zondag 3 februari 2013
Beverwijk - Paultje.
Zondagmorgen. Peet en ik ontbijten. Op de tafel tussen ons in staat nog een deel van de ingrediënten: yoghurt, diverse ongebrande noten, pijnboompitten, rozijnen. Het gesprek komt op polyfenolen en flavonoïden. Dat komt omdat we trachten zo gezond mogelijk te ontbijten, en we vroegen ons af of in de rozijnen ook nog de kracht zit waar druiven zo bekend om zijn. Of liever gezegd, de druivenpitten. Ik ben bang van niet, maar goed, daar hebben we Wikipedia voor, en ik sla mijn laptopje open.
Voordat ik een zoekterm intyp schenk ik een kopje thee in, kan dat mooi afkoelen terwijl ik de informatie opzoek. 'Wil jij ook nog thee'? vraag ik aan Peet.
'Nee', zeg ik tegen Peet's uitgestrekte arm, 'zet dat glas maar even op de tafel, anders moeten we vandaag misschien nog helemaal naar Beverwijk rijden'.
Mijn vriend zet het glas op tafel en ik schenk de kokend hete thee in.
'Wat bedoel je met 'Beverwijk', vraagt mijn vriend, 'daar zit toch de zwarte markt'?
'Jawel', zeg ik, 'maar ik bedoel het brandwondencentrum Beverwijk, daar moest je vroeger heen als je brandwonden had, of naar het Zuiderziekenhuis in Rotterdam'.
Mijn gedachten dwalen af.
Het was zondag en we gingen met z'n allen, mijn vriendin Marrie, haar man Chris, en hun beide zonen Maarten en Paul naar de tweedehandsmarkt in Beverwijk.
Onderweg besloot Paul, toen nog een klein maar zeer onderzoekend mannetje, hoe snel de sigarettenaansteker warm werd (het zal zo'n aansteker/asbak zijn geweest die tussen de voorstoelen gemonteerd zat). Die was sneller heet dan hij dacht en hij gilde, aan zijn hand zag ik nog even de aansteker vastgekleefd zitten, voordat hij het ding losschudde.
"Stoppen!" zei mijn vriendin, en de auto werd meteen door Chris op de vluchtstrook/berm gezet. Even verderop was een sloot, en wie er met Paul heen holde weet ik niet meer, zijn vader of moeder, of misschien wel beide, maar even later zat Paul met zijn hand in de sloot. Lang.
Een plasticzak werd nog met slootwater gevuld en zo reden we verder terwijl Paul zijn hand nog steeds kon blijven koelen.
Geen idee of hij er een litteken aan heeft overgehouden. In ieder geval zal hij het voorval nooit vergeten zijn. Het duurde even voordat we over de schrik heen waren, maar vonden het frappant dat we onderweg waren naar Beverwijk toen dit gebeurde, durfden pas een hele tijd later daar grapjes over te maken. Overigens, volgens mij heeft Paul geen traan gelaten.
'Zou jij je hand hebben gekoeld met slootwater'? vraag ik nu aan Peet. Of nee, laat ik eerlijk zijn, ik zei, wetend dat hij (terecht) niet dol is op onbekend wellicht vies water': dat zou jij niet gedaan hebben, dat koelen met slootwater'. Hij peinsde even, zei: 'dat weet ik niet'. Ik ook niet.
We dronken onze thee, lazen over de kracht van flavonoïden (als dit linkje indrukt, zie het hoofdstukje over 'voedsel') en waren blij dat we niet naar Beverwijk hoefden, maar gewoon straks lekker dichtbij in het bos met de hondjes kunnen gaan wandelen.
Fijne zondag, rij voorzichtig, denk aan Paul.
Abonneren op:
Posts (Atom)