zondag 16 oktober 2011

Sam meets Jip.

Mooi weer was het vandaag. Vanmiddag gingen we wandelen, met Jip, zonder Davo, want die had vanmorgen al gewandeld en zo goed loopt hij nou ook weer niet. Hij keek me na met die starende ogen, ik draaide de deur op slot, maar hij bleef me strak door de ruit in de buitendeur aankijken, hij geloofde het gewoon niet. Gatver, wat voelt dat rot om hem achter te laten.
Mijn vader zei ooit, als je eenmaal kinderen hebt ben je nooit meer zonder zorgen, daar denk ik wel eens aan als er iets met de honden is. Nee, honden zijn geen kinderen, maar ik heb wel de verantwoording voor ze, ik hou van ze.
Maar goed. Ditmaal hield ik voet bij stuk, het was beter zo.

We reden een beetje door het Groningse land, omdat ik keelpijn heb en hoest niet met de fiets maar met de auto.
We hadden op de kaart het Schildmeer gezien, en ik had behoefte aan ruimte, aan water, dus het meer leek een goede keuze. We wilden er iets gaan eten/drinken. Nou, dat gaat dus niet. De provincie Groningen is dicht op zondag, zelfs op zo'n schitterend zonnige dag als vandaag.

De eerste open gelegenheid was een restaurant op een eerste verdieping bij een jachthaventje, een steile gladde houten trap leidde naar boven. Die trap wilde ik niet nemen. Reden: Jip voor wie zo'n trap een onneembare horde is, en ik vond het er raar uitzien. Weg. Naar de volgende: een wat rommelig oud gebouw pal aan het water waar ik al eerder ben geweest. Type uitspanning: spiegeleieren of kroketten met brood en een biertje. Maar de terrasstoeltjes stonden in een hoek gestapeld, de parkeerplaats was leeg, en een bord voor de ingang zei dat er vanaf 17.00 uur diner werd geserveerd. Achter mij reed een fietser hoopvol het terrein op, en nog een auto .... helaas.

Appingedam was vlakbij. Maar ook daar bleek alles dicht. Toch, er is een uitspanning dat "het kerkje" heet. Blij zagen we dat de deuren openstonden. Een schat van een serveerster kwam de bestelling opnemen, liep met uitgestrekte armen naar Jip toe en vroeg aan hem of hij een bak water wilde. Ha, we waren welkom. De kaart: Eigengemaakte visburgers, kroketten, zelfgemaakte koekjes en appeltaart met verse vijgen en noten. We namen het allemaal want de zon scheen en de kussens zaten zacht. We waren vreemd genoeg de enigen die buiten zaten. Jip lag glanzend in de zon mooi te zijn maar verveelde zich een beetje... totdat Sam kwam.



Ik heb een website die over honden en hun gedrag gaat, www.degebetenhond.com. Die website is gemaakt uit pure frustratie omdat de gevolgen van een "bijtincidentje" behoorlijk groot kunnen zijn. Sinds Davo in mei dit jaar gebeten is heeft hij niet meer pijnvrij gelopen. Hij is diverse malen bij de dierenarts geweest, voor zijn wond, voor zijn rug en mankheid. Door zijn maandenlange gedwongen rust hebben zijn achterpoten bijna geen spieren meer, en hij is van mij afhankelijk of hij weer wat beter zal gaan lopen, net zoals toen hij uit Spanje kwam. En dat vind ik nogal wat. Het kost veel liefde, tijd, geld en volharding om dat voor elkaar te krijgen. Met argusogen bekijk ik daarom de honden die we ontmoeten, ik heb absoluut geen zin in nog meer ellende.

Wat leuk is het om honden te ontmoeten die goed in hun vel zitten, niet geplaagd worden door bepaalde raskenmerken waaraan ze moeten voldoen (en die hen wellicht alleen maar in de weg zitten of pijn bezorgen). Honden die niet gefokt zijn om te vechten, het erf te bewaken of "scherp" te zijn zoals de Groningers het soms noemen.
In Appingedam ontmoetten we zo'n hond, een leuke mix tussen een labrador en een Berner Sennen hond. Hij liep, los en ver voor zijn bazin uit, relaxt het terras op. Tot grote blijdschap van Jip.

Ontmoet Sam. Slechte foto want er staat een streep door, maar goed, je kan wel zien dat dit een leuke hond is. Een zeer grote lieve mix, beetje kwijlend, goed gehumeurd.
Wat zoekt een mens nog meer in een hond? Jip wist het wel, die was verliefd, maakte zijn buiging voor Sam, drukte zijn sterke lijf tegen hem aan, de vriendschap was beklonken.






Zondagdroom.


Zelden lees of hoor ik iemand er over, maar hoe worden andere mensen wakker? Ik slaap als een kind, of ik lig wakker om aan van alles te denken, of ik droom me te pletter. En dat wakker worden .... het lijkt vaak op een reis in een rollercoaster, een verhuizing, angst voor het opkomende water of ik hoor duizenden, duizenden mensen praten, ergens.

Bij mij ging dat vanmorgen zo. Er is een hoop lawaai, ergens. Het lijkt op een rijksweg, en hoor ik niet continu motoren rijden? Een motorclub die op stap gaat? Ik worstel tussen her en der, ik hoest me wat wakkerder en vraag me af of ik weer koorts heb. Hee, ik hoor landbouwmachines ..... of is het geraas in mijn oren? Ondertussen klauter ik iemand achterna, ik weet wel waar ik ben, ik ben in het huis van een vriendin, maar zijzelf is er niet.

Er zijn veel andere mensen, en ik vertel iemand dat ze de schilderijen beter op kan hangen, ach, ben ik weer op de Blaak? (onder het oude station De Blaak droom ik vaak een dependance van de kunstacademie). Er is een jong meisje, dat me lachend wijst hoe ik moet lopen, via ladders, via trapjes klauteren we langs de kasteelmuren. Dan zegt ze: 'dit vind ik de leukste maar ik wordt er wel kortademig van', en ze springt als een konijntje hop hop hop over de ladders die her en der aan de muren hangen. Ik kijk eens goed rond waar ze heen gegaan is, zie dat ik ook gewoon via de vloer hetzelfde bereik, dus ik neem de andere route.
Ik veeg wat kleren van een trap, mopper dat ze (vriendin) zo rommelig is en dat het gevaarlijk is om dingen op de trap te leggen. Het lijkt op een verhuizing (ik zal toch niet weer een inpakdroom hebben?) maar nee, ik laat aan een man zien (die met zijn handen zijn zijde naast een kar staat) dat ik mijn spulletjes bij me heb, een tas, that's it. Dan sta ik op een groot plein, de zon schijnt, er is feest, er staan veel mensen en zie ik daar een olifant? India?
Een van de muren van een enorm gebouw is beschadigd en ik zie mijn moeder, nog geen zestig zo te zien en in het zwart wit van de foto die ik deze week van haar zag, tegen de muren opklauteren en de gaten vullen met kussentjes die lijken op stenen. Zo stapelt ze vlot het gat dicht, ze heeft geen tijd om met me mee te gaan, ze is nog niet klaar en ik zie een groot gat naast een raam dat ze nog dicht moet maken. Ik draai me om vanwaar ik vandaan kom, kijk naar een pad dat ik herken, het gaat de stad uit, recht voor me een berg met een besneeuwde top, en ik begrijp dat ik even na moet denken, ik weet heus wel waar ik ben.

Ik noem alles op, zie je wel, mij neem je niet in de maling, het is alleen .... ik wil die route niet nemen, ik draai me om richting plein. Die hitte vindt ik zo vervelend, niet normaal. Dan word ik wakker, overdwars in mijn bed, het dekbed ligt op een hoop, het kussen op de grond.
Ik rek me uit, en ik weet dat er een donkere wolk is. Voordat ik na kan gaan denken ga ik het bed uit, snel snel het leven in, naar de hondjes die op de bank nog liggen te slapen, naar de zon achter de gordijnen. Ik denk aan Karel, die wordt wakker met een liedje in zijn hoofd, en ik peins, welk liedje zal ik zingen?  'Goodmorning sunshine' (starshine) wordt het, en even zwaai ik met mijn armen in de rondte, even alle kreukels eruit trekken. En dan een kopje thee. Meezingen?