zaterdag 31 december 2011

Happy new year.


Gelukkig nieuwjaar allemaal, mag het iedereen veel gezondheid, geluk en liefde brengen. 






Oudejaarsavond 2011.


Alles is gebakken, vanmiddag maakte mijn zus de spekkedikken, een typisch Gronings lekkernij. Ondertussen stond mijn zwager in de keuken de oliebollen te bakken. Het zag er goed uit, de oliebollen keerden bijna allemaal zelf, en ze zijn heerlijk.
Als de oliebollen gebakken zijn gooit Har ook nog even wat kroepoek in de olie.
De hele dag is het een aan en af rijden van auto's geweest, fietsers, wandelaar die komen kijken naar het carbidschieten hier aan de overkant. Ook dat is een typisch plattelands aangelegenheid, en als westerling moet je geen commentaar over de herrie hebben.
Het is er een gezellige boel, er brandt een vuur, er is drank en drie dagen lang hebben de mensen gewerkt aan het installeren van de enorme bussen, en ze hebben een tent opgezet, een flinke ook.
De mensen die komen kijken en wat drinken betalen allemaal een (vrijwillige) bijdrage voor de hapjes en drankjes, er is groot ingeslagen. Zo gaat dat hier op het platteland in Groningen. Er zijn strikte regels, geen gedonder tussen de mensen met vuurwerk, en ook wordt er strikt de hand gehouden aan regels bij het carbidschieten zelf, anders konden er wel eens flinke ongelukken gebeuren.
Het gaat allemaal prima, en de buren, die nemen allemaal voor dat ene keertje per jaar het rammelen van de ruiten voor lief.



Grunneger resepten.


SpekkedikkenSpekkedikken
Wat mout der in:
n Pond roggenmeel, n pond waitenmeel, 3 aaier, 2 onze broene suker, 1 onze stroop, wat zolt, n lepel moalen anies, 2 onze rookte spek, anderhaalf onze dreuge worst, omenbie 8 moatjes wotter.
Hou mout je t doun:
Alles deur mekoar hén reuren, behaalve spek en worst.
Din mit t wotter mengen tot n dik pankoukbeslag.
t Iezer goud invetten, 2 plakjes spek en 2 plakjes worst der inleggen, en hierop t beslag.

Nait te haard bakken, want aans worden ze nait goar.
Eetze.





31 december 2011.


De laatste dag van het jaar. Het regent bijna traditiegetrouw. In de verte klinkt het zware geschut van mortieren. Oh nee, gelukkig niet. Het is het carbidschieten dat traditioneel hier door de plattelanders in ere wordt gehouden. De lucht is vol van lawaai, alsof iedere seconde ergens in de plaatsen rondom ons wat rotjes of zo'n carbid-bus wordt afgeschoten. Soms klikt het als een zware ontploffing. Arme dieren overal.

Mijn honden geven er niet zo om, al is het verdacht dat Jip dicht naast me ligt in plaats van op zijn plekje naast Davo, op de bank.
Het de hele dag, soms weken van te voren al 'knallen' schijnt voor veel mensen erbij te horen, al vind ik dat het vuurwerkgebruik aardig uit de hand is gelopen. Als ik zou kunnen kiezen uit naar ergens groot vuurwerk gaan kijken of het ongecontroleerde afschieten zoals nu gebeurt, nou, dan wist ik het wel. Dan kon mijn oudste zus ook eens gaan kijken naar een vuurwerkshow, want nu blijft ze altijd binnen om twaalf uur, uit angst. En niet onterecht. Mijn eigen ervaringen: mijn haar heeft ooit in de fik gestaan omdat iemand vuurwerk uit het raam boven me gooide, en als kind hand in hand wandelend met mijn moeder gooide jongens een rotje naar ons, dat in mijn moeders hand ontplofte, net naast mijn oor. En hoeveel vuurpijlen vlak voorbij zijn gescheerd in de afgelopen jaren? Ontelbaar. Mazzel gehad, niks gebeurd verder, maar toch.

Geef mij maar een vuurwerkshow, EN het geluid van de schepen om 12 uur, dat vind ik nog steeds het mooiste.
Graag had ik een geluidsfragment ingevoegd om te laten horen hoe de boten klinken in Rotterdam, als ze allemaal hun scheepshoorn laten horen om 12 uur oudejaarsnacht. Maar dat geluidsfragment heb ik niet. Als er ergens iemand is die het vannacht voor me wil opnemen, graag.

Drie oude foto's van de Maashaven vond ik op het internet. De eerste is van Thomson, waar opa Schot werkte. De laatste, en recente foto is van zo'n vuurwerkshow. Nou zeg nou zelf, wat is er mooier?






vrijdag 30 december 2011

Vismarkt 56, Groningen


We liepen in de stad Groningen, gezellig met een heel groepje familie. Hen, Karel, Kasia, Jeroen, kleine Karel, Helena, Marijke, Har, Peter en Tineke. De zon scheen en er stond een 'fris' windje.
'Als vlooien' (Karel's woorden) liepen we over de markt, voortdurend was er wel iemand van het groepje verdwenen om iets te kopen, of te bekijken, en op miraculeuze wijze wisten we toch continu wie waar was. We aten een visje, kochten wat groente, en liepen ondertussen uit te kijken naar een café waar we koffie konden drinken, maar het was druk in Groningen, de zaken zaten stampvol, en wij waren met een grote groep en een kinderwagen.

Op de hoek van de Vismarkt staat een prachtig pand, restaurant 'Zomers' staat er op, wat al een prettige benaming is. We bestegen de nog altijd fraaie, maar verzakte en gescheurde trap van blauw Belgisch hardsteen en stonden in een brede gang die languit naar achteren reikte. Fraai stucwerk, marmer, oude tegels, grandeur van de zeventiende en achtiende eeuw gewoon onder onze voeten, wat verhabbezakt door de jaren, maar nog altijd indrukwekkend.

De warmte van de restaurantruimte, ooit woonkamer van een rijke familie, sloeg ons tegemoet, net als het gezellige gerammel van kopjes en glazen, de geur van koffie en eten, de snelle voetstappen van de bediening, gelach en gepraat van de tientallen mensen die rond de tafels geschaard zaten. Gezellig. Maar onze groep was net iets te groot om een plaatsje te vinden en we werden door de lange gang naar achteren geleid. Ik voelde onder mijn voeten het scheefgezakte en uitgesleten zijn van honderden jaren bewoning, zag de houten uitgesneden trap, het marmeren fonteintje, de prachtige deuren.

We namen plaats in een wat koele ruimte aan het einde van de gang, zo te zien een voormalige serre of keuken, aangrenzend aan de tuin. We dronken koffie, Helena zat met haar blije hoofdje ons allen te vermaken terwijl ze midden op tafel zat, en de kleine Karel liep met zijn tomeloze energie heen en weer, soms even aan zijn zusje trekkend, lachend, zingend. Die kinderen zijn feestjes, ik kan het niet anders zeggen.

Terwijl we onze jassen weer aantrokken om te gaan vroeg ik aan iemand van de bediening wat de vroegere bestemming van het pand was geweest. Ze wist het niet, behalve dat er een bank in had gezeten, maar, voegde ze er aan toe, 'voor' weten ze het wel.
Ik stapte de gang weer in, keek ondertussen rond en liep richting voordeur, zag daar een jonge serveerster die vuil vaatwerk op een karretje zette. Even twijfelde ik, ze was wel erg jong, maar wetend dat Groningen stampvol zit met jonge studentes stelde ik toch maar de vraag. Wist zij iets over het pand?
Jazeker wist ze dat, haar blauwe ogen serieus in de mijne kijkend: het was een bank geweest.
'Dat hoorde ik' zei ik, 'maar daarvoor, het is vast ooit een woonhuis geweest?'
'Nee', zegt ze, 'voordat het een bank was zat er volgens mij een lampenzaak in'.
Ik lachte een beetje onhandig, en zei 'ach, ik bedoelde de oorspronkelijke bestemming, ik denk dat het een pand van rijke handelsmensen geweest moet zijn'.
"Ja, zei ze, dat bedoel ik ook, en die mensen hebben vast in lampen gehandeld'.
Ik wist opeens zeker dat ze geen geschiedenis studeert.






Vismarkt 56, Groningen.

Groningen, Vismarkt 56, Diep hoekpand van vier traveeën breed, 13e-14e eeuw, verbouwd in o.m. 1565 en rond 1632, 
18e eeuw (gevel)


In het jaarverslag komt ook Vismarkt 56 aan bod, een pand met een bouwgeschiedenis van meer dan zeshonderd jaar. Op zich is zo’n lange periode bijzonder hoewel in Groningen ook panden staan die nog ouder zijn. De bouwgeschiedenis van dit pand is echter zeer opmerkelijk omdat in de eerste helft van de 17e eeuw een verbouw werd uitgevoerd die neerkwam op bijna complete nieuwbouw. De vele verbouwingen nadien voegden steeds weer een verhaal toe aan de boeiende bouwgeschiedenis en van al de bouwfasen is gelukkig veel bewaard gebleven.

Vismarkt geeft geheimen prijs. 

Hervonden Stad 2005 [1957-22633]Hervonden Stad 2005 [1957-22633]
Terwijl de restauratie van Vismarkt 56 nog in volle gang was, vormde het monumentale pand het toneel voor de presentatie van Hervonden Stad 10.
Het pand was daartoe uitgekozen omdat bij de restauratie prachtig achttiende-eeuws stucwerk te voorschijn kwam, dat door Johan de Haan voor het boekje werd beschreven.
Het stucwerk was een van de vele geheimen die het in oorsprong middeleeuwse pand bij de restauratie vrij gaf.
Het hoekpand Vismarkt-Folkingestraat is een van de eerste stenen huizen in dit deel van de stad. In het pand zit metselwerk uit de dertiende of begin veertiende eeuw.
In de zestiende eeuw is het huidige achterhuis aangebouwd, waarschijnlijk ter vervanging van een ouder exemplaar.
Het voorhuis ondergaat in de eerste helft van de zeventiende eeuw een zeer ingrijpende verbouwing, waarbij het pand in elk geval een nieuwe voorgevel, westelijke zijgevel en kapconstructie krijgt.

William McDowell

Waarschijnlijk is voor deze verbouwing verantwoordelijk de Schot William McDowell. Hij wordt in 1614 hoogleraar aan de nieuwe Groninger universiteit.
Drie jaar later trouwt McDowell met een kleindochter van burgemeester Clant, Bernardina van Fritema. Zij betrekken het pand in 1632, vermoedelijk na het eerst aan hun eisen te hebben aangepast. McDowell is dan al geen professor meer maar president van het krijgsgericht.
Doordat McDowells enige kind – Johanna Emilia- trouwt met Ulrich van Ewsum komt het pand in deze jonkersfamilie terecht. In de tijd dat de Van Ewsums Vismarkt 56 in handen hebben, worden er geen ingrijpende verbouwingen uitgevoerd. Dit verandert nadat Rudolf Polman en Johanna Emilia van Ewsum het huis in 1727 verkopen aan dominee Lambertus Bieruma en zijn echtgenote.
Omstreeks 1740-’50 wordt bij een verbouwing in het achterhuis een monumentale trap aangebracht. Mogelijk gebeurt dit in opdracht van dochter Arricia en haar man, dominee Jacobus Fruytier. Zij zijn in elk geval wel verantwoordelijk voor een verbouwing in 1782-’83. De huidige gang en kamerindeling van het voorhuis worden waarschijnlijk dan tot stand gebracht.

Conflict met de stucwerker

Stucwerk in de gang, 1959. Foto: E. Folkers [1785-0068]Stucwerk in de gang, 1959. Foto: E. Folkers [1785-0068]
Het echtpaar Fruytier-Bieruma schakelt hiervoor de in 1775 in Groningen gevestigde stucwerker Johan Bernhard Logeman in.
Deze heeft van het stadsbestuur voor twintig jaar het alleenrecht op het vervaardigen van stucwerk gekregen en gaat in 1782 voor 440 gulden aan de slag aan de Vismarkt.
Hoewel Logeman zijn sporen al heeft verdiend, is Fruytier helemaal niet tevreden over diens verrichtingen. Het gaat de dominee te langzaam en de decoraties zijn niet naar zijn zin. Fruytier maakt dit duidelijk door een deel van het stucwerk met z’n degen kapot te slaan. Het conflict tussen de dominee en de stucwerker loopt zo hoog op, dat de eerste de laatste buiten de deur zet en diens kalk tot metselspecie laat verwerken.
Logeman pikt dit niet en stapt naar de rechter. Deze stelt de stucwerker in het gelijk en bepaalt dat hij de klus mag afmaken tegen de vooraf bepaalde som, maar naar een schadeloosstelling kan Logeman fluiten. Door de rechtelijke uitspraak krijgt Vismarkt 56 uiteindelijk de fraaie gedecoreerde gang en kamerplafonds, die straks weer in volle glorie zijn te zien.

Laatste verbouwing

Vismarkt  56, 1924. Foto: P.B. Kramer [1785-2711]Vismarkt 56, 1924. Foto: P.B. Kramer [1785-2711]
In de negentiende eeuw vindt de laatste ingrijpende verbouwing plaats.
Net als vele andere panden raakt Vismarkt 56 dan zijn topgevel kwijt.
Hiervoor in de plaats komt een lage zolderverdieping met kroonlijst.
Ook de entreepartij wordt dan waarschijnlijk aangepast.
Vanaf 1975 biedt het pand onderdak aan een bank en na de restauratie krijgt het onder andere een horecabestemming.

Occupy-beweging, vuurwerk, vuurwapens en hoop.


Hoezeer ik ook van de oudejaarsnacht hou, van de geur van kruitdampen en vuur, van sommige ontploffingen wil ik graag verschoond blijven, om maar een een mooie ouderwetse uitdrukking te gebruiken. Vandaag stonden er allemaal berichtjes in de krant die over pittig knal- en vuurwerk gaan, van kernrampen tot het inbakeren van je hond tegen vuurwerkangst.

Het eerste berichtje is mijn grootste zorg voor de toekomst. Kernenergie. Het is met kerncentrales niet de vraag of het mis zal gaan, de vraag is alleen: wanneer en waar. Een soort Russische roulette waar de provincie Fukushima niet meer aan mee wil doen. Op Wikipedia lees je hoe vaak een 'incident' zich heeft voorgedaan.

Het volgende bericht ging over vuurwapens. Het schijnt dat heel wat Amerikanen zo tegen de kerst denken: goh, laat ik eens een nieuw wapen aanschaffen. Tja, en dan je huis versieren met lampjes, kalkoen braden, gezellig. Voor mij een scenario van een griezelfilm, ik hoor de muziek al aanzwellen.

Het derde bericht ging over angst bij dieren voor vuurwerk. Veel honden krijgen flink de zenuwen van al dat geknal. Medicijnen geven schijnt zeer dieronvriendelijk, want de spierverslappers doen hun werk tegen het rillen, maar de hond verkeert nog steeds in doodsangst, misschien zelfs nog erger. Inbakeren kan helpen, maar het best is therapie. Als iedere knal een snoepje oplevert, of een spelletje wordt, dan wordt het vuurwerk opeens erg lollig.
Ernaast een bericht van de Partij voor de Dieren die graag zou zien dat vuurwerk voortaan door mensen die er verstand van hebben wordt afgestoken, op een veilige en centrale plek, dat scheelt een hoop ogen en brandwonden, hier en daar een handje of zo. Een zeer goed idee. Het geeft ook rust voor de dieren, want is het niet een vreselijk idee dat door het afsteken van vuurwerk (in het bijzonder door de Nederlanders!) de vogels overal opvliegen, zo massaal dat het via satellieten/radar zichtbaar is? En dat doen wij, wij, die ook braaf onze bijdrage overmaken aan Natuurmonumenten of andere dieren liefhebbende organisaties.
Meer weten over de verstoring van vogels door vuurwerk?:

Vogels vluchten massaal voor vuurwerk
20-12-2011 - Met de nadering van oud-en-nieuw misschien goed om even het artikel van Judy Shamoun-Baranes, Adriaan M. Dokter, Hans van Gasteren, E. Emiel van Loon, Hidde Leijnse en Willem Bouten in Behavioral Ecology te lezen.
In drie opeenvolgende jaren bekeken zij met radar de reactie van vogels op vuurwerk. Het blijkt dat net na middernacht op oude-jaars-avond honderdduizenden vogels op de wieken gaan en zo'n 45 minuten in de lucht blijven. De meeste vogels worden op 500 m hoogte aangetroffen, de grootste concentraties boven weilanden en wetlands, waaronder natuurreservaten, waar ze normaal gesproken rusten en eten.
De verstoring in ruimte en tijd is dus erg groot.
Bron:Behavioral Ecology (November-December 2011) 22(6): 1173-1177 doi:10.1093/beheco/arr102


Het laatste krantenbericht is van ooit Oibibio-oprichter Ronald Jan Heijn, de kop van de titel was: De demonstrant is voorbode van een nieuw tijdperk. Voor degeen die zijn naam niet kennen, Ronald Jan is de vreemde eend in de bijt van de Albert Heijn-vijver. Als schrijver van het artikel noemt hij zich een Occupy-demonstrant, en verdomd, zijn positieve woorden lezend moest ik toch weer lachen, het ogen kostende en vogels verstorende vuurwerklawaai en mijn verbazing over wapens onder de kerstboom werd gesust, en zelfs mijn angst voor de kerncentrale legde lezend het loodje. Er is hoop!









donderdag 29 december 2011

Oud en nieuw.


Kerst en oud en nieuw waren in mijn herinnering altijd aaneen geregen, het hele gebeuren vanaf de kerstboom in huis halen ging naadloos over in het eruit gooien ervan. Misschien komt dat ook omdat mijn oudste zus op de 'derde kerstdag' jarig is en alle dagen in december wel iets feestelijks en spannends hadden. Ach, mijn blijdschap als mijn vader oliebollen ging bakken, een biertje naast hem, met zijn schuimspaan af en toe in de olie prikkend om de oliebollen die vanwege hun soms vreemde model niet vanzelf draaiden een zetje te geven. 
Flarden herinneringen schieten door mijn hoofd, mijn vader die onze kerstboom aan de overkant van de straat in de fik steekt, de gevilde konijnen die op de markt (de nog van pels voorziene pootjes bijeengebonden) aan de kramen hingen, de kaarsjes die we elk bij ons bordje kregen met kerst en waar we niet mee mochten rotzooien (gestolde druppeltjes die langs de zijkant van het kaarsje hingen afbreken en weer boven het vlammetje smelten, hopende dat je daarmee de levensduur van je kaarsje positief zou beïnvloeden), de smaak van gesudderd konijnenvlees, donker en zacht in je mond terwijl je een vaag gevoel van schuld ervoer, de geur van stoofpeertjes, het goeie servies dat op tafel stond te glimmen. De dagen vlogen voorbij.
Ik herken bij het opruimen van de kerstboom in mijn eigen zuchten de zuchten van mijn moeder, stofzuigend, de droge naalden hard ritselend tegen het ijzer van de stofzuigerstang, als fijne hagel op de ruiten.  

Eén oud en nieuw herinner ik me in het bijzonder. Het was 1959, ik was zeven jaar en het onvoorstelbare zou gebeuren, het zou 1960 worden, wat ik spannend vond, maar daarnaast voelde ik ook iets van verdriet, een te vroeg besef dat die jaren voorgoed voorbij waren.  
Bij ons werd vroeger de kerstboom door het schuifraam vanaf de tweede verdieping aan de Katendrechtse Lagedijk zo naar beneden geflikkerd. Het was slim en niet slim. Slim omdat verdere rotzooi in huis voorkomen werd, niet slim omdat de boom met het neervallen de laatste naalden kwijtraakte, en een kale boom fikte niet lekker met oud en nieuw. Mijn vader loste dat aldus op, hij stak proppen kranten tussen de kalende takken, en eenmaal, jaren later, hing hij ook een keer wat rotjes in de boom. Die rotjes heeft hij maar eenmaal gedaan, was vast niet handig. Ik kan me nog een poging herinneren om èn minder rommel in huis te hebben, èn nog wat naalden aan de boom te houden, toen had pa de boom ingepakt in een laken en worstelde zo samen met het boompje de trap af. Volgens mij was dat geen succes. 

Zelden mocht ik in die jaren op oudejaarsavond om twaalf uur mee naar buiten, ik had een historie van ziek zijn tijdens de feestdagen, een aaneenschakeling van verkoudheden en luchtweginfecties. 
Dus ik zat vrijwel altijd in mijn pyjama op de brede vensterbank, drukte mijn neus tegen het koude glas, mijn moeder naast me, en we keken naar de vaag zichtbare figuurtjes beneden in de straat. Hier en daar werd in de straat wat rotjes of een enkele vuurpijl afgestoken, maar aan vuurwerk werd toen niet veel geld uitgegeven. Nee, het waren de kerstbomen die in de fik gestoken werden die het extra feestelijk moesten maken samen met het geluid van de scheepshoorns van de zeeschepen en rijnaken, het vulde de lucht minutenlang met een diep vibrerend geluid dat je tot in je tenen voelde. 

Ingespannen keek ik naar het plekje waar mijn vader met de boom en het vuur stond te worstelen. Zelfs vanaf de tweede verdieping kon ik de meestal vruchteloze pogingen tot een goed fikkie waarnemen. Telkens zag ik kort het vonken van de lucifer, dan het vlammetje dat wanhopig probeerde in leven te blijven, en dan het uitdoven. Naast mijn vader stonden mijn zusjes te kleumen, wachtend op het inferno dat soms toch verrassend fel toesloeg, maar vaak teleurstellend snel over was.  
Meestal waren mijn vader en zusjes zo weer boven. Toch had ik altijd het gevoel dat ik iets groots had gemist, alsof er belangrijke dingen zonder mij gebeurden. Sindsdien wil ik als het nieuwe jaar begint om twaalf uur even naar buiten. En het hoeft voor mij niet groots te zijn, maar ik wil wel die specifieke geur ruiken, rotjes horen knetteren, vuurpijlen de lucht in zien gaan, de mensen zien hannesen met vuurwerk, nou ja, gewoon erbij zijn.  



woensdag 28 december 2011

Kareltje.


De kleinzoon van Karel en Hen is vernoemd naar Karel, hij is vier jaar, heeft blond haar en bruine ogen en een fraaie lichte huid, net als zijn moeder. Wij noemen hem om misverstanden te voorkomen meestal "Kareltje". Je herkent onze familie in zijn trekken, en die van Kasia. Een mooie mix. Energie voor tien, net als zijn vader en grootvader, en zo te horen is hij net zo opgewekt.
Ondanks dat hij opgroeit in Polen heeft hij een ruim repertoire aan Nederlandse liedjes in zijn hoofd. Onderweg naar Appingedam begint hij te zingen, getriggerd door de vele schapen die we ergens op een kluit langs de weg zien staan, 'slaap kindje slaap, daar buiten loopt een schaap, een schaap met witte voetjes', en daarna begint hij aan de sinterklaasliedjes en even horen we hem kort het begin van "sesamstraat" zingen, gevolgd door een "jeetjemekreetje", de kreet waar zijn opa patent op heeft, die heeft het woord verzonnen. Ik schiet in de lach bij het horen van die bekende kreet, zit de hele rit te genieten van het mannetje, en voel dat ik een glimlach heb van oor tot oor.

We horen later zijn stemmetje weerkaatsen tegen de eeuwenoude geveltjes van Appingedam, als hij, hooggezeten op de schouders van Jeroen, onvermoeibaar sinterklaasliedjes blijft zingen. Wat later lepelt hij in een restaurant zijn warme chocolademelk naar binnen en proeft hij zijn eerste oliebol, die hij bij nader inzien toch maar niet opeet, hij tuft met een houten treintje in de rondte terwijl ook wij onze oliebol en koffie/thee nuttigen.
Ik kijk naar hem, speel eventjes met hem, luister naar zijn half poolse, half nederlanse taaltje. Hij verstaat ieder woord dat ik zeg, en hij vraagt me of ik de rails wil repareren. Hij wijst met een klein vingertje, en dan zie ik het mankement, druk de houten rails wat beter in elkaar. Het is mijn achterneefje en het gevoel in mijn borst zegt me dat hij me net zo lief is als zijn vader, of diens broertje was, wat zeg ik? is!
Met niet aflatende energie sjouwt Jeroen zijn zoon op zijn schouders mee terug naar de auto. Ik kijk naar het stel, en herinner me als de dag van gisteren dat Karel ooit Jeroen net zo onvermoeibaar op zijn schouders droeg.
Op de terugreis zie ik in mijn binnenspiegeltje dat ons zangtalent tegen de borst van zijn pa in slaap is gevallen.

maandag 26 december 2011

1e Kerstdag 2011.



Tweede kerstdag, 9.09 uur. Nee, ik heb niet zo goed geslapen, maar dat is helemaal oke.  Er zijn van die momenten dat je geen afscheid van de dag kunt nemen, gisteravond was zo’n moment. Ze waren hier (bijna) allemaal, in volgorde van binnenkomst: ma, Henk en Paulo, Lien, Marijke, Harrie, Karel en Hen, Martine, Raymond, Lya, Jeroen, Kasia, Kareltje, Helena, Johanna, Peter en de twee prinsesjes Nynke en Lotte, het derde prinsesje had bij haar moeder een feestje. En o ja, wij waren er ook natuurlijk, nog een Peter en Tineke. Familie. Qua leeftijd overbrugden we bijna een eeuw.

De kachel brandde, mijn hondjes wandelden even relaxt tussen alle drukte door om daarna weer op hun eigen plekje te gaan slapen, de kat liet zich de godganse dag niet zien, die lag op haar vensterbankje met knijpoogjes te kijken naar de auto’s die stopten, het eten dat naar binnen werd gedragen. Ze zat daar uren. Ik dacht er pas aan om haar eten te geven toen wij al aan de afwas waren.
De geur van eten trok gedurende de middag door het huis, soep, pasteitjes, groenten en vlees. Ook de oven van ma werd ingeschakeld, twee huizen verderop, en voor de rest was het een heel gepuzzel wat wanneer in de oven kon. Het ging prima. Iedereen hielp. En toen de stapels vuile borden en schalen het aanrecht aan het oog onttrok werkten enkele dapperen zich door deze enorme berg heen, waarvoor hulde.

Het was een mooi moment dat Lya, die als een van de laatsten in onze familie is verwelkomd het eerst het woord nam toen we aan tafel zaten, en uitsprak hoe zeer ze het waardeerde, mooi vond dat we als familie zo’n goeie band hebben, dat we hier met 20 man gezellig met elkaar kerst vierden, en dat het beeld van kerstmis compleet was, inclusief 'het kindeke' in de vorm van onze Helena. Daarna sprak Kasia, die onvoorstelbaar goed Nederlands spreekt, iets wat wij niet als vanzelfsprekend ervaren en zeer waarderen in haar. Peter zei dat hij niet wilde achterblijven, als derde "aangetrouwde" van de kinderen, hij schaarde zich bij de eerdere sprekers. Rijke momenten, warme woorden. De rijkdom die familie heet.

De tijd verstreek ongelooflijk snel, af en toe staarde ik gewoon even naar mijn bordje of keek in de rondte. Lachende stemmen, spelende kinderen, kaarslicht, muziek, de feestelijke tafel, de inzet van iedereen, de schalen met eten die geurend langskwamen, het behulpzame en voorkomende van iedereen, het was grandioos, en daar laat ik het maar bij voordat ik sentimenteel word.




woensdag 21 december 2011

Geborduurd Hertje.


Mijn moeder zoekt wat biasband, wat 'drukkertjes' om jurkjes te maken voor de barbies van haar achterkleinkinderen. Prachtige glanzende stof ligt klaar op de tafel, het worden feestjurken.
Vandaag deden we een hoop moeite om patroontjes te zoeken, er schijnen magazines te zijn met naai-, haak- of breipatronen voor barbies of andere poppen.
We liepen de speelgoedwinkel in, de boekwinkels. Niets. Bij de laatste winkel hielp een schat van een man die toen hij onze vraag aanhoorde snel zijn ogen naar het plafond draaide terwijl hij dacht, even met een vinger op zijn lip tikte, en toen achter zijn toonbank vandaan stapte, zeggend dat .... volgens hem .... ondanks de drukte liep hij naar het enorme rek met hobby-magazines, pikte er een uit, scheurde het cellofaan kapot en bladerde, liet toen bijna trots de patroontjes zien. We kochten het blad natuurlijk.

Weer bij ma thuis zette ik de naaimachine alvast voor haar neer, stofte hem af want hij is lang niet gebruikt.
Daarna zochten we naar band en vonden dat niet direct, ik pakte een andere, grotere doos uit een kast, we kozen band en garen uit en terwijl mijn moeders handen door de dozen rommelden keek ik naar de restanten van een heel leven aan naaiwerk: ritsen, kantjes, bandjes, knoopjes en hier en daar een flintertje stof. Je kan van alles vinden in zo'n doos, zo ook een kladblokje, klein, zo'n 8 bij 5 centimeter, op de voorkant is een schattig hertje geborduurd. Ma gooit het uit de doos met een 'dit hoort er natuurlijk niet in'. Ik pak het op, herken het niet wetend waarom en blader er in, niets staat er in genoteerd, geen ontboezemingen, geen boodschapjes, niets. Glad papier met heel fijne lijntjes, geel van ouderdom. De geur van oud papier komt in mijn neus als ik de blaadjes door mijn vingers laat schieten. Ook al herkende ik het blokje, ik heb het hertje op de voorzijde niet geborduurd.
Nee, mijn moeder weet niet van wie of voor wie het was, ze zegt 'een van jullie zal het wel op school gemaakt hebben'.
Goh, nooit gebruikt, wat raar eigenlijk. Daar moet ik even over nadenken, terwijl mijn handen de glanzende stof voor de barbiejurkjes gladstrijken.



maandag 19 december 2011

Blackbird - not by the Beatles.


Heerlijk om op youtube rond te struinen, wat is er veel talent. Dit is een favoriet liedje van me, Blackbird van Paul McCartney. Zelfde ventje als van 'Pirates of the Caribbean Theme'.


Wikipedia:

Blackbird (song)

From Wikipedia, the free encyclopedia

"Blackbird" is a Beatles song from the double-disc album The Beatles (also known as The White Album). Blackbird was written by Paul McCartney, but credited to Lennon–McCartney.[citation needed]

"Blackbird"
Song by The Beatles from the album The Beatles
Released22 November 1968
Recorded11 June 1968
GenreFolk
Length2:19
LabelApple Records
WriterLennon–McCartney
ProducerGeorge Martin
The Beatles track listing
Music sample



McCartney explained on PBS's Great Performances (Paul McCartney: Chaos and Creation at Abbey Road), aired in 2006, that the guitar accompaniment for "Blackbird" was inspired by J.S. Bach's Bourrée in E minor, a well known lute piece, often played on the classical guitar. As children, he and George Harrison tried to learn Bourrée as a "show off" piece. The Bourrée is distinguished by melody and bass notes played simultaneously on the upper and lower strings. McCartney adapted a segment of the Bourrée (reharmonized into the original's relative major key of G) as the opening of "Blackbird," and carried the musical idea throughout the song.

[edit]Origins

The first night his future wife Linda Eastman stayed at his home, McCartney played "Blackbird" for the fans camped outside his house.[1]

[edit]Meaning

McCartney was inspired to write it while in Scotland as a reaction to racial tensions escalating in the United States in the spring of 1968.[2]
In May 2002, during a show at the Reunion Arena in Dallas, Texas as part of the Driving USA Tour supporting the Driving Rain album, McCartney spoke on stage about the meaning of the song. KCRW DJ Chris Douridas interviewed McCartney backstage afterwards for his radio show "New Ground", and the meaning of the song was discussed.[3] This interview aired on KCRW on May 25, 2002.
I had been doing poetry readings. I had been doing some in the last year or so because I've got a poetry book out called "Blackbird Singing", and when I would read Blackbird, I would always try and think of some explanation to tell the people, 'cause there's not a lot you can do except just read the poem, you know, you read 10 poems that takes about 10 minutes, almost. It's like, you've got to, just, do a bit more than that. So, I was doing explanations, and I actually just remembered why I'd written Blackbird, you know, that I'd been, I was in Scotland playing on my guitar, and I remembered this whole idea of "you were only waiting for this moment to arise" was about, you know, the black people's struggle in the southern states, and I was using the symbolism of a blackbird. It's not really about a blackbird whose wings are broken, you know, it's a bit more symbolic.
— Paul McCartney, Interview with KCRW's Chris Douridas, May 25, 2002 episode of New Ground (17:50 - 19:00)
Also, before his solo acoustic guitar set during the Driving USA Tour, McCartney explained that 'bird' is British slang for girl, making 'blackbird' a synonym for 'black girl.' Near the end of the song's performance, a young black woman sang the lyrics, "You were only waiting for this moment to arrive, blackbird fly...", after which the program faded to commercial.
In 2009, McCartney performed this song at the Coachella Valley Music and Arts Festival, commenting prior to singing it on how it had been written in response to the 1960s Civil Rights movement, and added, "It's so great to realize so many civil rights issues have been overcome."[4]

[edit]Composition and recording

The song was recorded on 11 June 1968 in EMI Studios, with George Martin as the producer and Geoff Emerick as the audio engineer.[5] It is a solo performance with McCartney playing a Martin D 28 acoustic guitar. The track includes recordings of a blackbird singing in the background.[5]
The instrumentation consists of tapping, guitar, vocal and birdsong overdub. The tapping is a metronome which was deliberately included in the final mix. The mono version contains bird sounds different from the stereo recording, and was originally issued on a mono incarnation of The Beatles (it has since been issued worldwide as part of The Beatles in Mono CD box set). The song appears on Love with "Yesterday", billed as "Blackbird/Yesterday". 

"Blackbird" provides an introduction to "Yesterday".

zondag 18 december 2011

Pirates of the Caribbean - theme

6 jaar oud is dit ventje. 




Avaaz - walvisvangst.



Gisteren kreeg ik een mailtje van een 'hondenvriendin', Arja. Schat van een mens, huis vol dieren. Twee grote Ieren (de grootste windhonden die er zijn), twee geadopteerde windhonden, en dan ving ze ook nog als pleegadres Jip op. Een van de Ieren is helaas erg jong overleden, er is een andere spaanse windhond voor in de plaats gekomen, een hond met veel problemen ook nog. Twee naaktkatten (van iemand die er niet meer voor kon zorgen), fretten, en dan was er ook nog een stokoude oom die ze (tijdelijk) in huis haalde omdat zijn vrouw was overleden. Drie dochters in of net door de pubertijd heen, en o ja, een man. Zo'n vrouw dus, een kanjer van een vrouw met Rotterdamse roots.
Van haar kreeg ik met een verontschuldiging erboven geschreven het adres van Avaaz doorgestuurd met het verzoek om je verontwaardiging uit te spreken, een petitie te tekenen tegen de aanwending van gelden van het tsunami-slachtofferfonds om de walvisvangst te beschermen tegen aktievoerders. Hieronder staat de tekst met een link, lees zelf maar, en teken ook als je het een schandaal vindt.
Mijn 'hondenvriendins' verontschuldiging begreep ik, ik vind het ook altijd moeilijk om vrienden en bekenden lastig te vallen voor een goed doel. Maar wat voor mensen zijn we als we niet eens vanuit onze luie stoel onze verontwaardiging kenbaar maken?


Zolang de kinderen van Fukushima vastzitten in radioactieve gebieden, is het een absurd onrecht dat 30 miljoen dollar wordt uitgegeven aan de veiligheid van walvisjagers. Laten we een wereldwijde oproep doen om voor de rampslachtoffers op te komen en een einde te maken aan het zinloze afslachten van walvissen, nu! Zend onderstaande mail aan vrienden en familie, en zet deze actie op je prikbord op Facebook.

http://www.avaaz.org/nl/japan_disaster_funds_whaling_b/?tta

Nogmaals bedankt voor je hulp,

Het Avaaz-team

--------

Beste vrienden,

Op dit moment koerst de Japanse walvisvloot zuidwaarts om duizenden majestueuze walvissen te gaan vangen, onder bescherming van een particuliere beveiligingsmacht waarvan de kosten, 30 miljoen dollar, wor den betaald uit het rampenfonds voor hulp na de tsunami! 

Anti-walvisvaartactivisten hielden de Japanse walvisvaart met succes tegen -- en juist daarom besloot de Japanse regering om geld uit de hulpfondsen te gebruiken om de activisten op een afstand te houden als de walvisvaarders hun wrede slachtpartij beginnen. 

Als het ons lukt om de bewaking van de walvisvaart te stoppen en het hulpgeld terug te krijgen waar het hoort, bij wanhopige Japanse burgers die nog altijd wegkwijnen in stralingsgebieden, dan kunnen we eraan bijdragen om de walvisjacht voorgoed te beëindigen. De Japanse premier Noda staat al onder enorme druk omdat er schandalig weinig is gedaan om de slachtoffers van de kernramp tegemoet te komen. Een grote wereldwijde oproep kan de verontwaardiging in Japan en daarbuiten doen ontvlammen en Noda dwingen om de kostbare noodfondsen te gebruiken om mensen te redden, niet om walvissen te doden - teken de petitie en stuur het aan iedereen door: 
< br/>http://www.avaaz.org/nl/japan_disaster_funds_whaling_b/?tta

Walvisjacht is schreeuwend duur, en het wordt mogelijk gemaakt met waanzinnige overheidssteun, tot wel 35.000 dollar per walvis! Als deze subsidies wegvallen, kan de walvisindustrie zomaar instorten. Maar nu gaat de premier ook nog 30 miljoen dollar verkwisten om particuliere beveiliging voor de walvisdoders te betalen zodat ze niet meer lastig gevallen kunnen worden door milieuactivisten in volle zee. Met die extra steun hoopt Japan dit jaar meer dan 1000 Minke-walvissen te doden voor de commerciële vleesverkoop. 

Beambten beweren dat deze steun ten goede komt aan kustdorpen die door de tsunami zijn getroffen -- terwijl Japan het walvisvlees moet opslaan omdat nog maar weinig mensen het willen eten. Intussen negeert de overheid het feit dat er nog altijd mensen vastzitten op plekken waar de straling hoog is, terwijl de weinigen die steun ontvangen het moeten doen met een schrale 1000 dollar. 

Laten we premier Noda oproepen om niet langer zijn oren naar de walvisvaartlobby te laten hangen, en het hulpgeld te gebruiken voor de mensen die het het hardste nodig hebben: de slachtoffers -- teken deze dringende petitie nu, en verspreid het nieuws: 
http://www.avaaz.org/nl/japan_disaster_funds_whaling_b/?tta

Vorig jaar bereikte onze internetgemeenschap record-aantallen en wonnen we de strijd om een wereldwijd verbod op walvisvaart in stand te houden. En in de afgelopen maand hebben 130.000 Japanse Avaaz-leden druk op hun regering uitgeoefend om hulpfondsen in te zetten om kinderen uit gebieden met hoge nucleaire straling te evacueren. Telkens weer zien we hoe machtige lobby's zoals de Japanse walvisvaartlobby winsten belangrijker vinden dan mens en milieu. En telkens weer lukt het ons om hen te stoppen. Laten we dat opnieuw doen. 

Met hoop en vasthoudendheid,

Stephanie, Jamie, Emma, Ricken, Morgan, Laura, Wissam, Wen-Hua en de rest van het Avaaz-team 

Meer informatie:

Volkskrant: Japan zet geld rampenfonds in voor walvisjacht
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/5354/De-aardbeving-in-Japan/article/detail/3067441/2011/12/07/Japan-zet-geld-rampenfonds-in-voor-walvisjacht.dhtml

De Standaard: Japanse overheid gebruikt geld rampenfonds voor walvisjacht 
http://standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20111207_144&word=walvis

(in het Engels)

BBC: Japans tsunami-noodfonds gebruikt voor walvisjacht
http://www.bbc.co.uk/news/world-asia-16064002

Guardian: Japanse walvisvloot beschuldigd van het gebruiken van noodfonds
http://www.guardian.co.uk/world/2011/dec/07/japan-whaling-fleet-tsunami-earthquake-funds

Letter: Brief van Greenpeace Japan and 15 andere NGOs aan Japanse overheid
http://www.greenpeace.org/japan/Global/japan/pdf/2011_Japanese_NGO_statement_for_departure_English.pdf

WSJ: Gebruik van fondsen voor de opbouw voor Japanse walvisvaart
http://blogs.wsj.com/japanrealtime/2011/12/08/use-of-recovery-funds-stokes-japan-whaling-row/