maandag 9 juli 2012

Zondag en regen.


We zaten in de auto, Peet en ik. Achter in de Panda zaten de honden gepropt, we wilden gaan wandelen in de buurt van het Nije Hemelriek. Reizen met de Panda vinden de honden niet leuk, het is te klein, ze stappen op elkaars poten, ze grommen soms naar elkaar. Zo ook nu. Of nee, laat ik het zo zeggen, Davo gromde naar Jip en Jip wordt daar heel ongelukkig van, die gaat van angst kwijlen. Dat kwijlen doet hij soms ook als hij even alleen in de auto moet achterblijven, zelfs al stop ik maar heel even om een brief in een brievenbus doen. Maar hij gaat ook zo kwijlen als hij een teek in zijn vel ontdekt.
Het is niet zomaar een beetje kwijlen, hij produceert een enorme hoeveelheid en als je niet snel rust herstelt / teek weghaalt kan het zijn dat hij inmiddels zoveel heeft gekwijld dat hij zich wil uitschudden en dat lijkt op de 'het-lijkt-of-je-gymschoenen-hebt-opgegeten-maar-de-veters-hangen-nog-uit-je-bek-scene' uit de film Turner en Hooch. Die scene wil je niet herleven, zeker niet in een auto.
Het youtube-filmpje hieronder is niet de scene dat Hooch zich uitschudt in de auto, en is hond-opvoedkundig finaal fout, but who cares.



Peet herstelde de rust bij de honden en we reden verder naar het bos. De ruitenwissers hadden zwaar werk, het regende behoorlijk. En dan toch naar het bos? Ja, wij redeneren zo, het is een kwartiertje naar het bos, dan is het meestal al weer droog, zo niet gaan we lunchen of koffiedrinken, en daarna is het zeker droog.
Gisteren niet. Het bleef regenen, zelfs na een uitgebreide lunch. Maar we wandelden toch. Pet op, regenjas aan. Het bos was er des te mysterieuzer om, het was stil, het rook heerlijk, het groen was het mooist denkbare groen, het bruin van de dikke laag naalden en blad waar we op liepen diep roodbruin. We hoorden de regen op het blad tikken, druppels vielen zwaar en groot op de bosgrond. Het bos was heel drassig. We liepen een stukje van een 'rode' route, struikelend over de boomwortels en al snel moe, alsof het broeierige warme natte weer onze energie sloopte. Of was de lunch te zwaar geweest?
Jip ging er tweemaal vandoor, daar word ik altijd bijzonder driftig van. Ik hou veel van hem, maar als hij terugkomt zou ik hem wel willen schoppen, zo boos ben ik dan. Niet dat ik het daadwerkelijk doe, ik zeg niks, maar het duurt even voordat de rode mist voor mijn ogen verdwijnt.  Een tijdje heb ik met hem lopen trainen, loslaten, vrij laten, terugkomen, aan de voet, zit, volg, etc. Dat is heel moeilijk voor Jip als hij in het bos is, maar hij begreep het en gedroeg zich daarna prima. Mijn mist trok op.

En wat doe je als je weer thuis bent, de regen nog steeds tegen de ramen slaat? We dronken thee en pakten een boek, maar lang konden we niet lezen. Zoals je ziet.