zondag 4 september 2011

Fietsen in het donker.

Vroeger hoorde je als je fietste je dynamo luid piepen en reutelen. Een geluid dat je eraan herinnert dat je ergens heengaat, schreef Suzanne ... (naam is me even ontschoten) eens.
Ik moest aan die zin denken, terwijl we door het donkerende land fietsten. De hemel kleurde diepblauw met hier en daar nog een lichtblauwe veeg of rode streep, het westen aanwijzend.
Een scherp led-lampje wees de weg, pal voor mijn voorwiel een witte lichtvlek werpend. Ik hou van lampen op een fiets, ik hou sowieso van licht, van de zon, van kerstlichtjes, zelfs van de weerschijn van mijn richtingaanwijzers van mijn auto. Dat even oranje oplichten op de witte wegmarkeringen in dat duister naast je. Tja, je kan maar ergens van houden.


Vanavond fietste mijn vriend naast me. Voordat we weggingen had hij mijn banden goed hard opgepompt, iets waarvan ik dacht dat het niet nodig was. Maar met harde banden fietsend merkte ik dat mijn knieƫn toch nog niet aan vervanging toe waren, en dat ik lekker hard kon, zo hard dat ik steeds harder wilde fietsen, genietend van mijn miraculeus verjongde benen en van de bijna windstille zachte avond die nog vol zomergeuren was en naar regen rook. Door het dorp fietsend hoorde je hier en daar geluiden uit de tuinen komen, reed er soms een auto langs, ons even verblindend. Maar buiten het dorp komend werd het stil, hoorden we alleen onze banden ruisen op het asfalt en onze stemmen.
Nee, het is niet meer het dynamo-geluid dat je er aan herinnert dat je ergens heen gaat, alleen dat felle lichtje voor op de weg, dat ik ondanks mijn snelheid niet inhaalde.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten