zaterdag 3 december 2011

Eenzaamgehuwd II.


Ik plaatste een paar dagen geleden in mijn blog een van de mailtjes die niet voor mij bedoeld zijn maar die ik regelmatig toegestuurd krijg. Deze bedoel ik:


Van: eenzaamgehuwd@
Onderwerp: Antw.:
Datum: 28 november 2011 22:03:00 GMT+01:00
Antwoord aan: eenzaamgehuwd@


Hallo
Kwam vandaag je emailadres  tegen op mijn PC, als je nog interesse hebt om verder  eens af te spreken laat dan een mailtje achter.
Bij geen antwoord verwijder ik hem en gaat die naar de prullenmand,
Nikkie 


Normaal heb ik zo'n 35 (soms in het weekend 70) mensen die mijn blog lezen, vandaag en gisteren waren het er 170 en ruim 200. En van overal uit de hele wereld krijg ik opeens hits. Gezellig.

Maar ze komen niet op mijn berichten af, men zoekt 'contact' met 'Nikkie'. Het komt door de naam die ik bovenaan mijn bericht had gezet: 'eenzaamgehuwd'. Google is niet kieskeurig en men vindt mij direct, vandaar de vele 'hits'.
Mocht ik me voorheen bij het krijgen van dit soort mailtjes verbaasd hebben afgevraagd wie in godsnaam geïnteresseerd is in dit soort mik, hm, toch aardig wat mensen. Vanuit de hele wereld zie ik dat de hits komen, dus er zijn veel mensen die Nikkie, alias 'eenzaamgehuwd', wel wat gezelschap willen bieden.
Ik vraag me af, worden ze na het contact leggen met  'eenzaamgehuwd' zelf niet eenzamer? Want zo werkt het nou eenmaal. Nikkie wil alleen maar je geld. Niet dat iemand het met mij eens hoeft te zijn, een ieder moet doen wat hij moet doen, zo is het toch?






Woonvergunningen.


Ons vroegste huizenverleden in woonvergunningen:

De eerste woonvergunning vermeldt het inwonen bij oma Schot-Boes.




1949. Ze worden vermeld als inwonend-af op de 1e verdieping van de Kat.Lagedijk 115a en worden vermeld als 1e bewoner.



1950. De volgende vergunning vermeldt 4 personen, van 115a naar 123a, 2 hoog. Huurprijs 5,75 gulden per week.

Een verzoek om een andere woning, 1955. 

Op de volgende zijn we compleet, met zijn zessen vertrekken we naar de Lakerveld 58, kijk de legeskosten zijn opgelopen naar 5 gulden, en de huurprijs, 18,65 gulden per week.

 

De volgende woonvergunning vermeldt de verhuizing naar Kreekhuizen. Legeskosten 7,50! Huurprijs 21,30 per week. Dat was volgens mij exclusief huur van de luxaflex. 



Hier nog de kaartjes dat de aanvrage voor een andere woning is binnengekomen, 1955 en 1962. 








Gitaar.



Vandeweek, ik geloof maandag, had ik het voorjaar in mijn hoofd. Jaja, ik weet dat dat een beetje vroeg is, maar als je heel optimistisch bent kon je toch voelen dat de dagen al weer bijna gaan lengen. Kijk, als dat niet optimistisch is dan weet ik het niet meer. Vandaag is het notabene zo donker dat ik met het licht aanzit. 
Maar goed, afgelopen maandag, de zon scheen en het was zacht, heerlijk weer. De deuren gingen open, de wasmachine ging aan, de bedden verschoonde ik, verzamelde de kranten, de geiser bleek kapot dus daar belde ik direct voor, en ondertussen sleepte ik de bank van zijn plek, trok ik een kast naar een andere plaats, richtte de kamer een beetje anders in, haalde alvast een hoop hout voor de kachel in huis, borstelde de honden en de kat, draaide nog een wasje en nog een ..... schold ondertussen op de monteur van de geiser, want waar bleef hij zo lang? 
Ach, de gitaar die Peet hier heeft neergezet voor het geval ik op mijn ouwe dag nog muzikaal mocht blijken te zijn stond dik in het stof. Ik ging even zitten, stofte ondertussen de gitaar af en drukte even een na bijna vijftig jaren nog altijd wat gevoelige ringvinger op de snaren. 
Ik ben helaas niet muzikaal. Samen met een jeugdvriendin, Marjan, zat ik toen ik een jaar of twaalf was op gitaarles bij een van die mannen die bij de Kilima Hawaiians zong. Hij woonde niet zo ver bij ons vandaan in Zuidwijk. Hij staat in het midden van dit filmpje dat ik op Youtube vond.

Marjan en ik hadden elkaar leren kennen in de vierde klas, groep zes zeg maar. Wij waren in Zuidwijk komen wonen doordat mijn moeder ontzettend veel moeite had gedaan om een ander huis te krijgen. Ma wilde perse weg van de Katendrechtse Lagedijk. Daar spookte het. Mijn moeder raakte van alles kwijt in dat huis, geld, kolen, zelfs de thee. En, je zult het geloven of niet, wij speelden eens boven op zolder en zagen daar allemaal een man lopen, in het wit gekleed. Toen wij het onze ouders vertelden meenden ze dat er misschien schilders via het dakraam naar binnen waren gekomen, maar nergens werd geschilderd. Vandaar: het spookte er. 

Het was niet de enige reden dat mijn moeder er weg wilde. Ze was ernstig ziek geweest. 
Midden in de nacht was ze door een ambulance naar het Dijkzigt gebracht, waar ze later werd geopereerd, ze zou uiteindelijk zes weken wegblijven. We zochten haar op, ze lag smal en gelig tussen de witte gesteven lakens. Wij, en onze buurmeisjes Elly en Emmy, schreven veel briefjes en kaartjes naar haar. Op de dag dat ze geopereerd zou worden (door de hotemetoot van Dijkzigt, C. van Staveren) kwam ik een ander buurmeisje tegen, Thea Nieuwpoort. "Zo" zei ze, "op dit moment word je moeder opengesneden". Voor zover de fijngevoeligheid van kinderen.
Toen ma uit het ziekenhuis kwam was ze minnetjes, mijn broertje werd een tijdje ondergebracht, of was dat al, bij een schat van een tante van me, tante Hen, die toch zelf ook haar handen vol had. Wij, de drie zusjes, waren gewoon thuis, oma Schot was er vaak en er was een huishoudelijke hulp, Erna, een leuk mens.

Mijn moeder herstelde langzaam, was veel moe, had bloedarmoede en een rare bolle buik aan de operatie overgehouden. Om ons huis in de Katendrechtse Lagedijk in te komen moest ze een lange trap op, het gesjouw met kinderwagen en met dat kleine broertje van me was veel te zwaar, nog afgezien van het feit dat we daar met zes personen in een voor-tussen-achterwoning zaten.
We hadden al jaren een 'urgentieverklaring' voor een ander huis, en nu ma ziek was geweest kregen we dat ook, in Zuidwijk, Lakerveld 58. Te klein eigenlijk, maar er waren ook veel voordelen. Het was licht, we hoefden maar een klein trapje op om bij de voordeur te komen, we hadden een groot ochtendzon-balkon aan de achterzijde en een klein zonnig balkon aan de voorkant waar onze hond Robbie heerlijk tegen de postbode kon blaffen. En, er was een lavet! 

Het vakantiehuisje in Oostvoorne was verkocht, wat ik heel erg vond en van het geld waren nieuwe meubels gekocht, wat ik weer leuk vond. Moderne strakke meubels, teakhout, van Pastoe. 
Toch, het huis was te klein en mijn moeder droomde nog steeds van een huis met een tuintje, ze rustte niet, ze zette met de vasthoudendheid van een terriër continu advertenties om van woning te ruilen, elf maal zelfs. Ze ging zowat van blijdschap tegen het plafond toen iemand uit Kreekhuizen reageerde die een goedkopere woning wilde. Helaas, ons huis in Zuidwijk vond ze nog te duur. Mijn moeder sprak met onze tante Jo, zij woonde goedkoper in een wat donker huis in de Ebenhaezerstraat, en ja, zij wilde graag naar ons huis in Zuidwijk. Over en weer werd bij elkaar thuis gekeken, iedereen ging akkoord.

Zo kregen we via een driehoeksruil eindelijk een huis met een tuintje, in Kreekhuizen. Mijn moeder stikgelukkig, tante Jo gelukkig met ons huis in de Lakerveld, en de andere mensen gelukkig met tante Jo's huis. Of de laatste misschien toch niet. De dag van de verhuizing, ma bleef nog even achter om de sleutel te overhandigen en voor de mensen van het gas en electriciteit, mijn vader was met ons en de hond/parkiet etc. achter de verhuiswagen aan gereden. Naar Kreekhuizen. Tante Jo was ondertussen onderweg met haar hele hebben en houwen naar Zuidwijk. Maar mijn vader trof tot zijn grote schrik in Kreekhuizen wel een leeg huis aan (een verhuiswagen stond volgeladen voor de deur) maar ze konden er niet in, de mevrouw die zo graag naar een goedkoper huis wilde had spijt, wilde de sleutel niet geven en niet meer weg uit Kreekhuizen. Mijn vader voelde zich schaakmat gezet, mijn zus Hennie was erg overstuur. De verhuizer loste na wat heen en weer gepraat alles op door tegen de weigerende dame te zeggen dat het prima was als ze niet meer wilde verhuizen, maar dat dan iedereen terug moest naar zijn eigen huis, en dat zij daarvoor alle rekeningen moest betalen. Toen ging ze toch haar huis maar uit. We zijn er blijven wonen tot april 1972. Of 1971?

We hadden kort, maar fijn gewoond in Zuidwijk. We waren er veel meer buiten, ik tenminste zeker, we speelden zonder dat mijn ouders dat wisten bij de goederenspoorbaan (spijkers en centen op de rails leggen en wachten tot er een trein kwam). Het was vlakbij Smitshoek en de manege. Daar zaten ook veel tuinders. Aardbeien en bonen gingen we plukken, en aardappels rooien bij boer De Boer. Grof geld verdienden we voor onze leeftijd. We gingen op de fiets naar Heerjansdam om te zwemmen. En het vriendinnetje dat ik in Zuidwijk kreeg, Marjan, woonde niet al te ver, zij woonde met haar ouders in een galerijflat en hadden een gekke radio die ze gehuurd hadden (van de PTT?) en waar maar drie of vier zenders op uitgezonden werden.  

Met Marjan's ouders mocht ik mee op vakantie, we gingen we op de fiets, en niet zo'n klein stukje, nee we fietsten naar Ouddorp, en volgens mij was het de hele weg met tegenwind. De vakantiehuisjes waren oude omgebouwde treinwagons. Knus. Mijn ouders zijn me nog komen opzoeken, ik heb nog een foto dat Henkie in mijn stapelbed ligt. 
Eerst gebeurde het schommelincident. Het broertje van mijn vriendin trok aan de kettingen terwijl ik heel hard en hoog aan het schommelen was, ik ging slingeren en sloeg met mijn hoofd tegen de ijzeren schommelpaal. Schijnbaar heb ik een erg hard hoofd, want al was ik een tijdje groggy, en was Marjan's moeder door de knal naar buiten komen rennen, ik stond weer op. Een bult als een ei op mijn hoofd en mijn haar viel op die plek uit. Nog steeds kan je een bultje voelen op mijn hoofd en mijn haar is op die plek nooit meer teruggekomen.
Toen we weer thuiskwamen in Rotterdam renden Marjan's broertjes joelend naar binnen, ik geloof omdat we op tijd waren voor iets dat op de tv zou komen, iets met cowboys. Marjan en ik hingen ondertussen onze jassen op. Mijn hand rustte daarbij tegen een deurpost en toen sloeg iemand de deur dicht. Mijn vinger zat tussen het scharnier en ik schreeuwde, en hard ook. Maar degeen die de deur dichttrok dacht dat ik meeschreeuwde met de jongens en trok de deur eens goed in het slot want het leek of de deur niet goed wilde sluiten ....... ach. Ik had bijna medelijden met Marjan's moeder. Die blik op haar gezicht toen ze mijn vinger zag, net zo'n blik als toen ze zich over me heen boog bij de schommel.

Achterop de fiets naar de dokter. De weekenddienst. Het topje van mijn vinger lag los maar dat kon nog wel vastgroeien, aldus de dokter, de vinger werd flink ingezwachteld. Zes keer ben ik met die vinger naar mijn eigen huisarts geweest, hadden we toen nog dr. Rensema? Nou ja, wie het deed weet ik niet meer maar wel herinner ik me de methode. Ze rukten het verband er snel af, want anders deed het nog zeerder. Zeiden ze. Volgens mij kon dat niet. Iedere keer ging het weer bloeden, en zag ik met lede ogen toe hoe op dezelfde wijze de vinger weer werd verbonden. Ik soebatte om er geen verband om te doen, het zo te laten, ik gruwde van het losrukken van dat verband. Maar ze wisten waarschijnlijk wel wat ze deden, het bloedde telkens wat minder erg, uiteindelijk lieten ze het verband achterwege. Maar heel was die vinger nog lang niet, en gitaarles, nee, dat ging niet meer.