Oma's meisjesnaam was Patijn. Haar vader heette Chris Cornelis, en haar moeder Maria Henderika, maar volgens mijn aantekeningen noemde hij haar Koosje.
Soms, als ik terugkwam van mijn werk en even bij mijn oma aanging die slechts twee deuren verder woonde, liet ze wat foto's zien. Die foto's heb ik dus niet, die zijn vast bij haar dochters.
De briefjes verhalen over ruim honderd jaar geleden. Echt. Over onder andere oma's moeder die Marie de Haringboer werd genoemd omdat ze vis verkocht, en helaas jong gestorven is. Mijn oma werd op 25 mei 1896 geboren, en groeide op in het hartje van Rotterdam, rond De Schie. Ze kreeg de bijnaam "de Lijster", omdat ze graag en mooi zong.
Oma's verhalen gingen als ze het over haar vroegste jeugd had, over Riek en Baat, haar zussen. Over dansen onder de Delftse Poort op hun klompjes, omdat dat daar zo mooi klonk. Over boomstammen die in de Schie dreven bij de houtzagerij en waarop de waaghalzen liepen, soms met noodlottige gevolgen, want als je er onder schoot ......
De Schie, daar kon je in zwemmen, daar werd vis uit gegeten. En moest oma niet vaak zalm eten, of is dat een verhaal dat ik er zelf in mijn hoofd heb bijgemaakt? Als ik mijn aantekeningen goed begrijp moet er zelfs nog ergens een foto zijn van Koosje (Marie de Haringboer) waar zij op de kar zit, en op de kar: maasbliekvoorn? (onder dit linkje kan je iets lezen over de zalm).
Jammer dat ik zo slordig heb genoteerd, maar goed, ik krijg toch al een aardig beeld voor ogen van die goeie ouwe tijd.
Als oud-Rotterdammer zit ik even te peinzen waar De Schie gebleven is, even naar Wikipedia:
Politieke spelletjes tussen diverse leenheren en de rivaliserende steden Schiedam, Delft en Rotterdam, leidden ertoe dat in 1343 tussen Overschie en Rotterdam een kanaal werd gegraven. Zo werd de macht van Schiedam over het scheepvaartverkeer op de Schie gebroken. De Schie splitste zich nu te Overschie in de Rotterdamse Schie en de oorspronkelijke Schiedamse Schie.
en
Van de Rotterdamse Schie is tegenwoordig weinig meer over. Na het bombardement zat men met een enorme hoeveelheid puin. Tussen 1940 en 1942 wordt met dat puin de Schie grotendeels gedempt, zoals op de huidige Schiekade.
Er was nog een fotootje, vertellen mijn notities, van oma, inmiddels zwanger van haar eerste kind: Riet. Ze staat in een weiland tussen de koeien. Een karretje nog zichtbaar met bonen, een bord erop: 1 ct de kilo, afhalen, afval inleveren.
Dat waren nog eens tijden.
De aantekeningen vertellen verder over haar eerste kinderen: Ooit viel Riet (Riek?) in de Schie en Mooie Dirk (de groenteboer) haalde haar op tijd eruit. Riet verstopte zich in de kast bij de buren, uit angst voor straf.
Nee, dan Mimi, (met dank voor de rectificatie), die schoot de diender, die de fraaie bijnaam "vleknek" had, met een katapult tegen zijn oor. Ze ging er als een speer vandoor en is bij haar moeder onder de wastobbe gedoken, durfde er niet onder vandaan te komen en heeft daar erg lang onder gezeten.
Nee, ik wil er niet al te romantisch over doen. Het was bittere armoede. Mijn oma was (als ik mij goed herinner, en mijn tantes mogen mij corrigeren) twaalf jaar toen ze in dienst ging bij een rijke familie.
En ik kan me niet herinneren dat ze daar wat positiefs over heeft verteld. Wist je dat in die tijd, toen er nog geen wc-papier was, de welgestelden hun gat afveegden met sponsjes? En dat de dienstbodes die moesten uitwassen? Dat is wat ik me vooral herinner, hoe oma vertelde dat haar werkgever vanuit het toilet riep: MARIEEEEEEE, mijn sponsieieieieie! Hoe zij daar zeventig jaar later om kon lachen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten