vrijdag 31 augustus 2012

Leiden.


Ach, ik zal strakjes mijn vriendin zo zeer missen. Maar ook de fraaie kopjes waaruit we hier drinken, de kleine schaaltjes en glaasjes, de schilderijtjes die aan de muur aan tientallen kleine draadjes hangen, de knettergoeie belgische cacaotruffels. Sim's huis ademt honderdduizend goeie ingevingen en ideetjes uit. Een liefdevol huis dat ook dient als atelier.
Maar ik ga zo naar huis, waar mijn lieve buren en de hondjes wachten, en o ja, de kat. En o ja, mijn vriend. Sorry liefje.
Nu snel wat eten, daarna wacht een lange rit, en hopelijk niet al te lange files.


donderdag 30 augustus 2012

Limoncello.



Leiden, net acht uur. 
Door de enorme ramen, die grotendeels nog voorzien zijn van oud ongelijkmatig glas, zie ik dat de zon voorzichtig wat meer kracht krijgt. Af en toe jogt er iemand voorbij, in de verte het gerommel van verkeersgeluiden in de stad. Het is rustig en heel mooi wonen hier aan 't Plantsoen. Ik zie bootjes liggen in het water, weerspiegeld in het vroege licht. Er slaat een kerktoren, acht maal. 
Ik zit nog op bed, of nee, weer op bed. Net deed ik mijn tai chi oefeningen want het vreemde dagritme van de afgelopen dagen gaat me een beetje parten spelen, ik voelde me wat brak.
Gisteravond was ik laat hier, mijn vriendin vond wat hout en maakte een vuurtje in de voortuin, we dronken rozenthee en later bracht haar man Frans eigengemaakte limoncello, die wat sterk was. Het begon te regenen maar we zaten volhardend bij de goed brandende fik in de vuurkorf, onder grote paraplu's en het regenen stopte, tenminste, tot de weergod het echt genoeg vond, toen liet hij het zo hard regenen dat we het begrepen, voor alles is een tijd en een plaats. Nu was het tijd om te gaan slapen. 

Ingrediënten 
5 biologische citroenen
400 g witte kristalsuiker
0,5 l water
0,5 l zuivere alcohol van 94°
Bereiding
De citroenen moeten biologisch zijn met een onbehandelde schil (liefst aan de dikke kant). Deze citroenen zijn te verkrijgen in bio-winkels of in de bio-afdeling van het grootwarenhuis.
De citroenen worden eerst goed gewassen vooraleer ze omzichtig geschild worden. De dunne gele bovenzijde van de citroen wordt er met behulp van een dunschiller (zoals bij wortelen) afgehaald.
De dunne gele schillen worden nu in een bokaal gedaan, daarna er de pure alcohol overgieten. De bokaal wordt daarna afgesloten en de inhoud ervan gedurende een week laten trekken.
Na een week maken we een siroop van kokend water en suiker. Dit mengsel 5 minuten laten koken, de siroop laten afkoelen en toevoegen aan de citroengele alcohol.
Het mengsel filteren (koffiefilter in een trechtertje). De gefilterde massa in propere, klare glazen flessen gieten en deze een plaats geven in een donkere, frisse plaats (beschutten tegen zonlicht). Na twee à drie weken is de likeur op smaak.
Serveertip: de likeur enkele uren voor het uitschenken in de diepvries plaatsen. IJskoud is het drankje op zijn best, ook de glaasjes mogen vooraf gekoeld worden in het diepvriesvak. Deze handelingen geven een stijlvolle citroenlikeur als eindresultaat!
Limoncello kan ook gebruikt worden in ijsdesserts, fruitsalades, longdrinks of cocktails.

woensdag 29 augustus 2012

Bruinisse en Renesse, Schouwen-Duiveland.






























Bruinisse.

Woensdag 29 augustus 2012.

Ee nachtje te gast in Zeeland, Bruinisse.
Gisteren reed ik er naar toe, zou onderweg ook langs mijn vriendin in Hendrik-Ido-Ambacht gaan. 
Het weer werd gedurende de dag steeds beter, ik vergat na een half uurtje dat ik de honden had achtergelaten bij de buren, de kat aan hun goede zorg had besteed, zelfs de kat van mijn moeder zou mijn buurman binnen laten, want dat monstertje schoot 's ochtends bij het eten geven tussen mijn benen door naar buiten en was zelfs nadat ik de hele krant had gelezen nog niet terug. Ik vertrok toch, vergat verdorie mijn portemonnee wat ik pas bij het tankstation zou merken, ik reed weer terug naar huis, keek of de kat al terug was bij mijn moeder, nee, ik ging weer weg. Maar toen was ik ook echt weg. 

Af en toe tikte wat regen op de voorruit, de motor bromde vertrouwd, de banden suisden op het asfalt, naast me stond een thermosfles thee die ik niet zou drinken, en een schaaltje met druiven uit de kas voor vriendin Maartje. 
Voordat ik het wist was ik er al, sloeg ik af bij H.I.Ambacht. Vertrouwd en ook weer niet gleden de straten voorbij, straten waar ik een groot deel van mijn leven heb gewoond maar die nu vermomd zijn dankzij grotere bomen en struiken en waar de vorm van veranderd is door de wildgroei van rotonde's en nieuwbouw van huizen op plaatsen waar eerst nog tuinders tussen de prei en de kassen op het land werkten en het oog over de weilanden naar Zwijndrecht kon kijken. Het stratenplan en aanzien van een klein dorp kan in tien jaar tijd enorm veranderen.
Maar uiteraard ligt Hendrik Ido Ambacht nog altijd ingeklemd tussen de A15 aan de ene zijde, de A16 aan de andere zijde, de lucht is vrijwel altijd vol met ver verkeersgeluid. Het 'doekende' geluid van de duwboten en rivierschepen die op De Noord varen is hier niet meer hoorbaar, de werfjes aan de dijk zijn al lang gesloten. 
Ik sla af naar een van de nieuwbouwwijken die naar Zwijndrecht is gegroeid. Daar moet ik zijn. 
Als de deur openzwaait staat daar mijn vriendin, en haar omhelzing is honderdduizend kilometers rijden waard.

Dan ga ik naar Zeeland. De TomTom brengt me terug naar de A16 richting Rotterdam, maar ik sla al snel af om de A15 te volgen, en daarna rij ik richting Zierikzee. Het is druk, iedereen schijnt naar Zeeland te willen, en ik volg geduldig de eenbaansweg die streng maar niet onnodig met een dubbele streep doormidden is gesneden. Stoplichten, flitspalen. Zowel links als rechts zie ik af en toe water, maar ik kijk niet veel om me heen, het verkeer is te druk voor sightseeing. Stil hangen hier en daar meeuwen in de lucht, en ook al hangen ze ook bij ons rond, ditmaal zie ik het als een teken dat ik omgeven ben door water. 
Bij Bruinisse stuurt de TomTom me een onmogelijk weggetje op, een haarspeldbocht kan mijn uit de kluiten gewassen bestelauto ternauwernood nemen, ik zie een haventje, links van me ligt nu Bruinisse en rechts een lange dijk die zo op het oog naar niemandsland leidt. Irritante verkeersdrempels hobbel ik over en nu zie ik dat aan de linkerzijde een zeventiger of tachtiger-jaren vakantiedorp ligt. Groot is het. En lelijk.

Ik bel mijn zus Hennie (die hier al bivakkeert met mijn moeder) omdat ik niet precies weet waar ik moet zijn, en ze komt naar de parkeerplaats lopen. We halen mijn spullen uit de auto. We pakken wat spullen uit mijn auto, ik mijn tas, en dan lopen we richting appartementje. 
'Hoe is het hier?' vraag ik. 
'Het appartement valt tegen' zegt Hen, 'het is klein en benauwd, de slaapkamer donker, maar het ergst vond ik dat het ronduit vies is. Ik ben begonnen met schoonmaken, de tandpasta zat nog op de badkamerspiegel, overal lag koffie, in de besteklade, op het aanrecht, zelfs de pannen zijn vies'. 
Dat begint al lekker. 
We lopen ondertussen een gang in, naar de lift die ons naar de tweede etage brengt, wij stoppen bij de eerste deur aan een lange donkere gang. Wit gemetselde steen, grove betonnen dakplaten die snel witgekalkt zijn, alles laat zien dat de vakantiewoningen in rap tempo uit de grond zijn gestampt. 

Het appartementje maakt inderdaad niet vrolijk. Je komt binnen in het keukentje, links is een toilet/bad/wastafel, dan sta je in een kamertje en goddank is het weer prima en staat de deur open, want het is klein. Een trap naar boven leidt naar een donkere slaapkamer waar een tweepersoonsbed in staat. 
Ontwerpfouten vallen direct op: de deuren die verkeerd openslaan, daardoor het licht belemmeren of tegen het enige openslaande raam aan slaand. Inrichtingsfouten volop: de vaatwasser is niet te gebruiken zonder dat je de vuilnisbak voor de buitendeur zet, de klep van het gasfornuis slaat tegen de onderkant van de kastjes vast. Achter de magnetron zit de lichtknop voor de badkamer. In de badkamer is geen douche, wel een bad, maar het toilet en het bad zijn niet schoon. 
De richtlijnen van de verhuurder zijn streng, er staat een boete op verzetten van meubelen, 12,50 voor iedere overtreding. Iedereen die hier huurt moet een bedrag betalen voor het schoonmaken, maar het zou dan wel fijn zijn als er dan inderdaad schoon gemaakt wordt.

Ik maak foto's van de liefdeloosheid, de scheef ingehakte stopcontacten, de slecht aansluitende kozijnen. Ik denk aan hoe fraai vakantiehuisjes kunnen zijn, hoe welkom je je er soms kan voelen. 
Misschien maakt het uitzicht het goed? Nee. Schotelantenne's pal voor je neus, daken waarop buizen liggen en continu het geluid van de rijksweg op de achtergrond, alleen is dat de motor van de mechanische ventilatie. Buiten is er niets van frisse zeelucht te merken, goddank zit er een meeuw op het dak te schreeuwen. 
Vanmorgen maakte ik een foto hoe de ochtendschoonheid hier vecht tegen alle lelijkheid. Als ik ver inzoom lukt dat zelfs. 
Gelukkig maakt later het strand en de hier en daar nog te vinden oude dorpskernen, het rijden over het eiland, veel goed. 





zondag 26 augustus 2012

Zondag.



Davo loopt weer goed!



Het gaat goed met Davo. Deze zomer ben ik heel aktief bezig geweest met hem opnieuw (anders) te leren lopen.

Sinds het bijt-incident begin vorig jaar heeft Davo het niet gemakkelijk gehad.  
Eerst is hij geopereerd, gehecht, drains, medicijnen. Daarna had hij erg veel pijn en bleek o.a. zijn knie en rug niet best te zijn, de wervels stonden niet op rij. 
De orthomanueel therapeut en dierenarts, mevrouw Aharon, heeft zijn rug tijdens diverse sessies recht gezet. Ondertussen mocht Davo zelfs niet van een stoeprandje afstappen, hij moest overal getild worden, hij kreeg pijnstillers, hij mocht geen lange wandelingen meer maken, wel regelmatig gedurende de dag en niet langer dan zo'n 10 minuten per wandeling. 
Dat ging prima, zijn bekken bleef mooi recht staan, en dankzij pijnstillers gilde hij (vrijwel) niet meer als hij ging verliggen/moest opstaan. 

De algehele prognose was niet best, mevrouw Aharon vermoedde tijdens de laatste keer dat ze hem zag dat Davo een neurologische aandoening heeft, het slechte zien dat eerder werd toegeschreven aan ondervoeding zou ook veroorzaakt kunnen zijn door een aanrijding, door mishandeling. De bolle ogen, die ingedeukte rib .... het blijft raden, maar gezien zijn vreemde manier van lopen .... Hij kruist bijvoorbeeld zijn voorpoten als hij loopt en zijn achterpoten zwaaien wat naar buiten, vooral de rechterachterpoot. Een normaal drafje lukte hem niet, hij ging van stapvoets over in een hobbelloopje, een half galopje. 
Als het een neurologische beschadiging is zou zijn conditie en de slechte manier van lopen almaar slechter worden. Het advies van mevrouw Aharon: Veel en regelmatig mee lopen, en voor de rest van zijn leven pijnstillers.

Tja, tegen lopen heb ik niets, maar wel tegen pijnstillers. Begrijp me goed, pijnstillers zijn een zegen, maar Davo is niet ziek, hij loopt alleen vreemd. Bovendien gaan zijn lever en nieren naar de knoppen bij langdurig gebruik, volgens de bijsluiter. 
Ondertussen zag je in het verloop van weken de spierafname in de achterbeentjes van Davo gestaag vorderen, zozeer zelfs dat de dierenarts die hem het laatst entte ging praten over inspuiten met steroïden. Niet dat het veel zou uitmaken, zei hij er nog bij, het beste zou zijn als hij weer goed ging lopen. Veel trainen was het beste. Eerlijk gezegd had ik de moed dat het weer helemaal goed zou komen met Davo opgegeven, maar dit laatste gesprekje zette me weer aan de gang. 

Het heeft maanden geduurd, maar Davo is èn van de pijnstillers af, èn hij loopt weer goed. Nou ja, voor een oud mannetje dan. Het heeft enorm veel moeite en aandacht gekost. 
Op de momenten dat hij eventjes goed liep prees ik hem en ik probeerde op hetzelfde tempo te lopen, net iets harder dan dat ik normaal liep. Het waren meestal maar een paar stapjes, dan ging hij weer over in zijn hobbelgangetje. Dan stopte ik, startte weer opnieuw ... en ik prees hem uitvoerig als hij dan weer een paar goeie stapjes deed. Uiteindelijk liep hij steeds langer in een mooi hondendrafje, en nu valt hij vrijwel nooit meer terug in dat hobbelloopje, hij loopt weer prima (naar omstandigheden) en heeft een veel betere conditie gekregen. Net als ik trouwens.   

Niet dat je thuis veel merkt van zijn verbeterde conditie, want het blijft een Spaanse windhond, èn het is zondagmorgen èn het regent. Dus wat doe je dan, je legt je poten over je ogen en je slaapt. 







donderdag 23 augustus 2012

Mist.


Sommige ochtenden is het er, de mist die bij de nazomer hoort. Het landschap stil makend, het uitzicht veranderend.


Mazzel.


De rommel valt me direct op als ik binnenstap, er ligt van alles over de vloer, een stuk vitrage, de schaar, spelden, de krant en een magazine. Geen seconde denk ik er aan dat er wel eens ingebroken kan zijn, echt geen seconde, ook al staan de afgelopen dagen alle deuren en ramen open om de benauwde warmte er voor eens en voor al uit te waaien. Automatisch begin ik de spullen van de grond op te rapen. Dan pas zie ik dat mijn computer niet meer op zijn plaats ligt maar van de tafel gevallen is, met een punt nog net op de rand van de stoel hangt.
Even ben ik flabbergasted, maar dan denk ik het te weten. De kat heeft het gedaan. Ze breekt wel meer iets, gooit dingen om als ze in paniek raakt en dat doet ze vaak, onze nerveuze Parel. Eergisteren brak ze een theeglas door in paniek door het huis te stuiteren omdat er heel grote druppels regen op het platte dakje vielen. Onweer, rammelende pannen in een kastje, allemaal dingen om van in paniek te raken.

Of ben ik aan het slaapwandelen geweest? Er daagt een vage herinnering. Liep ik niet vannacht in het pikkedonker door het huis te dwalen, struikelde ik niet over een kabel ergens? Een vage herinnering proef ik ver achterop mijn tong, was er niet een slok koude thee in de keuken? Het kan. Nee, ik hou het toch maar op de kat. Of ?


woensdag 22 augustus 2012

Vandaag is zo'n dag.


Soms schiet er zomaar een zin door me heen, bijvoorbeeld een kippenvel momentje uit "In de ban van de Ring". Sorry voor de fans als de informatie niet volledig is of niet helemaal klopt, ik moet het wat vaag omschrijven wegens onwetendheid, ik ben namelijk niet zo'n fan van deze film, al heb ik de film in het belang van de saamhorigheid en kameraadschap wel tweemaal gezien.

Het moment gaat zo: een koning  (of een koning-to-be) rijdt langs zijn voor de strijd verzamelde vermoeide soldaten. De strijd lijkt een verloren zaak, de sfeer is gelaten. De Koning To Be wil het moreel oppeppen, galoppeert langs zijn mannen, verheft zijn stem, zeggend: .......... en er komt een dag dat we moeten sterven ..... MAAR VANDAAG is NIET DIE DAG!!! (in het engels klinkt het heeeel mooi).

Vanmorgen zat ik in de auto, Seal op de radio. Ik hou van die mottige sterke kop van hem, van zijn slanke lijf, zijn sexy stem. De radio zette ik heel hard, zo hard dat de speakertjes het bijna begaven. Ik had zin om met de ramen open te rijden, te zuipen, te brallen, jong te zijn, achterop bij mijn vriendin op de fiets te zitten met plannen die niet bij onze leeftijd hoort, bijvoorbeeld klimop gappen bij de kerk, of met mijn andere vriendin, op leven en dood door het verkeer van Leiden te zeilen. Geregeld kan ik ze zo missen, mijn vriendinnen, dat het de hele dag zeer doet in mijn borst. Vandaag was zo'n dag.


maandag 20 augustus 2012

Lucht foto's.


Voor mijn hartsvriendin Maartje, die misschien alleen maar last heeft gehad van de hitte, en niet de fraaie luchten heeft kunnen zien, heb ik de afgelopen dagen foto's gemaakt. Ik plaatste de foto's gisteren of eergisteren. 
Maar ik nam er gisterenavond nog een paar. Van het moment dat het nog mooi blauw was en net voordat de zon afscheid ging nemen. Al snel kwamen de regenwolken, overigens zonder verkoeling te brengen. De hitte hing als een dikke slecht in te ademen brei tegen de plafonds, tegen het dak. Ramen en deuren stonden tegen elkaar open, maar de lucht kwam niet in beweging. Alleen het tikken van de ongelukkige vliegen die binnen tegen de ramen vlogen was te horen. Af en toe vielen er wat grote kletsende druppels uit de hemel, en rond twee uur vannacht weerlichtte het een paar maal. Ik telde: er zaten meer dan twintig comfortabele, rustgevende seconden tussen het lichten en het rustige rommelen in de hemel (het inslaan in de bomen hier vlakbij heeft mijn basis ietwat aan het wankelen gebracht). Toen vond ik het ook wel tijd om naar bed te gaan trouwens, alle deuren sluitend, de hitte opsluitend tot deze morgen. 

De laatste twee foto's zijn van deze ochtend en terwijl ik ze maakte hoorde ik het stemmetje van Thea, een fotografe die ik op mijn verjaardag dit jaar ontmoette, ze vertelde het een en ander over foto's maken, over fototoestellen die goed voor beginners zoals ik waren en ze voegde er wat afkeurend aan toe: er zijn mensen die maken van elke scheet, van iedere zonsondergang een foto. Ik zei toen: ik hoor bij die mensen. 








Logé.


Er is een logeetje in huis. Een aandoenlijk kijkend hartveroverend lief fit slim snel blijmoedig onverschrokken dertienjarig Jack Russeltje. Ze heet Rusty en heeft stijl, benadrukken de diamanten letters op haar halsband.

Al ben ik al jaren geleden voor haar charme's gevallen, nu ze als logé in huis rondloopt botsen we af en toe. Niet vaak, alleen op de momenten dat ze gaat blaffen. Hard en schel blaffen. Ik trigger het zelf, namelijk door de hondenriemen te pakken.
De allereerste keer dat ze hier is en blaft terwijl ik de riemen pak laat ik de riemen direct vallen, en ik loop een paar stappen weg, zeer tot verbazing van Jip en Davo, die geduldig op hun lange poten blijven staan waar ze staan. Rusty, zo'n 15 centimeter hoog, loopt zigzaggend onder hen door, piept, jammert, blaft. Ik loop weg, ga weer lekker op de bank zitten, even maar, want ze komt kijken wat ik aan het doen ben, snapt er niks van. Dan sta ik weer op, loop naar de nog bij de buitendeur staande wachtende Jip en Davo en doe ze hun tuigjes aan. Jip geeuwt, Davo rekt zich nog eens uit, Rusty loopt tussen de wirwar van hoge benen door, piept.

Dan pak ik haar riempje en ze begint weer te joelen. Ik laat het riempje bij het allereerste geluid dat uit haar komt direct weer los, het valt net naast haar op de grond. Ze kijkt ernaar, dan omhoog naar mij: "is het dat"? Ze kan het niet geloven, piept blaft en jammert verder, maar ik blijf rustig staan tot ze stil is en dan vraag ik haar om te gaan zitten. Ze stort zich ter aarde, voor zover dat mogelijk is voor een hondje dat haar buikje amper 10 centimeter boven de aarde heeft. Ze trilt van ingehouden spanning en piept nog steeds een beetje terwijl ik het riempje aan het halsbandje vastmaak, maar voor nu is het genoeg.

We oefenen dit rustig aanlijnen, en om het haar heeeeel duidelijk te maken waar het om gaat lijn ik ze ook af en toe gewoon voor de lol aan. Ik loop een rondje door de tuin, maak haar weer los. Het gaat prima. Na een halve dag was het blaffen voorbij, tot gisteravond, toen vergiste ze zich, twee blafjes kwamen er uit, maar vooruit, die zijn haar vergeven.




zondag 19 augustus 2012

Steekvliegen.


Boven mijn voordeur hoorde ik wat brommen. Direct dacht ik dat ik toch weer een wespennest had, maar het bleek een in spinrag vastzittende vlieg te zijn die wij altijd "steekvlieg" noemen maar gewoon ronduit onder de dazen valt (zie onder). Hij probeerde los te komen door de turbo aan te zetten. Een hoop lawaai, maar het lukte niet. Ik keek eens goed, zag de gemeen groene ogen, de gekleurde vleugels waar ik in het begin zo geboeid door was (wat een mooie vlieg .... AU!) maar ik zag ook in de buurt een spin zitten. Hm. Een leven of dood-gevalletje. Het insect ken ik goed, het is een steekvlieg/daas waar ik heel allergisch voor ben (zie foto van hand). Dit soort zweeft geheimzinnig en met een heel diep geluid langs je. 'Anders' klinkt het, je weet daardoor direct het verschil, geen gewone vlieg al lijken ze erop en zijn ze te snel om de felgroene ogen en de gevlekte vleugels goed te zien.
Ze kunnen heeeeeeel stil landen, onvoelbaar zelfs op je blote huid en je voelt eerst pijn, dan pas besef je dat je weer gebeten bent. Ik haat die dazen, ze verpesten veel van de rust als je buiten zit. Maar deze zag er best wel wanhopig en zielig uit.

Ergens in mijn achterhoofd hoorde ik de stem van Debbie Reijnders, dierentrainer en een van de dames van onze damesclub. Toen we bij haar thuis waren liet ze alle dieren zien die zij en haar vriendin huisvesten, en in de waterbak van hun varkentje lag iets te verdrinken, een bij of zweegvlieg (de laatste is volslagen onschadelijk, ze lijken alleen een beetje op een bij of wesp, maar kunnen heel mooi als een kolibri in de lucht hangen). Ze bukte zich en hengelde het insect eruit, zeggend: 'geen enkel dier, zelfs geen tor of vlieg hoeft te verdrinken of zinloos te sterven, niet als ik het kan voorkomen'. Daar denk ik nu aan, terwijl ik naar die vastzittende daas kijk.

Deze steekvlieg ligt niet langzaam te verdrinken, maar het bevalt me toch niet, dat hulpeloze geworstel. Ik pak een hondenhanddoek die net achter de deur ligt en strijk het spinrag weg, de daas komt los, nog steeds een hoop lawaai makend met de vleugels, vastzittend nu aan de handdoek. Dan schuif ik het gemene insect op een plant, geen idee of het al gebeten is door een spin. Misschien vliegt het straks weer weg en komt (als het een vrouwelijk exemplaar is) dan vast terug om mij te steken. Of misschien zal ik straks gaan kijken of het weg is en zien dat het hulpeloos aan de plant hangt, het restje spinrag onontwarbaar rondom de vleugels, het invalide makend. Misschien zal ik weer proberen het los te maken, zal ik zien hoe de daas hulpeloos op de grond valt en het zelfs nu nog vervaarlijk brommende ding dan toch maar onder mijn schoen vermorzelen.






Dazen (Tabanidae) zijn een familie van bloedzuigende insecten die behoren tot de orde tweevleugeligen (Diptera). Dazen worden ook wel brems, steekvlieg of paardenvlieg genoemd, of in het zuiden blinde daas. De familie is wereldwijd verspreid; er zijn vermoedelijk ongeveer 8000 soorten. In Nederland leven zo’n 38 soorten. Daarvan vormen zo’n 12 soorten de laatste jaren een ware plaag. De bekendste en meest algemene soort is de regendaas.
Dazen worden vaak verward met horzels, dit is echter een totaal andere groep van vliegen. Horzels kunnen in tegenstelling tot dazen niet bijten. Daarnaast parasiteren de larven van horzels in levende dieren terwijl de larven van dazen zich ontwikkelen rond wateroppervlaktes.
Beschrijving
Dazen hebben grote ogen, bij veel soorten met een fraai kleurenpatroon, dat na de dood echter snel vervaagt. Het zijn over het algemeen forse, stevig gebouwde vliegen.
Ze zijn verder herkenbaar aan de antennes met drie segmenten waarvan de meest distale vaak een ringvormig patroon heeft maar geen arista. De kop is van achteren recht afgeknot en steekt aan de zijkant wat naast de thorax. De R4 en R3-venen op hun vleugels lopen uit elkaar en omvatten de vleugeltop. De monddelen bestaan uit een krachtige steeksnuit met labrum, hypopharynx, gepaarde mandibels en maxillen. De steekborstels worden van achteren door het labium omsloten, deze zijn relatief dik wat de steek zo pijnlijk maakt. Ze ontwikkelen zich langzaam (ongeveer 1 generatie per jaar, univoltien) maar de volwassen vliegen (imagines) komen vaak tegelijk uit zodat er snel plagen kunnen ontstaan.
Dazen strijken snel neer en bijten dan vrijwel onmiddellijk, wat meestal goed te voelen is. Naast deze korte pijnlijke ervaring is er ook het gevaar van bacteriële infecties die meestal goed te behandelen zijn met antibiotica. Dazen steken dus niet, daar ze geen angel hebben.
Steekvliegen zijn snel (25km/h) en achtervolgen hun prooi hardnekkig, soms wel een kilometer lang. Na een beet kunnen steekvliegen niet snel wegvliegen, zodat men hen met een welgemikte klap kan doodslaan; dan heeft men de beet echter al te pakken, die meestal tot een fikse jeukbult leidt. De snuit van de daas bestaat uit een tal van mesjes, waardoor de huid, bij een beet, als het ware wordt opengesneden. Door dit mechanisme is de daas, in tegenstelling tot een steekmug, in staat om ook door sommige dunne kledingstukken heen te bijten. Aan kledingstukken moet men in dit geval denken aan T-shirts, dunne broeken en dunne sokken. Alleen de vrouwtjesdazen bijten, om voldoende energie te verkrijgen om hun eieren te kunnen leggen. Met name vee kan zeer veel hinder van dazen hebben. Ze komen vooral voor op iets vochtige plaatsen die naast zon ook wat schaduw bieden. De larven ontwikkelen zich in water, modder, moeras, of rottende plantendelen. Ze leven vaak van andere insecten. Er zijn meestal 8 of 9 larvestadia, met een diapauze in de winter. In vrijwel alle geslachten (behalve een paar primitieve die vooral in de tropen voorkomen) voeden de volwassen vrouwtjes zich met bloed; de mannetjes bijna altijd met nectar of plantensap.

Meer informatie, (dankzij www.janvanduinen.nl) ook over de gewone (grijze) regendaas die hier in Oost-Groningen ook wel 'blinde mug' genoemd wordt:

Familie Tabanidae, Dazen

Dazen, familie Tabanidae, in Nederland 38 soorten.
De soorten die ik op de foto heb zijn:
Chrysops relictus Gewonen goudoogdaas
Haematopota pluvialis Gewone regendaas
Tabanus autumnalis Grijze runderdaas
Tabanus bromius Kleine runderdaas
Gewone goudoogdaas Chrysops relictus
Gewone goudoogdaas Chrysops relictus ogen
Een veel voorkomende daas is de gewone goudoogdaas, Chrysops relictus. Deze kan gemeen steken, een geluk is dat hij veel lawaai maakt bij het vliegen, zodat je haar meestal goed hoort aankomen.

Bij alle dazen zijn het de vrouwtjes die steken. Er zijn een aantal goudoogdazen die erg op elkaar lijken en ik kan dan ook niet garanderen dat het dier op de foto geen verwante soort is.





Gewone regendaas Haematopota pluvialis
Gewone regendaas Haematopota pluvialis ogen
11-07-2010 De gewone regendaas Haematopota pluvialis komt veel voor in de tuin. Met de warme dagen van de afgelopen tijd heb ik er veel last van. Ze steken gemeen, maar als ik zodra ik de steek voel het dier doodsla krijg ik geen jeukende bulten. Er zijn er de laatste dagen heel wat gesneuveld, want ze blijven aanvallen en wegjagen heeft geen zin. Als er een al een klap heeft gehad is dat geen reden om te vertrekken, ze valt ogenblikkelijk weer aan.
Het zijn de vrouwtjes die dit doen, voor het ontwikkelen van de eieren heeft het dier bloed nodig van een zoogdier. Van de mannetjes dazen heb je dus geen last die nemen genoegen met planten sappen. De dieren hebben prachtige ogen, zoals op de foto is te zien. Uit de foto is niet op te maken of het de gewone of de grijze regendaas is, Haematopota pluvialis of H. subcylindrica










Ochtend na een warme nacht.


Wat een benauwd nachtje was het en vandaag wordt het zelfs warmer dan gisteren, als de voorspellingen kloppen. Ik zette gisteravond alle deuren wijd open en ging bij de honden in de huiskamer liggen, daar was het het koelst. Via de openstaande deuren kwam af en toe het auto-geraas van langsscheurende jongelui, bonk bonk bonk de muziek, die ik daarna hoorde uitsterven.
Jip vond het erg gezellig dat ik zo dichtbij ging slapen, hij legde zijn grote zware hoofd op mijn schouder, blies zijn warme adem in mijn nek, zuchtte diep van geluk. De logé (Rusty) dribbelde op haar korte beentjes wat heen en weer, ging toen ook liggen.

Een paar maal was er voor Rusty en Jip reden om te blaffen. Parel kwam af en toe binnen via het keukenraam en vluchtte weer voor Rusty. De honden van de buren waren volgens mij buiten, want ook voor hen stond ik een keer op toen ik hoorde blaffen, telde mijn eigen honden, alles lag nog veilig op de bank. Ik stond uiteindelijk op, half drie, ik voelde de koelte van de nacht nu in het hele huis, deed de deuren dicht, ging naar mijn bed waar ik nog een uurtje of wat sliep.
Tegen zeven uur liep ik samen met Rusty (Jip en Davo kwamen niet van de bank af) naar mijn moeder om daar alles open te zetten. Ik voelde toen ik binnenstapte dat het meeviel, het wordt er nooit zo warm en benauwd als in mijn huis.

Ma lag op bed, (Tine, ben jij daar?) Ik riep 'ja'. Ze begon te praten, ik hoorde 'insecten' en 'wel vijftig' maar ik negeerde haar even, deed eerst alle deuren en ramen open en stapte toen haar slaapkamer binnen waar ze onder een laken lag, het dekbed weggepropt tegen de muur achter haar. Ze sprak over een droom die ze had gehad, dat ze water moest halen, dat ze aan een deur kwam en ze binnen werd gevraagd, de man stond met een groot vergiet vol, of was het een kom? maar ze stapte weer weg met het water, wetend dat ze die moest brengen naar ..... maar ze beloofde straks terug te komen voor koffie. Ze kon het nooit meer terugvinden, ze had zoveel straatjes doorgelopen ...... Ze was blij dat ik was gekomen, nu kon ze die onrust van dat huis en die man terugvinden eindelijk loslaten.

Ik luisterde naar haar stem, dik van de slaap. Ma lag met een arm omhoog, de rug van haar hand op haar voorhoofd, met de ogen dicht te vertellen. Ik hing een beetje tegen het bureautje aan waarop haar tv'tje staat, keek ondertussen in de rondte naar de langpoten en nachtvlindertjes die volgens mijn moeder bij bosjes in haar kamer bivakkeerden. Ze had het licht aangehad gisteravond, nog naar de tv gekeken.
Ik ving enkele langpoten en twee minuscule nachtvlindertjes en zette ze buiten, waar de zon nu boven de kim uitkwam.
Het was echt heel mooi buiten. Gouden strijklicht op de bomen, mooie wolken in de lucht.  Er koerde een duif, er kraste een kraai, ergens in de lucht trok een vliegtuig een streep. Een dotje krielkipjes en een haantje scharrelden door de tuin van mijn moeder maar vluchtten naar de buren toen ze me zagen. Rusty scharrelde iedere stap die ik deed achter me aan, mijn moeders gemarmerd bruin-zwarte kat volgde mijn nachtvlinders reddende handelingen met haar indringend gele ogen vanaf de trap naar de zolder.

We dronken in de slaapkamer thee, ma nu op bed zittend, ik weer hangend tegen het bureautje, pratend over de langpoten, de hitte, de droom. Er was een half uur verstreken, het huis van mijn moeder was inmiddels aardig wat koeler, ik sloot de deuren, liet de ramen open en zei: tot strakjes. Ja, tot straks, zei mijn moeder, haar benen weer op het bed trekkend en het laken over zich heen slaand: ga jij ook nog even een uurtje slapen? Ja, dat denk ik wel, loog ik.