Al mijn hele leven vraag ik me af hoe iemand dakloos kan worden. Helaas is er iemand in mijn vriendenkring dakloos geworden dus ik heb van dichtbij meegemaakt hoe het kan.
Zijn naam zal ik niet noemen, maar ik ben van plan nu en dan een berichtje over hem te schrijven. Ik zal hem V noemen, de V van vriend.
Ten eerste hoe ik hem ooit heb ontmoet.
Het jaar 2002. Ik was er nog steeds niet best aan toe. Ik zat in een traag verlopend herstelproces nadat ik in 2000 tijdens een reis naar India ziek was thuisgekomen en door de uitdroging een bekken-trombose had opgelopen.
Omdat ik van de steunkousen en medicijnen af wilde, bovendien weer geopereerd moest worden, moest ik van de vasculaire specialist veel wandelen, telkens even door de pijn heen zodat er nieuwe vaten in mijn been en bekken zouden worden aangemaakt. Want zo doet het lichaam dat, er kan heel wat mis mee zijn maar het lichaam wil, als het verder niet ernstig ziek is, zichzelf herstellen. 2000 en 2001 waren moeilijk geweest, maar het werd weer lente en ik wilde er uit.
Met de auto ging ik naar een wandelbosje dat vlakbij mij in de buurt lag. Vanuit de voorkamer van mijn ouders heb ik het nog gezien toen het net aangeplant was, en nu woonde ik aan dezelfde weg en zag het bos steeds volwassener worden. Het bosje had toen al een slechte naam omdat er nu en dan mannen rondhingen, maar het werd nog niet zo erg geteisterd door bosjes-homo's zoals vandaag de dag en het werd ook redelijk goed bijgehouden door Staatsbosbeheer. Gemaaide brede paden, in de lente overal zingende vogels, ganzen dobberden in een plas waar zelfs nu en dan een vrouw in zwom (Fenna), aan de oever de reigers en hier en daar zaten vissers al of niet onder een donkergroene paraplu.
Ik parkeerde de auto, Freddie sprong er uit, en ik keek dan rond of ik bekenden zag. Dat was meestal zo want ook een buurvrouw van me wandelde hier rond die tijd met haar dalmatiër. Het was ook deze buurvrouw die me wat vertelde over V toen we hem in de verte zagen aan komen lopen, twee vrolijke wit met zwart gevlekte hondjes dartelden vrolijk om hem heen.
V wandelde hier dagelijks. Hij was ingenieur, had in het buitenland gewerkt, was razend intelligent maar helaas was hij in een dip beland en daarna was zijn huwelijk op de klippen gelopen. Om zijn hoofd leeg te maken liep hij uren te wandelen. Dit vertelde de buurvrouw terwijl V naderde. We liepen met zijn drietjes verder en het was gezellig. Sindsdien zag ik hem regelmatig en dan liepen we samen op. Ik durfde steeds langer te lopen, verder te gaan dan de dag ervoor bijvoorbeeld, omdat ik niet alleen was. Het was ook veiliger dan alleen lopen.
Tijdens een van die wandelingen (niemand tegengekomen dus alleen) liep ik de boswachter tegen het lijf. Die keek naar mijn hondje en zei: hm, een windhond, die gaat achter het wild aan. Ik kon het niet ontkennen, Fred was heel gehoorzaam totdat hij een ree of haas zag. Liep hij vlak bij me dan luisterde hij nog wel, liep hij een stukje voor me uit kon ik roepen wat ik wilde: oortjes lagen al doof en in de race-stand in zijn nek en hij was weg.
De boswachter vertelde: "de reeën krijgen in dit seizoen jongen, spontane abortussen van schrik komen voor bijvoorbeeld als een hond achter ze aanjaagt ..... tja, en het wild heeft al zo weinig ruimte in Nederland, is afhankelijk van die kleine stukjes bos....... "
Ik vond het heel jammer voor Fred, maar ik vond dat de boswachter zinnige opmerkingen had gemaakt, dus ik deed Fred aan de lijn.
De volgende dag kwam ik V weer tegen en hij vroeg: waarom zit Fred aan de lijn? Ik vertelde en hij luisterde, zijn wenkbrauwen in ongeloof omhoog getrokken. Toen zei hij: "wat een onzin, die hondjes hebben het net zo leuk samen, laat Fred toch lekker los lopen!" (V had zelf Jack Russeltjes die heel leuk met Freddie speelden).
"Ja, ik vind het ook jammer, maar hier in dit bosje wil ik Fred niet meer loslaten", zei ik.
Toen V er te bozig over deed zei ik: 'het is mijn hond en ik maak zelf uit waar ik hem los laat lopen."
V stopte, keek me aan en zei: "met een hond aan de lijn lopen vind ik niet leuk, dan wil ik niet meer samen wandelen".
"Oke, dan gaan we ieder ons eigen weg' zei ik terug, en we sloegen vrijwel direct een ander pad in, ik links, hij rechts.
Ik ging niet meer naar het wandelbosje maar ging, Freddie lekker los, door de velden wandelen waar ik meer overzicht had of er wild was. Een ruime week was voorbijgegaan toen er op de buitendeur werd geklopt. Tot mijn verbazing stond V voor de deur: "Mag ik binnenkomen?". Natuurlijk mocht hij dat en nog in het halletje staand zei hij dat hij had nagedacht over "de kwestie". Hij vond dat ik zelf moest weten hoe en waar ik mijn hond los liet, dat hij het wel jammer vond, maar goed, het was uiteindelijk mijn zaak.
"Koffie?" vroeg ik.
"Graag" zei hij.
Kort daarna ging de steunkous waarmee ik sinds de trombose rondliep voorgoed uit. Ik wist inmiddels ook dat ik in het najaar geopereerd zou worden. Maar kort voor deze operatie hoorde ik dat ik daarna nog een operatie moest ondergaan. Dat was een flinke domper, zacht uitgedrukt, ik had het gevoel in een neerwaartse spiraal terecht te zijn gekomen.
V kwam op een gegeven moment weer op de deur kloppen met een plan om mijn herstel te bevorderen: Tai Chi Tao. Hij had een cursus-adres gevonden in Midden Laren, hij zou me iedere week op woensdag ophalen en weer thuisbrengen, als ik dat wilde. Tai Chi, ik had er wel van gehoord maar wist er eigenlijk niet zo veel van, was dat niet heel erg moeilijk? Nee, het was een tai chi vorm die vooral gericht was om gezond oud te worden, te herstellen. V had de lerares al gebeld en we waren welkom. Zo gezegd zo gedaan, V kwam me elke woensdag ophalen.
We leven nu in 2018. Ik doe nog steeds aan tai chi. Iedere morgen om zeven uur ben ik wakker, ga naar de badkamer, rol daar mijn matje uit: wat tai chi - ademhalingsoefeningen, wat yoga, dan wat kracht-oefeningen voor de rug, en dan, om de dag leeg te beginnen, rek ik me uit, leg mijn handen in een mudra voor mijn buik, en doe daarna bijna altijd de zes-richtingen oefening van tai chi meester Martin Wessels. Ik stap langzaam in alle richtingen, streel het water, los mijn vuisten, laat de vlinder weer vrij, douche me in de energie van het heelal, en in mijn hoofd strekt zich de onmetelijke ruimte uit ........ zie daarin de wereld zoals hij zou moeten zijn. Een goed begin van de dag, geen neerwaartse spiraal maar meer in balans als jaren geleden.
En V? V haakte na een paar cursussen tai chi af, het bracht hem helaas niet wat het mij bracht. Zijn leven was wel in een neerwaartse spiraal terecht gekomen, de wet van Murphy was in werking getreden.
En helaas is er niemand die hem helpt, ook de gemeente waar hij woont helpt hem niet, integendeel. Zijn huis is met behulp van gemeente en politie leeggehaald en geveild. Bij dit leegruimen zijn V's identiteitsbewijs en overige papieren verloren geraakt. Toen de avond viel stond hij samen met zijn hond op straat, zonder onderdak.
Hij leefde een tijdje in een caravan op een stukje grond dat hij in vruchtgebruik heeft. Daarop sleepte de gemeente, weer met veel politie erbij, zijn caravan weg. Nu leeft V al de hele winter in een tentje van de Action. Dat schijnt de gemeente wel goed te vinden. Ondertussen plaatste de gemeente een advertentie in de krant: V was uit de gemeente vertrokken met onbekende bestemming. Door deze handeling verloor V zijn laatste rechten als inwoner van zijn gemeente. Hij diende een bezwaarschrift in, binnen de termijn van zes weken waarop de advertentie door de gemeente was geplaatst.
Opeens hield de regen op en werd het heel koud. Ik belde de gemeente, bang dat V dood zou vriezen, en vroeg de sociale medewerkster letterlijk: wie is er nu verantwoordelijk als V doodvriest? Ten eerste zei ze: daklozen kiezen zelf voor hun manier van leven, en als ze niet om hulp komen vragen kunnen we niets doen. Daar moest ik om lachen, gezien het feit dat ik weet dat V absoluut nooit voor dit leven gekozen heeft. Ten tweede, wie er verantwoordelijk was als V dood zou vriezen? Daar kon ze niet goed antwoord op geven, ook niet op de vraag waarom iemand die op straat wordt gezet geen vervangende woonruimte krijgt aangeboden. Ze verwees me naar het gemeentebestuur, die maken het beleid. Toch, ik maakte wel wat los met mijn vragen, want de politie, heel goed wetend dat V niet met onbekende bestemming is vertrokken maar nog steeds op dat landje in een tent bivakkeert, ging bij hem kijken. De medewerkster van de sociale dienst belde mij terug: V leefde nog.
We zijn inmiddels weer zo'n twee, drie weken verder, V kwam hier langs om te vertellen dat hij antwoord had gekregen op zijn bezwaar tegen het bericht dat hij uit de gemeente vertrokken zou zijn: afgewezen.