijn 16e was ik er al weer weg ook. Het betaalde bar slecht en ik stond er altijd op de tocht, dicht bij de draaideuren.

Ooit reageerde ik al eens op een site over Rotterdam, toen schreef ik over de krotenkokerij, die aan het eind van de Kat.Lagedijk zat. We kwamen er langs als we naar school liepen, het was een laag en toen al heel oud gebouwtje en buiten stonden grote ketels te dampen, af te koelen. Die warme lucht van de gekookte kroten was me vertrouwd, en als het heel koud was liep ik graag dicht langs de hete ketels, wilde er wel blijven staan, maar mijn oudere zussen joegen me voort: naar school!

Vanuit ons huis liepen we eerst de hol af, richting de molen, begin Gaesbeekstraat. Er stond een huis tegen de molen aan, even oud, even onbewoond als de molen. Als ik naar de afbeeldingen en de foto's kijk die ik op het internet vond kan ik alles niet zo goed plaatsen, mijn herinnering is toch wat te stoffig.
Die molen en dat erbij horende huis waren spannend, het spookte er volgens mijn zusjes en de buurtkinderen, en we daagden elkaar uit om er door de ramen te kijken. Dat probeerde ik eens, maar de groene pitrieten zonwering die aan de binnenzijde hing voorkwam dat ik naar binnen kon kijken.
Op een gegeven moment werd de molen en het huis gesloopt, en ik weet dat ik tussen de brokstukken liep en de geur van kalk en oud stof was overweldigend. Tussen het puin zag ik allemaal groene stukken zonwering liggen. Ik moest iets overwinnen om een stukje op te rapen, maar ik deed het, het rook muf en het pitriet knapte bros en droog tussen mijn vingers. Geen spook te bekennen, maar toch liet ik het weer los alsof ik me had gebrand en ik rende de straat in naar huis.

Als er al een spook was dan was het de slager die in de nieuwe flat aan de overkant huisde. Op de gehele benedenverdieping zaten winkels, en omdat de straat wat golvend liep (denk ik) was er een soort stoep pal voor de winkels die betegeld was, heel glad betegeld en dat was fantastisch om met je Hudora's (rolschaatsen met ijzeren wielen) over heen te roetsen. Dat maakte een hoop herrie en de slager kwam naar buiten om ons weg te jagen, bloedschort en mes maakte indruk.
Wij zongen om hem te pesten: slager ben je mager, eet een kikker, word je dikker, eet een slang, word je weer lang!

Het was echt een dijk, er zat nogal wat hoogteverschil in de straat, wat je goed merkte als je bal aan het rollen ging en je er achter aan moest hollen. En dan was er natuurlijk die beeldbepalende molen. Alleen de contouren van de straat zijn nog hetzelfde, het huis waar ik geboren ben is rond 2008? gesloopt.
Vreemd genoeg droom ik nog weleens van die hoek, die hoek waar de molen stond, het straatje naar de   Wolphaertsbocht. Zelfs de Graansilo komt in die droom voor. Waarom?  Geen idee. Volgens de theorie van de droomuitlegger: ik ben die omgeving, ik ben de Graansilo, ik ben de Katendrechtse Lagedijk.


--------


Onderstaande kaart vond ik ook op het internet, ik meende in die gebogen lijn tussen de landerijen de Kat.Lagedijk te herkennen, maar ik moest eerst mijn eigen oude kaart van Rotterdam opzoeken (ooit gekregen van de Rotterdamse Spaarbank) om te zien dat dat inderdaad zo is. Wolphaertsbocht (veel later) en de misschien wel eeuwenoude Katendrechtse Lagedijk slingeren daar wel degelijk!
Op de tweede plattegrond is goed te zien dat in het leven van mijn moeder heel Zuid is ontwikkeld. Toen zij als kind rondliep op de Kat.Lagedijk waren er twee grote boerderijen aan die dijk, de woningen waar ze later zelf in zou wonen heeft ze gebouwd zien worden.





Gaesbeekstraat, hoek. Kat Lagedijk (molen)




Zou dit dezelfde molen zijn?



Bijschrift bij bovenstaande ansicht: 
Het Gemeentearchief verwijst hierbij naar het ambacht Katendrecht, dat onder die naam voor het eerst in 1199 ter sprake kwam. Na het graven van de Maashaven is deze straat op Katendrecht verdwenen.
In Charlois is de Katendrechtse Lagedijk nog steeds aanwezig en bij de Hillevoetstraat gaat deze over in de Gaasbeekstraat. Dus ongeveer op dat punt, vlakbij waar de Brielselaan het dichtst bij de Maashaven loopt, zal de 'verdwenen' Katendrechtse Lagendijk richting het huidige Katendrecht gelegen hebben.

Nog twee eigen foto's. Eerst de oudste. Mijn zusje Hennie, ik, en waarschijnlijk buurmeisje Pleunie. Op de stoep de groentekisten van tante Siet (de groenteboer). De andere foto is genomen door mijn broer Henk. Op de tweede foto waren we op bezoek, mijn ouders woonden toen al in Groningen, ik in Hendrik-Ido-Ambacht. 
Ik had mijn hand in een mitella, moest ermee rusten vanwege een gebroken vinger en gekneusde hand. Een mooie gelegenheid om eens terug te gaan naar de plek waar Henk en ik geboren waren. 
Onze buurvrouw, mevrouw Van Ham woonde er toen nog, en ook de vriendin van mijn moeder, mevrouw Nieuwpoort. En Lia Zwaneveld, in de patatzaak die eerst haar ouders waren begonnen (en daarvoor was het weer de viswinkel van Scheel). 
Mijn ouders woonden in bij mijn oma op nr. 115 (toen boven een garage/werkplaats), oma hertrouwde en ging weg. Mijn ouders verhuisden al snel naar 123, waar Henk geboren werd.