zaterdag 12 maart 2016
Paul
Ik voelde het direct vanmorgen. Misschien ken je dat gevoel ook, wakker worden en direct weten, voelen dat er iets naars, iets definitiefs en onomkeerbaars is gebeurd. Een onbeschrijflijk gevoel is het, dat in je lijf en hoofd roert waardoor je eigenlijk de dekens weer over je heen wil trekken, slapen en nog niet aan het leven deelnemen, het denken uitstellen, wegzakken in warmte en geborgenheid van je bed. Het nare gevoel probeer ik te verdrijven door mijn honden bij me te roepen, even hun sterke warme lijven tegen me aan te trekken, troostend lief hondenleven.
Dit keer betreft het nare gevoel iemand waar ik ooit een oogje op had, erg leuk vond. De jongste broer van mijn zwager is dood.
Ik leerde hem pas kennen toen mijn zus verloofde, of was het bij haar trouwdag? Hij was jonger dan ik, durfde me amper in de ogen te kijken ondanks dat hij een baldadige, wat stoere air over hem had. Als we elkaar later ontmoetten (we gingen later met zijn vieren paardrijden) keek hij me altijd maar kort aan, stak een sigaret op, en dan dwaalden zijn heldere blauwe ogen telkens weg, verlegenheid maskerend in sigarettenrook, maar zijn mond lachte altijd. Een mooie ondeugende lach. Maar goed, hij was toen nog een jongen, negentien jaar of zo? Ik leefde mijn leven, hij het zijne en we zagen elkaar door trouwen, verhuizen, steeds minder. Hij kreeg een vriendin, vrouw, dochter, zoon. Hij had geen gemakkelijk leven, leefde uiteindelijk alleen en werd te jong ernstig ziek.
In de afgelopen veertig jaren zagen we elkaar maar zelden, maar als hij aanwezig was ging ik altijd direct naar hem toe, sloeg mijn armen om hem heen dan voelde je heel even iets afstandelijks, en dan pas gaf hij zich over: "Hee Tinus", zei hij dan met zijn doorrookte stem, dan was hij er weer, zag ik die bekende trek weer om zijn mond, zag ik de Paul van vroeger weer.
Onder de dekens voelde ik de warmte van de honden, ze zuchtten onder mijn onrust dus ik liet ze achter en ging me wassen. In het bad zat ik te peinzen over de wereldbevolking. Die enorme gestage stroom van mensen die geboren worden, sterven.
Een heel flauwe serie ('drop dead diva') die ik graag zag voor het slapengaan laat tijdens de begin-tune vanuit de lucht een overzicht zien van Los Angeles. Zo ver het vanuit de helikopter zichtbaar is zie je huizen, wegen, lichten, de beweging van auto's als lichtgevende snoeren door de blokmatige mazen van dit stads-wegennet. Een nederig makend beeld. Alsof je letterlijk naar een mierenkolonie kijkt i.p.v. naar je eigen soort.
Ik kookte, nog steeds nadenkend over Paul en het leven op zich, een eitje, nee twee. Dat doe ik bijna nooit want mijn moeder kookte ze altijd perfect en hoe ik ook mijn best deed (en nog doe) om na haar overlijden haar manier van eitjes koken te kopiƫren, het lukt mij niet. De eitjes zijn te hard of te zacht. Ik doe een timer aan, kijk op de klok, probeer in het zelfde tempo naar de borrelende pan te lopen als mijn moeder deed, het maakt allemaal niet uit, het lukt niet. Ik vond dat ik vandaag weer eens een poging moest wagen. Maar helaas, de eitjes waren weer te hard. Sommige dingen moet je geloof ik gewoon accepteren.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten