vrijdag 6 september 2013

Lakenvelder


Heerlijk gefietst afgelopen week, onder andere met mijn oudste zus, naar mijn 'middelste zus' en zwager. 'Het voelde als vakantie' zei oudste zus, terwijl ze genoot van het fraaie landschap. We kwamen door een streekje dat 'Smeerling' heet. Oude weitjes met bomen die schaduw bieden aan het vee, meanderende sloten, nog een enkele diep naar het land gebogen oude boerderij. Opeens stonden we oog in oog met mijn favoriete koeienras. Bruin òf zwart, met een wit 'laken' over de rug. De bruine vind ik het mooist.

Waarschijnlijk is het ras (omdat het nou eenmaal in handen is gevallen van de mens), veranderd, maar nog steeds is het een fraaie koe met mooie verhoudingen, geen achterlijk grote uiers of schonkige rug of bizar veel spieren. (De laatste speciaal door de mens gefokt en van de naam voorzien: 'vleeskoe'. Het woord alleen al doet me huiveren.)
Nee, alles is in verhouding bij de Lakenvelder.  Kortom, er is geen mooiere koe. Als ik kon dichten zou ik een vers maken voor deze koe. Zoiets:

Lakenvelder.
Schone oerkoe.
Frisse witte flanken
Zijde zwoele wijze blik
glanzend bruin als zuster ree
of het glanzende zwart van nacht
Ik fiets voorbij en denk 'zij Zijn'
zij wèten 'noord is ginds, zuid is daar'
kauwen yin zowel als yang, liggend in het gras.
ik, ik fiets slechts langs, stil vragend: 'is het waar?'


(principe: iedereen kan dichten, gedicht van tien regels, beginnen met één woord, iedere regel een woord toevoegen).


Geen opmerkingen:

Een reactie posten