maandag 28 oktober 2013

We zijn vissen in een net.


Ik geef de schuld aan de laatste jaren. Er is veel narigheid geweest, we hebben van veel mensen afscheid moeten nemen, drie van hen hadden een grote plek in mijn hart. Wat gebeurt er met die leegte in mijn hart? Het tocht er, echt. Soms is het een boze wind die zeurend huilt, regelmatig is het een triest buitje, maar meestal is het van binnen stormachtig, en niet een klein beetje, nee, echt windkracht 12. Een schreeuwwind, een orkaanwind, een  machteloze radeloze niets ontziende wind. Vandaag doet de natuur met me mee, alles buigt buiten onder de storm die op dit moment over Nederland raast.

Elke storm gaat weer liggen, zei mijn vriendin Marrie altijd als ik een boze bui had, of zorgen. Maar sinds ze gestorven is zijn die 'binnenstormen' er regelmatig en maak ik me druk over alles. Ieder stukje onrecht, al het zinloze leed, bijna voor alles klim ik in de pen, of ik bel, en ik scheld en mopper dat het een lieve lust is. Ik maai als het ware continu in de rondte. Geen idee of het wat uitmaakt, maar ik voel me er iets beter bij.

Zo mailde ik de maatschappij die verantwoordelijk is (de aannemer is) voor het aanleggen van een glasvezelkabel in opdracht van Oxxio hier in het streekje. Het was niet aangekondigd, behalve bij een buur die een half uurtje voor de werkzaamheden een brief in de bus vond. Er kwam een groep mannen en een kraan, er reden wat VW-busjes heen en weer en binnen no-time lag langs de weg een enorm lange geul gegraven, en was de riolering kapot bij mij en bij de buren, en verderop de telefoonverbinding. Ook lagen er overal stenen in de (weer dichtgegooide) berm en ook al kondigde ik bijvoorbeeld aan dat ik de volgende ochtend met de auto weg moest, pas 's morgens kwamen ze de oprit herstraten. Niet in geel zand zoals dat hoort, nee gewoon in het mengsel aarde en zand dat ze opgegraven hadden. De stenen liggen nu al een beetje los, dus, dat wordt nog wat.
Ik zal jullie niet vermoeien met alles op te noemen, maar het is een zootje, deels hersteld, deels niet. Daar maak ik me terecht boos over, en ik ben nog in 'onderhandeling' met de aannemer die de boel moet herstellen. Wordt vervolgd dus.

Maar ik maak me ook druk over het internet. Het lijkt of alles wat vroeger 'leuk en vrij en anoniem' leek, nu een soort vangnet blijkt te zijn en ik voel me een gevangen vis. Facebook kan je niet meer beëindigen zonder dat je ook je blog kwijt bent, of je kanaal op YouTube. En Google houdt mijn agenda op mijn iPhone bij zonder dat ik daarom gevraagd heb. Toen ik eindelijk vond hoe ik dat uit kon zetten verdwenen al mijn genoteerde instellingen in mijn agenda op mijn laptop! Zo zie je maar weer, er kruipt van alles binnen en je persoonlijke agenda is opeens niet zo persoonlijk meer.
Als ik heb gesurft of iets gekocht heb via het internet krijg ik opeens allerlei reclames waaruit blijkt dat ze weten waarnaar ik gezocht heb, en bij wie! Kortom, alles wat je doet op het internet wordt bijgehouden!

Als ik me niet laat inenten tegen de griep of onderzoeken op baarmoederhalskanker krijg ik een brief thuis met de vraag: waarom niet? Goed, dat kan ik dan ergens nog begrijpen.
De staat heeft een regeling met je internetprovider dat ze je telefonie en surfgedrag kunnen bekijken. Waarom? Moet dat niet andersom? Als je crimineel gedrag vertoont of vertoond hebt DAN is het mijns inziens pas geoorloofd om je privé-gegevens in te zien.

Ook de banken weten alles van je, door je koopgedrag. De winkels geven je kortingspasjes, en weten daarna hoe laat je winkelt, wat je koopt, etc.
Ik word die inmenging in mijn privéleven zat.

Reden dus om weer flink tekeer te gaan, stormachtig, razend, zonder echter mensen voor het hoofd te stoten, al lukte dat niet helemaal toen iemand belde van Oxxio, of ik niet wilde overstappen?
Behalve dat Oxxio de opdrachtgever is van die glasvezelkabel die hier in de berm is gelegd vond ik het tijd om mijn hart te luchten en ik zei dan ook: 'al dat overstappen kost uiteindelijk alleen maar geld, en al die boetes die vergoed worden door de nieuwe aanbieder, of de cadeau's, die onkosten worden uiteraard uiteindelijk betaald door de consument, hoe je het ook wendt of keert'.
De verkoper aan de lijn beweerde bij hoog en bij laag dat dat niet zo was, waarschijnlijk betaalt hun directeur persoonlijk al die cadeaus van zijn mega-salaris. Van die ontkenning (of domheid) werd ik echter zo boos dat ik brulde: 'laat me met rust, en bel me niet meer', waarna hij snel de verplichte 'bel-me-niet'aanwijzingen begon af te raffel. Maar ik verbrak zonder af te wachten de verbinding. Ook zo iets, je kan je bij 'bel-me-niet' opgeven wat je wilt, zodra je ergens naar hebt gezocht op internet ben je weer de lul en beginnen ze weer.
Langzaam begint de storm buiten af te zwakken merk ik, nu die van binnen bij mij nog.


vrijdag 11 oktober 2013

Karakter - Bordewijk.


Sinds enige weken heb ik een e-reader. Aangeprezen door een lieve vriendin van me, die me notabene ook nog verblijdde met een usb-stick waarop honderden boeken. Hierop vond ik o.a. Karakter van Bordewijk, een boek dat ik ooit las voor school maar waar ik de waarde vanwege mijn leeftijd niet inschatte. Nu wel, nu loop ik graag samen met deurwaarder Dreverhaven met lange open jas ('een jas als een zeil') over de Boompjes in Rotterdam, sla ik de Waterhondsteeg in en voel ik de 'gapende muil' van de allerarmste stegen tochten door mijn haar.
Ook sla ik stil vanuit een donkere hoek de andere hoofdpersoon gade, de moeder van zoon Katadreuffe, het kind dat verwekt werd in een zwak moment tussen Dreverhaven en moeder Katadreuffe. Moeder ('zij' of 'haar' genoemd in het boek) heeft tering (tbc), hoest wat, is vroegtijdig grijs door al het zware werk en de bittere armoede die ze heeft geleden. (Ze lijkt op mijn oma, oma Schot, of eigenlijk oma Boes.) De grijze haren bijeengebonden in een knot maar in het donkere van haar ogen vlamt het en zie je de kracht.
Ze is Rotterdamsch puur en rechtlijnig zoals dat hoort bij het volksche, weigert een cent van Dreverhaven aan te nemen, wil ook niet met hem trouwen, voedt haar zoon alleen op, slaat zich door het leven heen door borduurwerken te verkopen, goedkope huizen te bewonen en haar kostganger (die ze als een tweede zoon beschouwt) te verzorgen.

Vanmorgen vroeg was het regenachtig, nog donker, en mijn hond Jip schoof vanwege de kou onder de dekens. Ik vond het goed, ik moet toch mijn bed verschonen en niets is zo gezellig en dankbaar als dat zuchtende geluk van Jip van dit onverwachts goedvinden. Maar met een hond in je bed slaap je natuurlijk niet meer, hij duwt zich naar het beste plekje, rekt zich meermalen uit, trapt het dekbed weg als hij te warm wordt ..... dus ik knipte het licht aan en pakte mijn e-reader en binnen no-time stapte ik weer schouder aan schouder met Dreverhaven in het donker over de van vocht glimmende straatkeien langs de Maas. Naast me voelde ik Jip in een diepe slaap vallen, en ook mijn ogen werden weer wat zwaar ......

In tegenstelling tot de werkelijkheid was het in mijn droom midden op de dag en mooi weer, en ik reed in mijn auto ergens op een rijksweg, de A16 of A7.
In mijn buitenspiegel zag ik een vreemd rijdende motor aan komen. Tenminste, was het een motor? was het een motor met een koepel er overheen? Schuin overhellend en balancerend om enigszins op de weg te blijven reed het gevaarte mij voorbij, en ik dacht zelfs nog toen het voorbij reed: wat een mooie motor, blauw met wit. Maar toen ik goed keek zag ik dat er meer mensen opzaten dan twee, ik zag ook nog een kind, en nog een.
'Vluchtelingen' dacht ik. Ik haalde hen in en gebaarde dat ze naar de kant moesten en het leek hen bijna een opluchting om de stoep op te rijden. We stonden opeens op de Slinge in Rotterdam Zuid en de vrouw die achter het stuur had gezeten bleek een stevige korte vrouw te zijn, een 'volkschvrouw' zoals mejuffrouw Katadreuffe, de zwarte haren bijna geheel doorstreept met grijs, maar recht boven de schouder afgeknipt. Dezelfde zwarte glanzende ogen echter.
Toen iedereen van de 'motor' was afgestapt bleek er een vader en een moeder te staan, twee kinderen, een opa, vier fietsen, en de motoren bleken twee aan elkaar gebonden Solexen te zijn!

Ik stamelde mijn verontwaardiging over dit voertuig uit, het was levensgevaarlijk om zo hard over de snelweg te scheuren! En dat met die kinderen! Waar moesten ze naar toe?
"Zeeland" antwoordde de vrouw, onverzettelijk en stevig in haar katoenen jurk voor me staand. De man, met magere ongeschoren wangen, de smalle schouders in een wit hemd gehuld stond wat achteraf, net als de kinderen, blote beentjes die uit blauwe korte broeken staken, voeten in sandalen. Ik wilde weten wat ze in Zeeland gingen doen, maar ik vroeg het niet.
Wel wilde ik ze helpen naar Zeeland te gaan. Ik stelde voor mijn auto te gaan halen en ze naar Zeeland te brengen. Dat wilden ze graag. Ik wees, dáár woonde ik, ik ging mijn auto halen (jaja, ik weet dat ik schreef dat ik ze zowat van de weg af drukte met diezelfde auto, maar nu was hij opeens weg) en liep naar mijn huis.
Een portiekwoning. Beneden stond mijn vriend en ondanks dat ik verwachtte dat hij me direct met de vluchtelingen zou helpen deed hij dat niet. Hij had het druk en was argwanend, zei dat ik al die mensen en fietsen niet allemaal in mijn auto kon krijgen. Ik somde op dat ik dit en dit allemaal op de fietsendrager kon binden, het ging vast lukken. We stonden nog steeds buiten, metalen open trappen leidden naar boven naar de woningen en mijn autosleutel lag daar ergens, binnen. Maar vriend zei dat hij de voordeursleutel niet kon vinden, hij rommelde wat in onze brievenbus die daar aan een rek hing, stond hem daarna uitgebreid en langzaam weer dicht te plakken met tape. We kregen ruzie, ik vond het allemaal veel te lang duren, ik wilde naar binnen mijn autosleutels pakken. Ondertussen keek ik telkens of ik verderop de vluchtelingen nog zag staan ........
ik werd wakker.

Het was licht, het grijzige vroege licht van een gure herfstmorgen. De regen tikte tegen de ramen, herfstbladeren zaten tegen de ruiten geplakt. Jip lag nog heerlijk warm lang uitgestrekt met zijn rug langs mijn linkerzijde. Buiten schreeuwde de kat aanhoudend dat ze zo snel mogelijk naar binnen wilde: snel snel snel snel snel. De e-reader was op de grond gevallen zag ik.









zaterdag 5 oktober 2013

cardboard challenge day


's Morgens kijk ik graag naar het Engelse nieuws, weet ik waar de file's staan en of de metro vertraging heeft op bepaalde lijnen.
Waarom ik er naar kijk? Tja. Ik was een paar keer in Engeland en de Engelsen hebben wel mijn hart gestolen, om nog maar niet te praten over het schitterende landschap. In Londen zelf is het ook fantastisch. Druk, de lucht is vuil van alle verkeer, maar het bruist van het leven.
Ik was er een keer met mijn moeder die er verbazend goed de weg wist (ook met de metro), ze was er al een keer geweest met mijn broertje, en ik dacht ook een keertje met het volwassenenonderwijs. En ik was er zelf ook een keer met 'school' (kort daarna zonk het schip, de Herald of Enterprise, waarin ik, op de heenweg al wat verkouden, op de terugweg helemaal onderin ergens in een goedkope hut, met bronchitis lag). Goed, voordat ik afdwaal, de laatste jaren ben ik helaas niet meer in Engeland geweest, maar ik zou graag een keer wat langer naar Engeland gaan, een maand of zo.

Dus ja, gedeeltelijk kijk en luister ik naar de Engelsen omdat ik een zwak voor ze heb, maar naar het nieuws kijk ik omdat ze altijd ook wel een leuk nieuwtje brengen.

Vandaag zaten er vier nog kleine kinderen op de bank bij het 'breakfast' news, want een van die kinderen, een kereltje van een jaar of acht, negen, heeft iets bedacht: gezamenlijk of alleen met behulp van kartonnen dozen 'iets' maken. Bleek het een rage te worden, hordes kinderen kwamen naar de werkplaats van zijn vader om daar met kartonnen dozen te stoeien.
Voorbeelden worden getoond: een kasteel, een raket, een spelletje waarbij je met een balletje punten kan scoren als je ze door bepaalde deuren mikt, een vliegtuig (wat er uit ziet of vooral papa of mama enorm genoten heeft van het knippen en plakken met karton), etc. etc.
Vandaag is de dag genoemd naar dit populaire geknutsel: cardboard challenge day.
De kinderen die nu op de bank zitten bij breakfast news wordt gevraagd wat ze gemaakt hebben en direct wijzen de vingertjes en vertellen ze, opgaand in hun verhaal en ik zie in de wegdromende ogen dat ze vertellend weer in hun avontuur zitten.
'Wat doen jullie liever, met de computer spelen of met de kartonnen dozen iets maken', wordt ze gevraagd. Alle vier kiezen ze voor de kartonnen dozen.

Dus. Wil je vandaag iets anders doen dan anders en mee doen met de 'kartonnen dozen uitdaging dag': haal een paar dozen, worstel, plak en knip en have fun.

donderdag 26 september 2013

We zijn de zee.


Ik ben een paar daagjes met de honden naar zee. We staan met de camper op een kleine camping, die even teruggetrokken van de hoge duinenrij ligt. In het voorjaar staan we hier omringd door de geurende hyacinten of narcissen, blauwe druifjes, nu zijn de velden leeg, een enkel veld staat onder water (tegen de virussen en aaltjes die altijd de bloembollen bedreigen) of er staan worteltjes. Ook leuk om te zien met dat fijne groen en fijn voor de vele konijntjes die hier rondlopen.

Vanuit de camper kan ik het bankje hoog op het duin zien staan waar ik ooit met mijn moeder zat, en waarvandaan ik foto's maakte. Het lijkt of er een dunne lijn van mijn hart naar dat bankje loopt, het voelt of ik er nog steeds samen met mijn moeder zit, met haar daar op het pad loop, zij met haar rollator, ik met mijn andere hondje of met deze twee die nu aan mijn voeten liggen. Toch kan ik, starend naar dat bankje, geen contact maken met mijn moeder, of met mijzelf, omdat ik in een andere periode leef.
Soms denk ik dat ik dicht tegen die andere periode, die andere tijdslijn of een parallel universum aanzit, of ik dankzij een  glanzende (een andere wereld weerspiegelende) plas op straat, of in de schaduwen tussen de bomen die andere tijdslijn, of dat andere universum kan zien of voelen, maar het volgende moment ben ik weer gewoon 'hier'.
Zo gaat het ook nu, dicht bij de zee, waar mijn geest kan waaien, waar via die hartlijn ik weer even naast mijn moeder op het bankje zit, waar toekomst en verleden ineen lijken te schuiven en ik even later weer gewoon in de camper zit, mijn zere knie voelend, mijn rommelende ingewanden horend en ik de honden aan mijn voeten zie en voel liggen, in hun slaap zuchtend van diepe tevredenheid.

Wat minder filosofisch nu. Het landschap dat tegen die duinenrij aanligt kan ik niet mooi vinden, maar de duinen en de zee maken dat allemaal goed. Een stukje rijden en er zijn wat dorpjes die wel weer aardig om te zien zijn.
Verwend door het wisselende landschap van Groningen, waar nog veel oude boerderijen staan, waar het landschap zowel open als lieflijk kan zijn, waar je zeehonden kunt zien luieren op het wad, of waar je (sporadisch) nog oude weilanden kunt vinden compleet met gehoornde koeien die in schaduwplekken liggen, is dit landschap leeg, kaal, bijna woest als het weer tegenzit.
Er zijn bij de Noordhollandse duinen veel nieuwe vakantieparken aangelegd, de huisjes hutje mutje tegen elkaar, slechts hier en daar zie je in het landschap een enkele oude boerderij.
Hier jagen de wolken boven de zee, schuiven schaduwen in rap tempo over de duinen, klapperen de touwen tegen vlaggenmaste en klepperen rafelende vlaggen in de nooit aflatende wind. Als het in Noord Holland niet waait is het 'vreemd weer'. Aldus de bewoners.

We hebben mazzel. Niet alleen was het de afgelopen dagen 'vreemd weer', dus vrijwel windstil, maar vandaag schijnt de zon. Ik hoorde vannacht al dat het stille weer ging veranderen, de wind trok aan, en vanmorgen was de mist en al het vocht verdwenen, de zon stond al een stukje aan de hemel, en dieppaarse wolken hingen in de verte boven het duin met de belofte van regen of in ieder geval met de dreiging ervan.
De dreiging deerde ons niet. We liepen urenlang over het strand, zus Hennie en ik en de honden. Het bleef droog en zonnig. Raapten we vroeger altijd schelpen, ditmaal raapten we zowel gisteren als vandaag tientallen stukken plastic en restanten vislijn op, en vulden onze tasjes verder met een halfvergane pet (Dolce en Gabbana), duikbril, frisbee, restanten van vijf ballonnen (de glanzende bandjes eraan nog even sterk als toen het eraan gebonden werd), zakjes achtergelaten hondenpoep, flessen, blikjes, melkpakken, flinters koffiebekertjes, potjes yoghurt, een container, een glazen pot (500 gr. rode kool van Hak), twee nog dichte bakjes Filet Americain, etc, etc. etc.
We vonden ook nog bruikbare spullen: een kunststof snijplank, een zandvormpje (zeesterretje, groen), een kunststof bezemsteel.
Bij elkaar schatten we de oogst van de afgelopen dagen op zo'n 15 kilo.
De vreemde oogst maakte ons niet uit. Het gaf ons iets te doen en het gaf zeker zoveel voldoening als vroeger schelpen rapen, 'ons' strand was even weer netjes en in de rommel die wij opraapten zouden geen dieren verstrikt raken of meeuwen stikken.

Jip rende in de rondte, daagde nu en dan een andere hond uit om mee te rennen, om er vervolgens van te schrikken als ze daar gehoor aan gaven. Jip is niet echt een held, als er achter hem aangerend wordt vind hij het al gauw een beetje eng.
Davo liep aan de lijn, hij eet teveel rommel (soms hele happen van de mosselen die in klonten op het strand aangespoeld liggen) of hij loopt met zijn vrijwel nietsziende blik opeens weg, alsof hij in de verte toch iets bekends ziet (of ruikt), en loopt dan zo snel in dat gammele drafje van hem dat hij bijna niet meer in te halen is.

Vlakbij de standtent waar we koffie gingen drinken liep een hond zonder baas. Ik zag hem al van verre, vond het vreemd dat hij zo over het strand dwaalde, zijn riem sleepte achter hem aan in het zand. Wat later liep hij naar de strandtent waar wij ook naar toe gingen, en ik zag dat hij naar buiten werd gejaagd.
Omdat hij nog op het omheinde terras liep kon ik de riem grijpen, en ik zag een telefoonnummer op de penning gegraveerd staan. Ik belde, en even later meldde zich een Duits sprekende man. Ja, ze hadden een hond en zijn vrouw was in Julianadorp op vakantie, zag ik haar nergens? Ze had lang haar, donker. Ik zei dat als ik ze niet vond ik hem terug zou bellen, maar in de verte zag ik inderdaad een vrouw met lang donker haar, een kind in haar kielzog.
Met drie honden liep ik naar haar toe en ik zag de opluchting in haar gezicht toen ik haar naderde.
Ze reikte naar de riem en vertelde: het was een jonge hond die zich had losgerukt toen ze aan de andere kant van de duinen had gelopen, ze was erg blij dat hij terecht was. De vrouw was een mooie mix van rassen, lichte groene ogen en een licht getinte huid. Ze stak haar hand op terwijl ze weer terugliep, samen met haar blije zoontje en ondeugende hond.

Hennie en ik waren blij dat de hond weer bij zijn baasje was. We dronken koffie, liepen weer een heel eind terug over het strand, zaten voordat we het strand verlieten nog een tijdje in het zachte witte zand te praten over hoe vreemd het was om mensen te verliezen en 'gewoon' door te moeten gaan, weer plezier in het leven te vinden terwijl je het idee hebt dat er geen plezier is als je het met niemand deelt. Over je alleen voelen (terwijl wij bijvoorbeeld goddank nog familie en vrienden hebben).
Ons gesprek viel stil en tegelijkertijd opperden we om weer verder te gaan. We stonden op, ik dacht nog even over mogelijke parallelle tijdslijnen, over de nietigheid van het menselijk bestaan terwijl de zee onvermoeibaar de golven op het strand blijft werpen, dacht dat er geen antwoorden zijn op die grote levensvragen, alleen misschien inzicht, en ik herinnerde me een toepasselijk gedicht:

Ik was te Cadzand aan het strand
getuige van een misverstand,
toen ik twee golven hoorde spreken
precies voordat ze zouden breken.
De ene riep: "Het is gedaan,
wij zullen hier te pletter slaan!'
De ander zei beslist: "Welnee,
je bent geen golf, je bent de zee.


(Uit: je bent de zee, van Hein Stufkens, filosoof, dichter, schrijver en zen-leraar.)





vrijdag 6 september 2013

Lakenvelder


Heerlijk gefietst afgelopen week, onder andere met mijn oudste zus, naar mijn 'middelste zus' en zwager. 'Het voelde als vakantie' zei oudste zus, terwijl ze genoot van het fraaie landschap. We kwamen door een streekje dat 'Smeerling' heet. Oude weitjes met bomen die schaduw bieden aan het vee, meanderende sloten, nog een enkele diep naar het land gebogen oude boerderij. Opeens stonden we oog in oog met mijn favoriete koeienras. Bruin òf zwart, met een wit 'laken' over de rug. De bruine vind ik het mooist.

Waarschijnlijk is het ras (omdat het nou eenmaal in handen is gevallen van de mens), veranderd, maar nog steeds is het een fraaie koe met mooie verhoudingen, geen achterlijk grote uiers of schonkige rug of bizar veel spieren. (De laatste speciaal door de mens gefokt en van de naam voorzien: 'vleeskoe'. Het woord alleen al doet me huiveren.)
Nee, alles is in verhouding bij de Lakenvelder.  Kortom, er is geen mooiere koe. Als ik kon dichten zou ik een vers maken voor deze koe. Zoiets:

Lakenvelder.
Schone oerkoe.
Frisse witte flanken
Zijde zwoele wijze blik
glanzend bruin als zuster ree
of het glanzende zwart van nacht
Ik fiets voorbij en denk 'zij Zijn'
zij wèten 'noord is ginds, zuid is daar'
kauwen yin zowel als yang, liggend in het gras.
ik, ik fiets slechts langs, stil vragend: 'is het waar?'


(principe: iedereen kan dichten, gedicht van tien regels, beginnen met één woord, iedere regel een woord toevoegen).


donderdag 29 augustus 2013

Monsanto.


Regelmatig rollen ze mijn mailbox in: berichten van Avaaz over Monsanto met uitleg wat deze van plan zijn en of ik, mits ik het niet met deze praktijken eens ben, mijn digitale tegenstem wil laten horen.  Uiteraard reageer ik, want dat een Multinational (genetisch gemanipuleerde) zaden patenteert en vervolgens de hele wereld langzaam gaat overheersen is zo bizar dat ik deze berichten in eerste instantie niet geloofde. Monsanto was overigens ook de maker van Dioxine en het ontbladermiddel Agent Orange dat in Vietnam werd gebruikt. 

Een buurvrouw met wie ik hierover sprak gaf me een dvd met een documentaire over Monsanto: 
De wereld volgens Monsanto, Marie-Monique Robin, hier ook op Youtube te zien: 


Vandaag keek ik naar de dvd en ben me te pletter geschrokken. Het gaat over Roundup (ten onrechte ooit aangeprezen als biologisch afbreekbaar), over genetisch gemanipuleerd voedsel en over de wereldwijde bedreiging van ons 'gewone' voedsel. Het gaat ook over het kapot maken van (wereldwijd) de kleine boeren en het besmet raken van niet gemanipuleerde planten die door besmetting misvormd raken of ziektes krijgen, faillissementen van - of klem gezette - boeren, mensen die ziek worden en vroegtijdig dood gaan. En dan heb ik het nog niet over de rol van de politiek, het doen alsof nieuwe middelen veilig zijn (onderzoeksresultaten beïnvloeden zodat ze gunstig lijken) en wetenschappers onder druk zetten of omkopen.   
Op youtube is er aardig wat over te vinden (zie o.a. de tekst en de link hier helemaal onderaan). 

Niet schrikken en niet depressief worden, er is iets tegen te doen: we kunnen de handen ineenslaan tegen Monsanto. Wereldwijd zijn er protesten en via Google kan je groepen vinden die zaden uitwisselen en die de oerzaden uit handen houden van Monsanto. Milieudefensie zit er ook bovenop.  
Let goed op wat je voor voedsel koopt, wees kritisch, kijk of er genetisch gemanipuleerde mais of soja in de producten zit in de winkel. Laat de Roundup mocht u die nog in huis hebben bij het chemisch afvaldepot vernietigen en vertel iedereen dat dit middel absoluut niet veilig is voor natuur, mens en dier.  
Overigens: Facebook heeft de oproep voor een protestmars tegen Monsanto verwijderd, lees ik al Googlend. Niet dat dat hielp, in mei 2013 kwamen duizenden mensen op de been tegen Monsanto en in oktober is er weer een bijeenkomst gepland. Maar waarom doet Facebook zoiets denkt u? 


onderstaande tekst en link naar youtube gekopieerd van: www.geennieuws.com/2013/08

Monsanto: tot uw dood er op volgt ( film)

Monsanto

Enige dagen geleden plaatsten wij een artikel over de genetisch gemanipuleerde zaden van de Amerikaanse chemiereus Monsanto. Dit bedrijf tracht met het genetisch manipuleren van met name mais zaad  een planten ras te produceren dat resistent is tegen een aantal insecten en ziektes. Prima zaak zou je zeggen, ware het niet dat het mais zaad dat de naam SMARTSTAX draagt ,  ACHT verschillende gif soorten bevat, waarvan bij lange na nog niet vast staat welke invloed deze uiteindelijk zullen hebben in de menselijke voedselketen. Het verhaal is logisch, het zaad “bevat” gif, het daaruit geteelde  mais wordt als diervoeder gebruikt, u eet vlees en uiteindelijk zoals proeven met muizen en ratten hebben aangetoond, zal uw lichaam een hoeveel gif moeten verwerken die mogelijk  boven de toegestane toleranties ligt. In eerste instantie stemde de EU 6 weken  TEGEN het toelaten van SMARTSTAX maar daar is 2 weken geleden  nu verandering in gekomen, een wijziging die niet ten goede komt aan het welzijn van de EU burgers, een item die als wij Brussel mogen geloven de EU altijd zo na aan het hart ligt.

Nadat 6 weken geleden de landbouwministers van de 28 EU landen er niet uitkwamen en er geen meerderheid behaalt kon worden om SMARTSTAX op de EU markt toe te laten, werd 2 weken geleden  een 2e stemming gehouden, waarbij Duitsland zich WEER van een stem onthield. Dit betekende dat er voor de 2e keer geen absolute meerderheid ( of minderheid) behaalt kon worden, MAAR  als dit het geval is, stellen de EU regels het de commissie vrij om  ZELFSTANDIG te beslissen en besloot de commissie om het licht op groen te zetten SMARTSTAX mais in de EU te kunnen importeren, waarbij een aanbouwvergunning van deze maissoort door Europese boeren nog op zich laat wachten.


In SMARTSTAX bevinden zich ZES verschillende insectengiften en TWEE plantenverdelgingsmiddelen ( Glyfosaat en Glufosinaat) hetgeen de plant in interne kringen reeds de naam giftplant heeft opgeleverd. Insectendeskundigen beweren met grote stelligheid dat met name de de teruggang in de bijenpopulatie te wijten zou zijn aan genetisch gemanipuleerde zaden. Bijen zijn in tegenstelling tot politici, ambtenaren van levensbelang  voor onze samenleving.

Glyfosaat is het werkzame middel van het onkruid verdelgingsmiddel ROUNDUP ( ook van Monsanto)   en de gevolgen bij het gebruik vindt u o.a. hier. Maar ook Glufosinaat is niet onomstreden , lees hier.
Daar Monsanto een enorm sterke lobby heeft bij de Amerikaanse regering, heeft zoals uit documenten welke verschenen bij WIKILEAKS de Amerikaanse regering grote druk uitgeoefend met name op de Duitse regering om in eerste instantie de invoer van en in een 2e instantie de aanbouw van de door Monsanto in samenwerking met DOW geproduceerde zaden niet tegen te gaan, hetgene verklaart waarom de Duitse minister van Landbouw Aigner tot TWEE MAAL toe zich tijdens een stemming in Brussel van haar stem onthield. Hiermee tracht Duitsland de kool en de geit te sparen, een zeer doorzichtige handelswijze. Daar echter zowel in de media als ook in de officiële EU bekendmakingen angstig over dit onderwerp gezwegen wordt, zal de EU burger weinig lezen of horen  van  wat hem/haar te wachten staat, namelijk uiteindelijk een verhoogd percentage gifstoffen in de bloedcirculatie. Dat de EU met haar handelswijze stiekem meewerkt aan “hogere economische  belangen” waar de diverse EU politici zeker niet slechter van zullen worden, mag duidelijk zijn. Brussel tracht op alle mogelijke manieren het nieuws over deze zaak uit de media te houden, net als overigens uiteraard ook de vaderlandse MSM.

Moet u nu onmiddellijk vegetariër worden ? Dat willen wij niet beweren, maar deze zorgwekkende ontwikkelingen toont  aan dat er over uw hoofd heen op zeer ondemocratische wijze beslissingen genomen worden met name door een EU, weer een argument op deze zich zo langzamerhand als zelfstandige staat beschouwende club zo snel mogelijk af te schaffen of daar geen deel meer vanuit te willen maken. Dat dit indruist tegen de ambitieuze plannen van veel van onze politici die lonken naar een zorgenvrij bestaan in Brussel is eveneens duidelijk.
Om u het geheel nog eens duidelijk te maken hier een 80 minuten durende film over de gevolgen van genetisch gemanipuleerde zaden en het terechtkomen daarvan middels planten en dieren  in onze voedselketen:





vrijdag 23 augustus 2013

Kamperen in Frankrijk.



Peet en ik hebben deze vakantie wél en niet officieel gekampeerd. Officieel is het als je totaal bent overgeleverd geweest aan de grillen van de campingeigenaars, en dat waren we slechts een paar dagen/nachtjes.
Gisteren namen we weer afscheid van Peet's zus, die net als God in Frankrijk woont. We voelden ons bedroefd ondanks dat we vrolijk en uitbundig zwaaiden. We tankten bij de plaatselijke supermarkt, kochten water en broodjes en heuvelden ons richting rijksweg.
Het verkeer was zoals gebruikelijk saai, onderhoudend, grappig, verbazend, gevaarlijk en bizar en bij Parijs zeer langzaam. We sukkelden een tijdje, en besloten na heel wat wikken en wegen om naar Cappy te rijden. Daar zijn we nu: Camping Les Charmilles.
Een voordelige camping municipal, en het dorpje lijkt een roerig verleden te hebben, lezen we in de vele folders die we bij het aankomen bij het verlaten kantoorgebouwtje aantreffen. De laatkomers wordt verzocht een plekje te zoeken op de nrs. ..... Wij kozen nr. 23.

We wandelden toen de 'tent' stond en we een blikje soep hadden opgewarmd in het bijna donker nog even naar het stadje. We hoorden veel water ruisen, eenden kwaken en jagers schieten. Nu is het ochtend, 9 uur en de zon schijnt al brandend op mijn armen, een specht jodelt en de thee staat klaar.

De Franse camping in het algemeen lijkt in al die jaren niet veel veranderd. Wij bezoeken graag kleinere campings en die zijn prima. Maar de was-/toiletgebouwtjes ..... dat kunnen de Duitsers beter .  
Nu volgt een klaagzang op het Franse toilet/douchegebouw in het algemeen: slechts zelden is er een plekje om je spullen droog te zetten als je gaat douchen. De vloer is altijd goor omdat je nou eenmaal op slippers of schoenen naar binnen loopt. Onder de douche breek je je nek omdat je uit je slippers schiet of omdat je aan de grond vastzuigt. Er ontbreken haakjes, de deur sluit slecht en soms niet. Er zijn te weinig douches, of kinderen bezetten de douches en spelen er zó lang dat het sop onder de deuren door golft (of nee, dat laatste gebeurde in Nederland!).
Er is vaak geen toiletpapier of juist heel veel (op de vloer). De toiletten zijn soms vies achtergelaten. Dankzij een sensor gaat het licht uit en je staat in het pikkedonker in een vreemd toiletgebouw (waar we nu zijn). De kranen zijn voorzien van een drukknop en er knalt (hoe voorzichtig je die knop ook indrukt) zoveel water direct in de bak dat er een fontein ontstaat, je bent in een klap drijfnat en altijd rond je kruis.
Het  douchewater is zo warm dat je er niet onder kunt staan of (in deze vakantie drie maal gebeurd: je staat naakt en met een klodder zeep of shampoo in je hand maar het douchewater wordt maar niet warm! )
Op een been huppelend probeer je later in je onderbroek en veel lastiger, je lange broek te stappen, de pijp omhooghoudend omdat de vloer nat of goor is, moeizaam de broek omhoog wurmend omdat je been nog vochtig is ....omvallend tegen de muur die je liever niet wil aanraken.
En soms is er zelfs nog die stank van een open riool. Je vraagt je af, waarom in godsnaam kamperen mensen?

Ik weet het wel, denkend aan mijn eerste zelfstandige kampeervakantie in Sète, aan de Franse zuidkust, op een armoedige maar goedkope staatscamping op een zeer steile helling. Het opstaan na een bizarre nacht op een half leeggelopen luchtmatrasje (de heup telkens behoedzaam neerleggend in een kuil). Dat kostte niet veel moeite, ik was jong en kon zelfs op een kiezelvloer nog slapen.
Vooral herinner ik me mijn verbijstering bij het omhooglopen (op een rotsig zandpad) naar het wrakke toiletgebouw in de morgen (na diep in de nacht te zijn gearriveerd) en bij het omkijken ontdekte ik dat er een schitterend blauwgroene zee aan de voet van de camping lag.
Dat die zee er was wist ik al, ze had me toegeruisd, maar ze was donker geweest met wat wittig schuim en zoals je dat voelt bij nacht en water: onheilspellend.

Ik was toen achttien, maar ik zag die enorme heldere groenblauwe zee en was verbaasd als een kind en ben dat gebleven. Ik zou iedere keer dat ik de zee zie willen zeggen: mama, MAMA!  kijk nou, kijk nou, van opwinding huppelend aan haar hand, wijzend en omhoogkijkend om haar ma's ogen de weerkaatsing van dit blauw, van die verbazing te zien. Ja, kinderlijke verbazing en schoonheid delen, dat past bij de kleurschakeringen van de (mediterrane) zee.
Toen, tijdens die eerste kennismaking met de Franse kust, liep ik, na samen met mijn zus een tijdje naar het prachtige uitzicht te hebben gekeken, omhoog richting toiletgebouw waar ik even later omhuld werd door een stank die ik tot op de dag van vandaag hier in Frankrijk herken: septictanks en een slecht werkend rioolstelsel.

Toch, mijn opa zei het al, zonder de traan is er geen lach, of zei hij: zonder verdriet is er geen geluk? Nou ja, zoiets. Het is die bizarre combinatie in Frankrijk van schoonheid en verval die je niet alleen boeit, maar ook verbaast, alsof je nu en dan van God himself met kinderogen mag kijken. 

dinsdag 20 augustus 2013

Frankrijk.


Vanmorgen werd ik weer blij opgewacht door de hond van de buren. Ik deed de deur open van de camper, en binnen enkele minuten kwam ze aangeslenterd, nonchalant zwaaiend met de staart, even krabbend, op de rug rollend, dan blije sprongetjes makend en naar me 'buigend' om me uit te dagen, met de poten harkend naar mijn benen. Ze was alleen ditmaal, meestal loopt er een kip niet ver van Ta-ies (Thais) vandaan. Het lijkt een stelletje dat samen de terreinen afschuimt op zoek naar wat lekkers (of in het geval van Thais een combi van iets lekkers of even spelen).
Het gras is vochtig deze morgen, en er hangt een strak blauwe lucht boven me. De wind is gedraaid en wat verkeersgeluiden komen de heuvel op waaien. Het blijft vreemd dat ik hier zo weinig vogels of insecten zie. Geen zwaluwen scheren hier door de lucht, geen musjes scharrelen onder de pannen. Niets. Alleen de duif koert, en een kraai raspt af en toe achter de haag. Voor de rest is het stil.
Ik raap wat appeltjes van de grond om mee te gooien en Thais huppelt naar voren, blij dat ik eindelijk mee wil spelen.
En kijk, daar komt ook, bedachtzaam schrapend in het gras, de kip.





Een (sterk vertekenende) panoramafoto:



maandag 19 augustus 2013

Ta-ies - leven als God in Frankrijk.


Gisteren reden we vanaf de camping in Miannay, ergens aan de Somme (Picardië), richting de Dordogne. Daar woont een zus van Peter. We reden om beurten, Peet en ik. Een miezerig regentje viel en de lucht was dik en grijs. De ruitenwissers zwiepten traag over de ruiten, wij vermaakten ons met het afkeuren van foute modellen auto's (te rond, te veel bulten, te veel opsmuk, of foute kleur), en het bekritiseren van de rijstijl van de soms zeer roekeloze Fransman.
Halverwege brak een dun zonnetje door en sloeg de file toe. Rechts boven ons hoofd vloog parallel aan de rijksweg de traumahelikopter. Ik zette de motor uit, maar na een paar minuten reed de hele rij toch een klein stukje door, en nog een stukje ..... We sukkelden zo een ruim uur verder.

De navigatie vertelde dat er voor ons zo'n 6,6 km file stond, dat er over 300 meter een afslag was die we moesten nemen. Dat deden we. In dezelfde slakkengang reden we in de richting van de afslag (aan het eind van de afslag waren 'tolhuisjes' waardoor het eindeloos duurde voordat het verkeer van de afslag af was). Traag op de afrit rijdend zagen we links van ons dat de mensen die nog op de weg in de file stonden, inmiddels naast de stilstaande auto's hun gemak ervan namen. Ze hingen op de auto's, op de vangrail, en zelfs zal ik mensen tuinstoeltjes uitklappen in de berm en met elkaar een glaasje bier opentrekken, of lieg ik dat laatste? Nou, in ieder geval zag ik dat die verbroederende sfeer was ontstaan die tussen vreemden soms ontstaat als je ze in een dergelijke situatie gevangen zitten.

Wij kropen voort tussen de dringende auto's waarin geagiteerde Fransen en Hollanders in de richting van de betaalautomaten. 17 euro telden we uit, en we kregen geen korting omdat we 70 minuten ongewild op die tolweg hadden moeten blijven.
Later dan we wilden reden we uiteindelijk hier de heuvel op waar Anja, de zus van Peter woont. We stapten uit en werden blij begroet door Anja en het groepje vrienden dat er op bezoek was. Het eten stond klaar, een tafel naast de appelboom stond gedekt, de zon zakte en de kandelaars werden aangestoken.
We aten, de dag werd besproken, de reis, de overeenkomsten van het wonen in Frankrijk op het platteland of in Groningen. Er is niet zoveel verschil, zij het dat de omgeving hier natuurlijk prachtig is.
Het was al laat toen we in onze camper ons bed opmaakten.

'sNachts riep de uil en hoestte een koe in het weitje naast de camper. De krekels krekelden onvermoeibaar de godganse nacht. Rond twee uur moest ik plassen en hurkte in het gras in het mysterieuze licht van de bijna volle maan.

Toen de dag aanbrak keek ik door het gazen raampje van ons daktentje en zag dat de lucht nu ook hier dicht bewolkt was. Ik liet mijn benen uit ons hoge bedje glijden, stapte op de voorstoel van de auto, liet de zijdeur van de auto openglijden. Er lag een hond naast de auto. Hij kneep de ogen wat toe, slierte een tong over zijn neus en kwispelde, allemaal goeie signalen. Ik hurkte naast de hond neer en trok mijn vingers door de stugge droge vacht. Ik dacht aan Jip en Davo, die bij Verie en Reitze logeren.
De hond rolde op zijn rug, nog steeds kwispelend. Een kip kwam aanlopen, ratste met de pootjes in het droge gras.

Onder mijn blote voeten knisperde het droge stugge Franse gras, de lucht was schoon en het was weer opmerkelijk stil. Alleen een duif koerde in de bomen. Geen zwaluw te zien of te horen. Geen enkel verkeersgeluid kwam aangewaaid, geen geluid van gonzende insecten, niets. Alleen de wind liet de bladeren van de bomen ruisen. Aan het einde van de tuin stak net boven de heg een fraai vergezicht uit, wat daken tussen het groen in de vallei in de verte, en zover het oog kon kijken was de lucht dicht bewolkt.
De hond huppelde weg en kwam met een takje terug dat ze voor mijn voeten neerlegde. Later zou ze weer terugkomen met een enorm bot, een dijbeen van een koe waarschijnlijk.
Ta-ies is de naam van de hond, Thais dus eigenlijk. Het is de hond van de buren, vertelde Peet's zus toen ze even later, ook blootsvoets, aan kwam lopen in haar nachtpon en in het Frans tegen de hond sprak.
Weer zaten we aan de tafel bij de appelboom, ditmaal om te ontbijten. Thee werd in grote kommen geschonken. Thais werd naar huis gestuurd en wij aten. De bewolking versnipperde en de zon brak door.









maandag 12 augustus 2013

Branden in veeschuren.


Vorige week was ik bij een schat van een tante. Tante Miem noemen we haar maar ze heeft ook nog een prachtige doopnaam: Francina. Een jongere zus van mijn vaders kant, inmiddels 85 jaar oud. Sterk en weerbaar is ze, door het leven flink te grazen genomen, maar als bamboe veert ze telkens weer op. Ik hou een hoop van haar en vind het jammer dat ik haar te weinig zie. 
We zaten in haar leuke tuin en dronken thee, ondertussen kijkend naar alle vogels die langskwamen om wat eten bijeen te scharrelen. Een boomklever, diverse lijsters en merels, een duif, musjes, roodborstje. 

We praatten bij, en uiteraard werd er ook over mijn vader gesproken. Wat telkens naar voren kwam in het gesprek was dat wij (eigenlijk de hele familie) van dieren houden, geen onrecht dulden, en ons sterk maken voor de zwakkeren. Als we een familiewapen zouden hebben, zou dat erin gegraveerd staan.  
Al lagen mijn twee honden in de schaduw en op een dekentje naast ons, en weet ik dat ik talloze dieren heb geholpen om te overleven, katten herplaatst heb, of gevangen, zelfs met hulp van mijn vriendin Verie een tamme loopeend (een gezonde) en een buizerd (een te zieke) naar de vogelopvang bracht, en de hoeveelheid vogels die ik redde of begroef ontelbaar zijn, toch voel ik dat ik op een belangrijk punt tekortschiet tegenover de dieren. Er is teveel leed en ik kan er niets (of niet genoeg) aan doen. 
Er dreint al jaren een vraag door mijn hoofd waarop ik geen antwoord krijg : met welk recht heersen mensen over dieren? 
Op de rijksweg zag ik een auto waarop stond: pluimvee-verwerking. Denk eens even na over dat woord! 'Vleesproductie' is er ook zo een. Waar is het dier gebleven? 

Regelmatig heb ik het met een vriendin over het onbegrijpelijke feit dat er dieren in stallen mogen worden gehuisvest zonder dat er deugdelijke brandmelding of een sprinklerinstallatie aanwezig is. 
Aan brandwering (lees: bescherming van dierenlevens) wordt geen geld besteed. 
Miljoenen worden uitgegeven aan de bouw van enorme schuren en voeder- of melkinstallaties, het vee vertegenwoordigt ook een aardige waarde, maar er wordt niet gedacht aan de veiligheid van de dieren zelf. Opgesloten hebben ze geen schijn van kans als er brand uitbreekt. En helaas zijn er geregeld schuurbranden waarbij bijvoorbeeld in een klap 2000 varkens kunnen omkomen, of een veelvoud hiervan aan kippen. 
Is het niet bizar dat een verzekeringsmaatschappij geen eisen stelt aan de brandveiligheid, zeker als je kijkt naar de hoeveelheid methaan-gas die nou eenmaal ontstaat bij de opslag van mest. De grote veehouderijen staan notabene als een risico-factor en als 'gevaarlijk' op de ramp/evacuatie-kaart vermeld die we van de gemeente hebben ontvangen. Als ik erover nadenk ... nee, ik snap er niks van, ik wil er eigenlijk ook niet lang over nadenken. Het antwoord is toch meestal: geld of economie. Alsof die woorden synoniemen zijn voor 'vooruitgang en welzijn'. 

Vanmorgen ging ik met de honden naar buiten. Ik had al gezien dat het mistig was, maar het bleek een blauwige mist en het rook naar brand. Telefoontjes naar politie en provincie vertelden me alleen dat ze of niets wisten of dat ze me niet mochten vertellen waar de brand was,wel zeiden ze dat het tussen Gieten en Rolde was. Ik keerde terug naar huis en las op NU.NL over een grote brand die hier 25 km vandaan woedde. 



Gepubliceerd:
Laatste update: 
12 augustus 2013 04:11
12 augustus 2013 07:12

Grote veeboerderij Drenthe in brand

In Drenthe is in de nacht van zondag op maandag een uitslaande brand uitgebroken in een grote veeboerderij.


Dat melden de politie en de brandweer.
Drie mensen hebben rook ingeademd en werden ter plekke behandeld. Volgens een woordvoerder van de brandweer konden tachtig koeien worden gered. Een paard heeft de brand niet overleefd.
De boerderij bestaat uit meerdere stallen en herbergt in totaal zo'n vijfhonderd stuks vee. De stal die vlam had gevat kan als verloren worden beschouwd.
De brand is rond 2.00 uur 's nachts uitgebroken. De oorzaak is nog niet bekend.

Ik weet niets van de omstandigheden of van de mensen en dieren die dit overkomen zijn. Het berichtje was puur voor mij de trigger om weer mijn ongeloof uit te spreken over het gebrek aan brandwerende maatregelen in veeschuren in het algemeen. 

Denk alsjeblieft na over de rechten van het dier. Google eens wat er in een hamburger zit (volgens http://www.realfarmacy.com/whats-in-a-burger zit er 2.1 tot 14.8 gram vlees en de rest is rommel vermengd met ammonia om de parasieten te bestrijden). Maar afgezien daarvan, het is een restproduct van doodgemaakte DIEREN. 






donderdag 8 augustus 2013

Boodschapje.



Het is nog vroeg als ik naar het centrum fiets. Donker hangen regenbuien boven mijn hoofd, een kerkklok slaat negen maal. In de Hema ruil ik een nachtponnetje dat ik te krap vond, dan haal ik mijn vriend zijn korter gemaakte broeken op, nu hoef ik alleen nog even naar de buurtsuper. 
Mijn fiets zet ik onder de brede overkapping bij de supermarkt en ik loop de nog stille winkel binnen, ik heb koffiefilters nodig. 

Mijn ogen schieten in de rondte in de voor mij onbekende supermarkt. De wilde (lees: platte) perziken zijn hier heel goedkoop zie ik, ik betaalde goddomme gisteren bij AH het dubbele. Ik koop er drie, want ik ben dol op wilde perziken (die vast niet wild zijn, maar gewoon gekweekt). Dan slenter ik tussen de schappen door, kijkend of ik verder niets nodig heb.

Als ik bij de schappen ben waar alles op het gebied van koffie en thee staat zoek ik naar koffiefilters, weinig keus gelukkig. Te kleine of te grote. Ik kies voor de grote. Naast me staat een heel oude man met een zelfde rollator zoals mijn moeder had.
Ik heb hem al een paar keer langs het schap zien lopen en zeg daarom: 'er is eigenlijk te veel keus, vindt u niet?'. Hij rolt naar me toe, breekbaar oud is hij maar hij loopt zo te zien redelijk goed, waterige ogen achter vergrotende brillenglazen, zijn broek blijft op zijn plek dankzij de riem die op zijn heupbeenderen hangt. Ondanks dat het ochtend is (en hij nog geen koffie gedronken heeft, grappen we samen) zegt hij dat het niet alleen is dat er teveel keus is, maar hij heeft last van een grote vermoeidheid, en zegt, terwijl hij zijn handen even hulpeloos naar de enorme hoeveelheid koffie wappert: 'ik weet het gewoon niet meer'. 

Hij zoekt decafé-koffie. 'Dat zijn meestal blauwe pakken', zeg ik tegen hem, en reik hem een pak aan van een bekend merk. Hij pakt het beet, en zegt: 'ik ben hier te oud voor ........ geef me nog maar zo'n pak'. Ik grijp nog een pak en reik het aan. Zijn handen zijn zo glad en koud als van een dode. Even, heel even ging er een schokje door me heen omdat ik besefte dat ik bijna die handen had beetgepakt, de koelte wilde verdrijven met mijn eigen warmte.

De pakken legt hij bovenop zijn rollator en zegt dan: 'ik ben 88, mijn vrouw is 87 maar is dement. Ik verzorg haar'.
'Dat zal niet meevallen', zeg ik tegen hem, 'wat erg dat uw vrouw dement geworden is'. Hij knikt, en zegt dat het allemaal zinloos is, het bestaan zoals het is, maar ja, het is niet anders. Vanmiddag komt zijn enige dochter op bezoek, 57 jaar, vanuit Amersfoort. 'Wat leuk' slik ik nog net in als hij verder vertelt dat zijn dochter 'met begeleiding' komt, want ze heeft een hersentumor gehad en kan sindsdien niet zonder verzorging.  'Dat is erg hoor', zegt hij, 'als je dat allemaal moet meemaken'.
Hij vertelt verder: zijn vrouw is diverse malen ernstig ziek geweest, zelf heeft hij hartproblemen, maar gelukkig is er ook een lichtpuntje: de zorg. Er is nu ook iemand aan het schoonmaken, daarom kon hij even de deur uit om koffie te gaan halen. 'Dus ik moet weer snel terug' zegt hij, terwijl hij zijn rollator omdraait en dan komt er nog een 'dag hoor'. Ik groet terug, mijn hand van mijn mond halend die ik, besef ik nu, daar al had sinds hij over zijn dochter sprak. Daar gaat hij, kwetsbare maar sterke dappere dodo, tussen de schappen door in de richting van de kassa. 

Als ik bij de kassa sta gaat mijn telefoon, me uit mijn overpeinzingen halend. Snel stap ik even een stukje terug terwijl ik opneem. Het is een lieve vriendin die niet al te ver op vakantie is en hoopt dat ik vandaag met haar een stukje met de honden kan wandelen. Een leuk plan, maar ik kan niet. Ik heb van alles te doen en ga vanmiddag met mijn zus en zwager ergens een visje eten. Dat we gaan is bijzonder, want mijn zus is heel kort geleden aan haar hart geopereerd, en het is het eerste 'uitje'.
'He jammer' klinkt het door de telefoon, maar het geeft niks, en fijn dat het goed gaat met je zus, veel plezier'. 'Ja, jij ook' zeg ik, 'we zien elkaar vast gauw'. 'Hou je nog wel van ons?', zegt ze nog. 'Ja, heel veel' zeg ik terug, haar in gedachten even ziend, lachend om de vraag die zo bij haar past.
'Gelukkig' zegt ze, 'nou, tot gauw'.

Ondertussen zijn mijn boodschappen al bij de kassa aangekomen, ik reken af en kijk in de jonge bruine ogen van de caissière die me vraagt: 'wilt u het bonnetje mee'?
'Nee, dank je wel, fijne dag nog' en ik loop de winkel uit en verdomd, de bui is overgedreven, de zon schijnt en mijn moeder zou van de lucht zeggen: 'genoeg blauw om er een kiel van te maken'. Een gezegde dat ze misschien van haar vriendin Janske had overgenomen. Of van haar opoe. 
Maakt niet uit, de lucht was blauw en ik fietste naar huis.