vrijdag 24 februari 2017

Maria Elisabeth Patijn.


Hier onder een foto van mijn oma, mijn vaders moeder. Geen idee hoe oud ze op de foto is, maar ze is heel jong getrouwd dus ik neem aan dat ze op deze foto al heel wat kinderen heeft. Ze draagt een ring en een halsketting, wat ik heel bijzonder vind want (zoals je aan haar armen en handen kunt zien) ze moest heel hard werken om haar hoofd en dat van haar kinderen boven water te houden. Veertien was ze toen haar moeder stierf, en haar vader, een oud-Marinier die met harde hand het gezin onder de duim hield, was een vrouwenversierder. Er trok na de dood van haar moeder een vrouw in, Breemer heette ze, maar getrouwd werd er niet. Mijn oma kreeg halfbroertjes, Chris, Henk en Wim.

Mijn geheugen laat me in de steek, ik twijfel opeens hoe oud mijn oma was toen ze haar moeder verloor, ik bel een zus van mijn vader, inmiddels ook al 88 of 89 jaar. De telefoon gaat lang over, en dan klinkt een vermoeid "hallo?". Tante Miem is hoorbaar blij als ze hoort dat ik het ben, langzaam wordt ze wat wakkerder, ze zit in haar luie stoel en de zon schijnt naar binnen, vertelt ze.
Ze vraagt of ik de oude boeken van Rotterdam wil hebben, ze kent niemand anders die ze wil. De boeken zijn zo'n 80 jaar oud denkt ze. Graag, zeg ik.

Ik vertel dat ik een stukje wil schrijven over oma, haar moeder, maar ik kan mijn zin niet eens afmaken, tante heeft het gesprek al overgenomen. Ze praat over de ongelooflijke kracht die oma had. Het gezin waaruit mijn oma kwam was armoedig, de term 'achterbuurt' valt nog net niet. En ja, mijn oma moest als oudste al heel jong werken. Ze had een prachtige stem, 'mijn nachtegaal' noemde de leraar op school haar en wilde dat oma door zou studeren om iets met die stem te gaan doen. Toen oma blij dat verhaal aan haar vader vertelde deed hij zijn riem af en gaf haar met die riem een ongelooflijk pak ransel. Zingen was iets voor hoeren, zei hij. Ze werd al heel jong uit bedelen gestuurd, maar daar geneerde ze zich zo erg voor dat haar zusje met wie ze lief en leed deelde, Baat, tegen haar zei: ga jij daar maar zitten, dan doe ik het wel.
Baat zou haar hele leven haar lievelingszus zijn. Oma werd door leeftijdgenootjes en door familie geplaagd omdat ze zo netjes was. Haar kleren moesten schoon en heel zijn, haar haren gekamd, etc. Dat was in die kringen raar want als je voor een dubbeltje geboren bent .......

Mijn oma werd gevraagd om dingen te tillen die sommige mannen te zwaar vonden. Ze maakte huizen schoon en zong continu waardoor ze in de buurt de naam 'de Lijster' kreeg. Ik weet niet meer waar en hoe ze mijn opa ontmoette, maar ze werd zwanger van haar eerste kind en trouwde met mijn opa. Negen kinderen zou ze krijgen, zeven dochters, twee zonen waarvan eentje slechts dertien jaar mocht worden. In de oorlog werkte ze in een kantine bij de Duitsers en een enkeling met wie ze goed kon opschieten gaf haar eten mee voor haar en de kinderen die nog thuis woonden. Mijn opa was er niet, zat ergens in Frankrijk ondergedoken.

Zo'n vrouw dus. Zo ongelooflijk sterk, trots maar ook onbuigzaam en soms hard. Ik dacht tot z'n beetje mijn tiende jaar dat zij de Koningin was, zo keek ik naar haar op, zo'n afstand voelde ik ook. Haar houding was majesteitelijk en toen ik op school "twee koninginnen en een vorst" van Peskens las dacht ik weer dat dat boek over mijn oma ging, maar nu, nu ik ouder was en wist dat mijn oma niet echt de koningin kon zijn, herkende ik in de "arme" koningin weer mijn eigen oma.

Ik leerde oma beter kennen toen ik rond mijn twintigste slechts twee deuren bij haar vandaan kwam wonen en we botsten wel eens maar mochten elkaar ook. Ze vertrouwde me zei ze eens, en voegde er aan toe: "je bent niet gemakkelijk, maar wat je zegt doe je ook, dat waardeer ik".

Van alle foto's die ik van haar heb vind ik degeen die hier onder staat de mooiste. Ze vertelde later dat ze van de fotograaf op deze manier had moeten gaan zitten, haar armen op de tafel moest leggen. Nu kijk ik naar die handen, schoon, maar de nagels getuigen van hard werken. Toch zit ze daar niet mee, want kijk eens naar die ogen, daar zit licht in, je ziet een vrouw die niet alleen veel heeft meegemaakt, maar ongebroken is, de wereld aan kan.

Terwijl ik met mijn tante over haar al zo lang geleden overleden moeder praat hoor ik dat tante schrikt, ik hoor haar stem breken, een snik ... dan zegt ze met bevende stem: sorry, ik schrok...... moeder is er ..... ze zit tegenover me ..... ze heeft iets blauws aan en zit een beetje te glimlachen .... Ik schiet er zelf ook vol van en kan even niks terugzeggen. Dan zegt mijn tante, inmiddels wat hersteld: "ik schrok er van, maar het is goed ..... o, ze wordt wat vager....nee, daar is ze weer, ze zit nog steeds glimlachend en met haar armen over elkaar te luisteren, alsof ze het leuk vindt dat we over haar praten". Zo, zeg ik, mijn oma's voorkeur voor blauwe kleren kennend, dus oma heeft een donkerblauw pakje aan? Tante zegt: "nee, geen donkerblauw .......  dit lichte blauw ben ik niet van haar gewend, dit zou ze een te vale kleur hebben gevonden, te armoedig ....... ". De aanwezigheid van oma blijft nog even, en tante en ik praten er over dat ook oma zelf in haar leven vaak 'bezoek' kreeg, zich para-normaal noemde en tante vraagt nu aan mij: "wie van jullie heeft dat ook? ik weet dat een van jullie ook af en toe bezoek krijgt ....". Ik antwoord wat vaag, ik weet dat wij allemaal af en toe wat onverklaarbaars meemaken maar ik wil het er niet over hebben. Dus praat ik verder over oma. Oma zag namelijk haar hele leven lang haar jong overleden zoontje, Chris, naast haar staan, soms deed hij zijn hand in de hare.
Helder weet ik nog het moment dat oma dit vertelde. Ik circa vijfentwintig jaar oud, oma circa 75? Het was bij haar thuis en ik liep achter haar aan naar de keuken want oma ging koffie zetten. Ze stopte opeens, en draaide zich half naar mij om maar ze keek in de verte, ze noemde een  naam: "Chrissie", en een van haar handen maakte een klein gebaartje, onwillekeurig bijna, maar ik herkende het: alsof je naar een kinderhand reikt.  







Geen opmerkingen:

Een reactie posten