woensdag 29 augustus 2012

Bruinisse.

Woensdag 29 augustus 2012.

Ee nachtje te gast in Zeeland, Bruinisse.
Gisteren reed ik er naar toe, zou onderweg ook langs mijn vriendin in Hendrik-Ido-Ambacht gaan. 
Het weer werd gedurende de dag steeds beter, ik vergat na een half uurtje dat ik de honden had achtergelaten bij de buren, de kat aan hun goede zorg had besteed, zelfs de kat van mijn moeder zou mijn buurman binnen laten, want dat monstertje schoot 's ochtends bij het eten geven tussen mijn benen door naar buiten en was zelfs nadat ik de hele krant had gelezen nog niet terug. Ik vertrok toch, vergat verdorie mijn portemonnee wat ik pas bij het tankstation zou merken, ik reed weer terug naar huis, keek of de kat al terug was bij mijn moeder, nee, ik ging weer weg. Maar toen was ik ook echt weg. 

Af en toe tikte wat regen op de voorruit, de motor bromde vertrouwd, de banden suisden op het asfalt, naast me stond een thermosfles thee die ik niet zou drinken, en een schaaltje met druiven uit de kas voor vriendin Maartje. 
Voordat ik het wist was ik er al, sloeg ik af bij H.I.Ambacht. Vertrouwd en ook weer niet gleden de straten voorbij, straten waar ik een groot deel van mijn leven heb gewoond maar die nu vermomd zijn dankzij grotere bomen en struiken en waar de vorm van veranderd is door de wildgroei van rotonde's en nieuwbouw van huizen op plaatsen waar eerst nog tuinders tussen de prei en de kassen op het land werkten en het oog over de weilanden naar Zwijndrecht kon kijken. Het stratenplan en aanzien van een klein dorp kan in tien jaar tijd enorm veranderen.
Maar uiteraard ligt Hendrik Ido Ambacht nog altijd ingeklemd tussen de A15 aan de ene zijde, de A16 aan de andere zijde, de lucht is vrijwel altijd vol met ver verkeersgeluid. Het 'doekende' geluid van de duwboten en rivierschepen die op De Noord varen is hier niet meer hoorbaar, de werfjes aan de dijk zijn al lang gesloten. 
Ik sla af naar een van de nieuwbouwwijken die naar Zwijndrecht is gegroeid. Daar moet ik zijn. 
Als de deur openzwaait staat daar mijn vriendin, en haar omhelzing is honderdduizend kilometers rijden waard.

Dan ga ik naar Zeeland. De TomTom brengt me terug naar de A16 richting Rotterdam, maar ik sla al snel af om de A15 te volgen, en daarna rij ik richting Zierikzee. Het is druk, iedereen schijnt naar Zeeland te willen, en ik volg geduldig de eenbaansweg die streng maar niet onnodig met een dubbele streep doormidden is gesneden. Stoplichten, flitspalen. Zowel links als rechts zie ik af en toe water, maar ik kijk niet veel om me heen, het verkeer is te druk voor sightseeing. Stil hangen hier en daar meeuwen in de lucht, en ook al hangen ze ook bij ons rond, ditmaal zie ik het als een teken dat ik omgeven ben door water. 
Bij Bruinisse stuurt de TomTom me een onmogelijk weggetje op, een haarspeldbocht kan mijn uit de kluiten gewassen bestelauto ternauwernood nemen, ik zie een haventje, links van me ligt nu Bruinisse en rechts een lange dijk die zo op het oog naar niemandsland leidt. Irritante verkeersdrempels hobbel ik over en nu zie ik dat aan de linkerzijde een zeventiger of tachtiger-jaren vakantiedorp ligt. Groot is het. En lelijk.

Ik bel mijn zus Hennie (die hier al bivakkeert met mijn moeder) omdat ik niet precies weet waar ik moet zijn, en ze komt naar de parkeerplaats lopen. We halen mijn spullen uit de auto. We pakken wat spullen uit mijn auto, ik mijn tas, en dan lopen we richting appartementje. 
'Hoe is het hier?' vraag ik. 
'Het appartement valt tegen' zegt Hen, 'het is klein en benauwd, de slaapkamer donker, maar het ergst vond ik dat het ronduit vies is. Ik ben begonnen met schoonmaken, de tandpasta zat nog op de badkamerspiegel, overal lag koffie, in de besteklade, op het aanrecht, zelfs de pannen zijn vies'. 
Dat begint al lekker. 
We lopen ondertussen een gang in, naar de lift die ons naar de tweede etage brengt, wij stoppen bij de eerste deur aan een lange donkere gang. Wit gemetselde steen, grove betonnen dakplaten die snel witgekalkt zijn, alles laat zien dat de vakantiewoningen in rap tempo uit de grond zijn gestampt. 

Het appartementje maakt inderdaad niet vrolijk. Je komt binnen in het keukentje, links is een toilet/bad/wastafel, dan sta je in een kamertje en goddank is het weer prima en staat de deur open, want het is klein. Een trap naar boven leidt naar een donkere slaapkamer waar een tweepersoonsbed in staat. 
Ontwerpfouten vallen direct op: de deuren die verkeerd openslaan, daardoor het licht belemmeren of tegen het enige openslaande raam aan slaand. Inrichtingsfouten volop: de vaatwasser is niet te gebruiken zonder dat je de vuilnisbak voor de buitendeur zet, de klep van het gasfornuis slaat tegen de onderkant van de kastjes vast. Achter de magnetron zit de lichtknop voor de badkamer. In de badkamer is geen douche, wel een bad, maar het toilet en het bad zijn niet schoon. 
De richtlijnen van de verhuurder zijn streng, er staat een boete op verzetten van meubelen, 12,50 voor iedere overtreding. Iedereen die hier huurt moet een bedrag betalen voor het schoonmaken, maar het zou dan wel fijn zijn als er dan inderdaad schoon gemaakt wordt.

Ik maak foto's van de liefdeloosheid, de scheef ingehakte stopcontacten, de slecht aansluitende kozijnen. Ik denk aan hoe fraai vakantiehuisjes kunnen zijn, hoe welkom je je er soms kan voelen. 
Misschien maakt het uitzicht het goed? Nee. Schotelantenne's pal voor je neus, daken waarop buizen liggen en continu het geluid van de rijksweg op de achtergrond, alleen is dat de motor van de mechanische ventilatie. Buiten is er niets van frisse zeelucht te merken, goddank zit er een meeuw op het dak te schreeuwen. 
Vanmorgen maakte ik een foto hoe de ochtendschoonheid hier vecht tegen alle lelijkheid. Als ik ver inzoom lukt dat zelfs. 
Gelukkig maakt later het strand en de hier en daar nog te vinden oude dorpskernen, het rijden over het eiland, veel goed. 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten