woensdag 24 juli 2013

Vlooien - eerbied voor alles wat leeft?


Ik belde vanmorgen met een lieve vriendin die net als ik twee honden heeft en nu heerlijk met haar gezin en honden aan het kamperen is. Het leven was goed, het was heerlijk toeven onder de bomen en af en toe zwommen ze. Er waren alleen wel veel vervelende dazen, die haar man als een hedendaagse ridder (of beschermengel) stuk voor stuk plat mepte voordat ze zijn geliefden konden steken. Nu heb ik eerbied voor alles wat leeft, dat weten die vrienden, en ze vroegen zich af hoe ik dat deed, mepte ik geen dazen dood? O jazeker wel. Alles wat mij wil prikken of steken maak ik genadeloos af. Flatszzz. Iedere bij of wesp en zelfs die dikke vliegen die ik binnen wanhopig tegen de ramen zie vliegen zet ik liefdevol naar buiten, een kleine moeite, maar alles wat mij wil steken (en dat zijn de muggen, de dazen, de teken), die maak ik dood. Ik zeg zelfs geen sorry, want dat doen zij ook niet.
Wat is in vredesnaam het nut van die dazen, vroeg mijn vriend gisteren. 'Vogelvoer en bestuiving' zei ik. Dus zijn ze zeer nuttig. Maar hoe zit het met vlooien, vraag ik me af. Wat is hun nut?

Vanmorgen kamde ik Jip met de vlooienkam, en ja hoor, weer een paar vlooien. Davo deed ik voor de grap ook even mee (want hij heeft nooit vlooien, maar hij houdt van de aandacht). De kat zie ik al dagen niet meer, die redt zich wel als het mooi weer is, die komt maar zelden thuis. Ik weet dat het goed met haar gaat omdat ik zie dat de brokjes in haar bakje verminderen, en soms loopt ze even 's nachts snorrend over mijn bed, mij in mijn verdoofde staat even wakker koppend. Soms ligt ze een tijdje tegen mijn rug. Dan gaat ze weer muizen vangen. Als ik de kat overdag tegenkom kam ik haar direct grondig, en dan verwijder ik de teken die ze steevast heeft, ondanks het pipetje gif dat anti-vlooien-spul heet dat ze nu en dan krijgt.

Het was te warm om te stofzuigen gisteren, én eergisteren, en al stofzuigde ik dan snel snel nog even s'avonds (met de deuren wijd open), toch vond ik dat gezien de combinatie warmte en mijn huisdieren een mogelijke vlooien-invasie op de loer lag. Stofzuigen is een fluitje van een cent want ik heb gladde vloeren, het is alleen wel een grote oppervlakte.
De kleedjes gingen naar buiten, de manden werden van de hoes ontdaan. De wasmachine snort de afgelopen dagen al continu.
Grondig stofzuigend dacht ik aan mijn moeder die in haar jonge jaren (de oorlogsjaren)  hielp in het café van haar oom, ome Kees. Het café was en zit nog steeds aan de Katendrechtse Lagedijk, nummer 330 als ik me goed herinner. Over dat café heb ik al eerder geschreven, ik bezocht het samen met mijn toen al heel oude moeder (in 2009 geloof ik), en hetzelfde biljart stond er nog, het raampje in de kelder waar de onderduikers hadden gezeten was dichtgemetseld.
Maar ik dwaal af.

Waarom ik ditmaal met mijn moeder in gedachten stofzuigde kwam omdat die oom ook aan mijn moeder vroeg of ze, voordat er een vergadering was in de bovengelegen zaal, ze even met haar blote benen erdoor wilde lopen. Want áls er vlooien waren dan pikte mijn moeder ze op, ze was een wandelende vlooienmagneet.
Vlooien waren vroeger geen uitzondering, en ze werden zowel meegenomen naar de zaal, als ervandaan weer opgepikt. Andere vlooien waren dat, zei mijn moeder, mensenvlooien. Ze waren sterk en bijna niet dood te knijpen. Het waren de vlooien die ook in een vlooiencircus gebruikt werden. Terwijl ik het opschrijf denk ik, dat dat echt ooit bestaan heeft! Dat er mensen geld voor neertelden om dat te zien! Andere tijden, ander vermaak.
De vergaderzaal werd regelmatig met een krachtig bleekwatersopje gedweild, ondanks dat het een houten vloer was. Of juist omdát, want de neten verzamelden zich in de naden en kieren tussen de planken.

Ooit (ik woonde nog in het westen van het land) had ik vier katten die soms naar buiten gingen, maar liever op de vensterbank lagen. Toch ontstond tijdens een vakantie op een gegeven een vlooienplaag, de katten zullen het in die tijd niet leuk gehad hebben. Mijn vriendin Marrie verzorgde mijn katten tijdens mijn afwezigheid. Daar heb ik veel weet van gehad, dat ik haar daar mee heb opgezadeld. Maar goed, Mar heeft er nooit een probleem van gemaakt, ze stofzuigde, klopte en veegde, en heeft wellicht met een spuitbus in de rondte gezwaaid? Ik kwam in ieder geval in een vlovrij huis terug. De katten zal ik wel een vlooienbandje hebben omgedaan, of misschien heb ik ze behandeld met een poeder? Ik weet het niet meer.
Gedurende mijn hele leven heb ik ook diverse malen voor vakantiegangers op huizen gepast, plantjes water gegeven of katten eten gegeven. En ja, ook ik heb wel eens bij de vakantiegangers een vlooienplaag 'ontdekt'. Wat ik deed was zo snel mogelijk naar buiten gaan, de deur dichttrekken, mijn benen controleren op de bijna onzichtbare mini-vlooitjes, en deze stuk knijpend en van me afwerpend weghollen, gauw naar mijn eigen huis waar ik mijn kleren in de wasmachine propte en snel onder de douche stapte.
Het nut van vlooien? Ze maken je opeens heel snel, heel schoonmakerig, voor de rest hebben ze volgens mij geen enkel en dan ook geen enkel nut.




dinsdag 16 juli 2013

Deep Field Relaxation, slaaptekort en onze genen.



Gezondheid kan flink beïnvloed worden door ons hedendaagse levenspatroon. Dat lezen we overal en nergens. Heel vaak gaat dat gepaard met een advertentie, koop die pillen, lees dit boek. 

Een tien dagen geleden volgde ik een seminar over Deep Field Relaxation. Clif en Galina Sanderson reizen de wereld rond om te laten zien dat je door middel van een diepe ontspanning je genen weer op orde krijgt. Als je lichaam in balans is is er geen plek voor ziekte. Dat is de kerngedachte. 
Die diepe ontspanning wordt bereikt door een speciale manier om samen met iemand die problemen heeft op welk gebied dan ook middels meditatie tot deze diepe ontspanning te komen. Clif had de kinderen uit Tsjernobyl daarmee 'behandeld' en de resultaten waren opmerkelijk, zo opmerkelijk dat Clif's hulp regelmatig door artsen is ingeroepen en daarvoor uitgebreid in het zonnetje is gezet. Als je er meer over wilt lezen moet je maar eens Googelen. 

Later die week zag ik toevallig een documentarie van de BBC die liet zien dat via wetenschappelijk onderzoek was aangetoond dat de hersenen van iemand die een traumatische ervaring heeft gehad een ander beeld geven dan bij iemand die dat niet had ondergaan. 
Er was niet alleen onderzoek geweest naar overeenkomsten en verschillen bij mensen die gelijk dna hebben (een-eiïge tweelingen: bijvoorbeeld: waarom is de een depressief en de ander niet) maar ook van rattenhersentjes, die aantoonde dat de ratten die een betere moeder hadden gehad dan anderen (vaker waren gewassen dus meer contact hadden gehad) ditzelfde verschil in de hersenen hadden. Het dna kan dus daadwerkelijk op genetisch niveau veranderen bij minder liefde/trauma. 

Ditmaal waren de wetenschappers er niet van uitgegaan dat deze schade onomkeerbaar was, maar dachten ze: als het dna ten nadele veranderd is, kan het misschien ook weer ten goede veranderen. 

Zeven weken moest in het belang van het onderzoek een van de wetenschappers (die leed aan slaapstoornissen en somberheid en bij wie bij hersenonderzoek was gebleken dat hij eenzelfde 'afwijking' in de hersenen had) mediteren. Elke dag opnieuw, wat voor hem nogal een opgave was. Maar hij deed het, zelfs in de trein. 

Na een paar weken werd aan zijn vrouw gevraagd of ze iets aan haar man had gemerkt. En ja, ze vond hem wat opgewekter. 
Na zeven weken werd het hersenonderzoek herhaald en bleek dat de 'schade' die ervoor was gebleken al een heel eind hersteld was. 
God is goed, zou mijn vriendin zeggen. Neem tijd om te mediteren, zeg ik. 

Ach, en toevallig kom ik ook het onderstaande stukje nog tegen op het internet, gaat ook over genen en gezondheid, en ik zie de overeenkomsten, dus hoppa: 


Slaaptekort verstoort activiteit genen

Een slaaptekort heeft een negatieve invloed op de activiteit van menselijke genen. Dat blijkt uit een nieuw wetenschappelijk onderzoek.

Foto:  Thinkstock
Als mensen een week lang minder dan zes uur per nacht slapen, wordt de werking verstoord van verschillende genen die betrokken zijn bij onder meer de stofwisseling, het immuunsysteem, stress en de biologische klok.

In totaal wordt de activiteit van meer dan 700 genen negatief beïnvloed door een slaaptekort. Daardoor kunnen op de lange termijn mogelijk gezondheidsproblemen ontstaan.
Dat schrijven onderzoeker van de Universiteit van Surrey in het wetenschappelijk tijdschrift PNAS.

Verrassing

"Het was voor ons een verrassing dat een relatief klein verschil in slaapduur kan leiden tot dit soort veranderingen", verklaart hoofdonderzoeker Derk-Jan Dijk in de Britse krant The Guardian.
Voor het onderzoek recruteerden de wetenschappers 26 vrijwilligers die eerst een week lang een normale nachtrust kregen van ongeveer 8,5 uur per nacht. Daarna moesten de proefpersonen het een week doen met gemiddeld 5,7 uur per nacht.
Na de eerste en na de tweede week namen de wetenschappers bloedmonsters af om de activiteit van genen in kaart te brengen.

Niet alleen moe

Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat een slaaptekort er voor zorgt dat de activiteit van 444 genen totaal wordt onderdrukt, terwijl 267 genen minder goed werken dan na een week met goede nachtrust.
Of de gemeten verschillen in activiteit een directe invloed hebben op het functioneren van het menselijk lichaam is nog niet bekend. Daarvoor is meer onderzoek nodig.
"Dit is in ieder geval wel een indicatie dat een slaaptekort meer doet dan je alleen moe maken", aldus hoofdonderzoeker Dijk

zondag 14 juli 2013

Koe.



Ik schreef het al, we zijn in Bodegraven op een camping. Het weer is goed, de mensen op dit veldje zijn vriendelijk en amuseren zich zo te zien prima, Jip en Davo liggen relaxed op het gras dat zacht en verend is en waar veel klaver tussen groeit. Vliegtuigen vliegen soms tijdens de spitsuren om de dertig seconden laag over, maar het schijnt niemand op te vallen. Men amuseert zich.

Vanmorgen vroeg, de camping was nog in diepe rust, ging ik de honden uitlaten op het doodlopende pad dat hier pal achter loopt. Ver strekt het uit de weide in, schijnbaar eindeloos.
Jip en Davo deden hun business, en al wist ik dat het pad doodloopt, toch liepen we nog een eind verder, naar het verdwijnpunt van het pad. Rechts van me kwam een tractor aanrijden, in een weiland dat twee brede sloten en een weiland van mij vandaan was. Ik hoorde de 'boer' praten toen hij uitstapte. Ik dacht nog: dat krijg je nou als je de hele dag eenzaam in een geluiddichte en gekoelde cabine zit van zo'n monstertractor. Hij liep naar de sloot, stond daar even met handen in de zijde. Ik keek niet meer naar hem, liep verder.
Het einde van het pad naderde en ik keerde om en zag tot mijn schrik dat de boer met de tractor een koe uit de sloot sleepte. Lang uitgestrekt, de kop in de richting van de tractor, de achterpoten lang uitgestrekt achter de koe. Het zag er heel naar uit en ik besefte dat die koe gisteren of vannacht in de sloot zal zijn verdronken. De witte vlekken waren vuil, het was of er een gore lap uit de sloot was getrokken.

De boer stapte uit de tractor, liep naar de koe en gaf hem een schop tegen de rug, bukte zich en duwde tegen het dier. Ik keek. Hè!?! Zou het dier nog leven dan? Na een nacht in een sloot? Als een koe nog leeft dan kan je haar toch niet zomaar aan de kop uit de sloot trekken? Dat gaat op de tv in ieder geval heel wat diervriendelijker. 
Ja hoor, opeens leek het of er iets bewoog in het vuile bergje dat koe was. Ze tilde haar kop op. Maar hoe de boer ook duwde en trok, de koe stond niet op en bleef in deze 'halve' houding liggen. De boer stapte in zijn tractor en reed weg.
Ik was verder gelopen, terug in de richting van de camping, maar zag dat in hetzelfde weiland, van de koeienboerderij af, een lange sliert koeien aan kwam lopen. Zouden de koeien nou een soortgenoot missen? Hebben ze gedacht: hee, waar is Berta 398? Ik keerde om en liep door het nog natte gras in de richting van de arme koe, ik wilde zien of haar soortgenoten haar zouden stimuleren om toch maar op te staan. Tegengehouden door een sloot bleef ik staan. 

Achter elkaar kwamen de koeien aanlopen totdat ze bij de koe kwamen die daar onderkoeld en halfdood in de weide lag. De koeien verzamelden zich om haar, roken aan haar maar liepen toen verder, naar de weide waar ze heen moesten. Want koeien weten wat er van ze verwacht wordt.
Zo liep de hele kudde langs, soms treuzelde een groepje bij de zich nog steeds niet verroerende koe, maar ze liepen allemaal door, haar alleen latend. De koe verroerde zich niet, legde haar kop weer op de grond. Ik vond het een hartbrekend gezicht.

Ik liep het weiland weer over terug naar het pad en zag dat de boer terugkwam, ditmaal op een quad (vierwielige brommer). Hij stapte af en gooide iets op de grond, voor de koe haar kop, maar ook vouwde hij een deken uit en legde die over de koe heen. Probeerde nogmaals om de koe op haar poten te duwen, maar gaf het al snel op. Ging daarna hangend op zijn quad bij de koe staan kijken. 

Traag en telkens omkijkend was ik terug gelopen naar de camping, in gedachten bij de koe, hoe komt het dat een koe niet gemist wordt, dat ze een hele nacht in een sloot kan liggen? Ik dacht na over het leven van de koe in het algemeen en daar werd ik niet vrolijk van. Als stiertje kan je het al helemaal schudden, dan eindigt je leven al heel snel. Ben je een vaars dan worden al jong je horens afgebrand, je krijgt een flink gat in je oren voor oormerken, je mag een keer een kalf werpen omdat je melk moet gaan produceren, en dan eindigt je leven gemiddeld op vijf á zesjarige leeftijd in het abottoir en dat terwijl je dan in de kracht van je leven bent, wel zo'n vijftien tot twintig jaar oud kan worden.

Waarom worden ze zo jong al gedood? Ik Google even en lees: de jonge koeien zouden beter 'genetisch materiaal' hebben en weer meer melk produceren dan haar voorgangsters. Vandaar het korte leven. De waanzin hiervan voel ik in de rechtop staande haartjes van mijn nek terwijl ik dit op het internet lees.
Ach, ik lees ook nog dat de oudste koe in Nederland zelfs 25 is geworden, en in Ierland stierf een koe op  48-jarige leeftijd, Big Bertha, ze stierf in 1993. Die koe ging bijna een mensenleven mee, wie heeft er zoveel van haar gehouden dat ze zo oud mocht worden?

Mijn romantische beeld van een boer die puur uit liefde voor het landleven en voor de dieren een boerderij heeft is al op jonge leeftijd verdwenen nadat ik, spelend op de dijk bij Oostvoorne een boer zag die zittend op een eenpotig melkkrukje zijn koe molk. De koe zwiepte met haar staart en die kreeg de boer in zijn gezicht. De boer stond op, pakte het melkkrukje en ranselde daar het arme dier vreselijk mee af; het bonkende geluid dat het krukje maakte op de ribben van het dier zal ik nooit vergeten. Schreeuwde ik, of wij? Mijn zus Marijke was bij me weet ik nog. Ik weet het niet meer, maar nog steeds voelt het van binnen zo, dat ik schreeuwde, maar dat er misschien geen geluid kwam. Ik weet nog dat ik naar ons huisje rende om mijn vader op de hoogte te stellen van de dierenmishandeling, ik meende toen nog dat mijn vader alle problemen in de wereld kon oplossen.  

Ik noem mezelf een dierenvriend., al heb ik een hekel aan sommige levensvormen (bloedzuigende krengen bijvoorbeeld) . Zelfs de kleren opvretende motjes die ik telkens weer in mijn huis aantref probeer ik levend naar buiten te zetten, al lukt dat vaak niet want ze gaan snel stuk. Ook het wespennest dat vorig jaar (hinderlijk) pal naast de buitendeur zat gaf ik het voordeel van de twijfel (op verzoek van Koos Dijksterhuis die voor de wespen een pleidooi in De Trouw had geschreven) . Koos had gelijk, overlast is tijdelijk, nadat de koninginnen eind augustus waren uitgevlogen vertrok de rest ook, al bleef een aantal doelloos rond het huis hangen of kropen ze rond op zolder of kwamen ze via de kieren tussen kozijn en metselwerk ook wel het huis binnen. Een wespennest wordt geen tweede maal gebruikt, schreef Koos nog. Hij had gelijk, geen wesp te zien dit jaar.
Hoe ouder ik word, hoe beter ik ga voelen hoe kwetsbaar en bijzonder het leven is, ook van een mug. (opmerking van mijn moeder: zelfs een mug hecht aan het leven).

Maar voordat ik afdwaal en over insecten begin .... ik had het over koeien. Maar ik had het net zo goed over andere 'productiedieren' kunnen hebben. Was het maar zo dat deze dieren niet meer als product werden gezien, de stallen niet meer zo gebouwd mochten worden dat de dieren levend kunnen verbranden als er brand uitbreekt (er zijn geen regels voor brandmelders of sprinkler-installaties), of dat er duizenden dieren bij elkaar in stallen gepropt mochten worden.
Waar halen we het gore lef of vermeende recht vandaan? Dat recht wordt in Wageningen en Den Haag of zelfs in de kerken verkondigd, maar dat zijn niet de mensen die welzijn voor mens en dier als levensdoel hebben. Dus. Het moet anders lieve mensen. Eet geen of weinig vlees. Zou het landschap ook van opknappen.

De hele dag was ik de hort op. We hebben wat rondgefietst op dijken waar de schapen zo tam waren dat ze geen stap opzij gingen voor de honden. Integendeel, toen Davo iets te nieuwsgierig zijn lange neus uitstrekte naar een schaap 'blafte' het schaap en Davo maakte een sprong opzij van de schrik. 
We zaten lang op terrasjes, keken en luisterden naar alles wat om ons heen gebeurde. Tegen de avond keerden we terug op de camping. Een van de eerste dingen die ik deed was de camping aflopen en turen over het weiland. De koe was weg. Had ze het gered? Had ze die nacht in de sloot, de onderkoeling, de schrik, het uit het water gesleept worden overleefd? Geen idee.

En heb je niets met koeien? Wij hebben er de dieren van gemaakt die het nu zijn, maar hun voorouders waren ooit sterke dieren die over de aarde trokken, geleid door een ingebouwd kompas dat nog steeds in hun genen aanwezig is. Lees dit eens, en verwonder en bewonder:

(http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/archief/article/detail/1627997/2008/08/27/Vee-staat-van-noord-naar-zuid.dhtml:)

Trouw.nl

Vee staat van noord naar zuid

Van onze redactie wetenschap − 27/08/08, 00:00
Geen boer was het ooit opgevallen, maar runderen staan meestal in de richting noord-zuid. Herten ook. Een magnetisch kompas?
Satellietbeelden van Google Earth laten zien dat koeien en herten opvallend vaak grazen en rusten in de richting van noord naar zuid, of andersom. Er moet een magnetisch zintuig in hun kop zitten, speculeren de ontdekkers hiervan in het vakblad de PNAS.
Duizenden jaren waren we er blind voor, maar de beelden van 8.510 runderen van 308 weiden wereldwijd en van 2.974 herten en reeën van 241 locaties in Tsjechië bewijzen het. Het is niet duidelijk of het vee liever noord-zuid staat dan zuid-noord, want kop en staart zijn op de beelden niet goed te onderscheiden. Twee derde van de herten staat met het gewei naar het noorden, een derde andersom.
Boeren hebben wel andere wijsheden over koeiengedrag. Vee staat met de kop in de wind, schapen met de kont. Op koude zonnige ochtenden poseren ze loodrecht naar de zon toe: zo pakt hun hele lijf wat warmte mee. Uiteraard moet je parallel met de koude wind mee grazen, dat kost minder warmte. En vooral niet in elkaars schaduw gaan staan als het zonnetje maar zwak schijnt. Is ’ie te heet, zoek dan een boom.
Dat zijn gelegenheidsgedragingen. Nu wordt duidelijk dat het vee zich structureel naar de as van het magnetisch veld van onze planeet richt. Op plaatsen waar dat veld wat zwakker is, in Afrika en Zuid-Amerika, zijn de runderen ook ietsje minder noord-zuid-vast. Elders volgen herten hun voorbeeld: zelfs de afdrukken van hun slaapplaatsen in de sneeuw wijzen op dezelfde oriëntatie.
Wind en zon kunnen het gedrag van deze dieren niet verklaren: het weer varieert nogal en juist in gebieden met straffe winden zou de koe zich eerder west-oost moeten opstellen. Kortom, het vee stelt ons hier voor een raadsel.
Natuurlijk zijn er genoeg dieren bekend die navigeren op het aardse magnetisch veld: insecten, vissen, vogels. Sommige blindmuizen bedienen zich er ondergronds ook van. Maar wat moeten rund en hert in dat rijtje? Voer voor hersenwetenschappers, schrijven ze in de PNAS. Eén theorie: je positie ten opzichte van de veldas beïnvloedt sommige lichaamsprocessen. Misschien verkiest de mens daarom een vaste slaaprichting. Dat willen de onderzoekers nog eens nagaan bij kampeerders.

Kamperen bij de Hollandse Boerderij


De Hollandse boerderij.

We zijn in Bodegraven. Het doel was 'random' uitgekozen maar niet zo heel random, want Davo moet maandag hier in de buurt naar de 'ruggendokter'.

Gisteren vertrokken we vanaf ons huis, gepakt en gezakt voor twee overnachtingen voor twee mensen, twee honden.
Over de rit valt weinig te vertellen, behalve dat we een mooi oud Gronings kerkje hebben bezocht dat tegenover het theehuis in Midwolde staat. Het was al bijzonder dat het open was, dat gebeurt niet zo vaak. Bovendien was er een uitzonder fraai grafmonument te zien van ..... (en uiteraard vergeet je die namen direct weer, ondanks of juist misschien door de zeer veel wetende gids die voor de som van een euro per persoon ons overlaadde met historische wetenswaardigheden).

We hadden gekozen voor de A7, de A6, de A27, de A12.  Uiteindelijk reden we de kleinere wegen in, richting Bodegraven en sloegen af naar de "Meije", een lange smalle kronkelige weg met aan weerszijden sloten, bij de inritten naar de huizen toe was de weg wat breder zodat we op die punten tegenliggers konden passeren. Dat ging soms maar nét. Ik was wederom bij dat we niet in een grote camper rondreden maar in deze qua maat bescheiden bus.

Op onze bestemming aangekomen bleek dat de inrit was afgezet met pilonnen, een bord verwees naar de volgende inrit om te parkeren. Er was een feestje, dat was duidelijk, overal liepen mensen en toen we de volgende inrit namen zagen we op de weg een bruidspaar staan dat net in pose werd gezet voor een foto. Wij wachtten. De fotograaf wenkte, ik reed kielekiele langs zijn tas met apparatuur die op de weg stond, miste de tule van de sleep van de bruid op centimeters dankzij het feit dat ik het raam helemaal open had gedraaid en naar buiten hing om te kijken waar ik kon rijden, feleciteerde in het voorbij sukkelen gelijk het bruidspaar even (ik werd beloond met een stralende glimlach van de zwaar opgemaakte bruid), en we vonden een stukje verderop een parkeerplaats die al aardig vol liep.

Ik vergat dat de fietsendrager uitgeklapt was en reed vrolijk achteruit parkerend een vrij plekje in , pas later ziend dat ik op slechts centimeters van de achterruit van een andere auto stond. Oeps, dat was mazzel.
Het is dat de eigenaresse van de kampeerboerderij ons al tegemoet kwam rijden op de fiets, anders denk ik dat we omgekeerd waren, op zoek naar een rustiger kampeergelegenheid. We zagen namelijk overal mensen, auto's, er was lawaai vanuit de feesttent, kinderen renden rond, en het leek of ik bij alle wandelaars of bij de naastgelegen vakantiehuisjes een pitbull/staffordshire aan de lijn (of los) zag lopen. Boven ons hoofd hoorden we continu vliegtuigen laag overvliegen. O ja, dat was ik vergeten van dit gebied.

Er werd ons een veldje aangewezen dat wat achteraf lag. In het midden van het veld was er ruimte zat, maar dat was een speelveldje. Aan de randen waren alle plekken bezet, maar op de plek waar een familie afwezig was konden wij de bus voor hun bungalowtent zetten. Dat deden we en we pakten uit.
We wandelden met de honden op het achter ons gelegen pad dat direct na ons veld uitstrekt langs een van de vele sloten. Er is veel lucht hier in dit gedeelte van Nederland. Plat is het land, en groen. Grasland dat door ellenlange donkere sloten in vakken wordt gesneden, tot aan de horizon toe. Hier en daar een reiger en een ooievaar die in het gemaaide gras overblijfselen zoeken van kapot gemaaide kikkertje en muizen.
Een eenzame haas. Naast ons sjokten de koeien in een lange rij terug naar hun overnachtingsplek bij de boerderij.

Tot in de kleine uurtjes galmden de geluiden van feestvierende mensen over het veld. 

wisdom

'Wisdom', staat op het t-shirt van de gebruinde dertiger die met zijn vrienden op het terras aan het water in Linschoten zit. Toch springt hij even later voor een weddenschap het (volgens hem) hartstikke koude water in. Er wordt gelachen terwijl hij drijfnat het terras weer op stapt, zijn roze zonnebril weer opzet en een briefje van twintig euro aanneemt. 'Twintig euro, die gek springt het water in voor twintig euro! Ik had tot vijftig willen gaan', zegt de vriend.

vrijdag 12 juli 2013

Geheime hut.


Al mijn moeders spulletjes, behalve waar ik (nog) geen afstand van kan doen is weg. Naar familie, of naar iemand die de spullen kon gebruiken, naar de kringloop, zelfs naar de sjacheraars.
Laatst kwam ik onverwachts nog spullen tegen, spulletjes die ik liever niet meer onder ogen had gezien, maar goed, het liep anders.

Het was in de garage van het nu leegstaande huis dat ik mijn moeders ondergoed, lakens, kussensloop en wat handdoeken vond. Ik besefte eerst niet dat het mijn moeders goed was, schrok alleen van de ravage die ik in de garage aantrof. Die garage was namelijk helemaal leeg geweest op twee fietsen na, het tuingereedschap dat netjes bij elkaar in een hoekje staat, en een wasdroger die Peet en ik er een paar dagen voor hadden neergezet. En nu lagen er allemaal spullen die ik niet herkende.

Even wist ik niet wat er gebeurd was en er kwam een soort kortsluiting in mijn hoofd toen ik rondkijkend tussen het zand, het gereedschap, zelfs onder de uitgewrikte klinkers, het dekbed met de vlinders, bekende handdoeken en wat ondergoed van mijn moeder zag liggen.  Dit was linnengoed dat ik na mijn moeders overlijden als eerste had uitgezocht en weg had gedaan! Het kon hier niet meer zijn toch stond ik er nu weer mee in mijn handen, raapte het op en legde het op een stapeltje bij elkaar.
Ik schoot vol terwijl ik rondkeek en probeerde te begrijpen wat er gebeurd was.

Langzaam begon het te dagen. Tussen de bekende spullen lagen ook onbekende dingen, een teiltje, een emmer, wat bakken, hooi, maar ook kinderspeelgoed. De buurjongens! dacht ik. Later zou ik pas begrijpen waarom er zelfs een paar klinkers uitgehaald waren (er was met een schepje zand uit de vloer geschept, en aangezien we ver van de zee en het strand wonen .....), ik begreep waarom de zak met kalk was leeggestort op de grond en waarom er water in de kruiwagen stond ( 'papje' maken). De schoffel en de hark waren gebruikt om te roeren. En mijn moeders wasje? Die had natuurlijk nog in de droger gezeten en die hadden de jongens opengemaakt. Dat er nog (vergeten) wasgoed in zat wist ik uiteraard niet.

Ik liep met een stukje speelgoed naar de buren. 'Hee, dat is van ons' riep de jongste, die in zijn blote lijfje in de tuin liep. Hij kwam op me afrennen en heldere bruine kinderogen keken me aan. 'Ik dacht al dat dat van jullie was' zei ik, het plastic schaap teruggevend.
Zijn moeder kwam er aan, en ik vroeg of ze even mee wilde lopen om te laten zien wat de kinderen allemaal in de schuur (en om het huis heen) hadden gedaan. Zelfs de regenpijp was namelijk van de goot getrokken, de deksel van de waterton is tot op de dag van vandaag niet meer teruggevonden.
Ook hadden de jongens geprobeerd om via een op een kier staand raampje het huis binnen te komen. Wat goddank niet gelukt was omdat er een gordijnroede voor zat en omdat het raam niet verder open kan.
De buurvrouw was geschokt en ontdaan van de ravage. Ik sjokte nadat buurvrouw (in haar handen de bakken en emmers) weer weg was verdrietig met mijn moeders was onder mijn arm naar huis.

De buurman die enkele dagen later kwam helpen de rotzooi op te ruimen vertelde over de 'hoofddader', hun zevenjarige zoon die moeite heeft met grenzen erkennen, en ook letterlijk 'grenzeloos' is en altijd garant staat voor een hoop rotzooi maken. Buurman had uiteraard al met zijn zoon gesproken, die had erkend dat hij 'een geheime hut had gevonden'. Buurman tikte vertellend ondertussen gelijk de klinkers weer in de vloer,  ik legde de stoeptegels, regenpijpen, en alles wat naar binnen was gesjouwd weer buiten, veegde de stukken banaan, bananenschillen, de kalk en al het zwarte zand naar buiten. Nog één hemdje van mijn moeder lag onder de door de buurjongetjes in het midden van de garage gesleepte wasdroger in het vuil. De slang van de droger was platgestampt, die gooide ik in de vuilnisbak. Daarna ruimde ik het blik met olie op dat de jongens ook gevonden hadden en waar ze, met de kwasten die erin stonden en helaas op de grond morsend, gebruik van hadden gemaakt om op de muren te kalken. Buurman ging terug naar huis, blij dat ik niet kwaad was, 'want' zei hij 'we kunnen net zo goed met elkaar opschieten'.

Uiteindelijk strooide ik wit zand over de garagevloer en veegde het er losjes overheen, hopend dat de gemorste olie er in zou trekken. De garagedeur ging dicht en ik ging naar huis. Later zou mijn vriend het slot dat al jaren niet meer dicht kon, een beetje inhakken zodat de deur weer op slot kon en de jongens niet meer in de verleiding zouden komen om er weer te gaan spelen.

Toen ik een paar dagen later 'de dader' tegen kwam terwijl ik de honden uitliet kwam hij wat aarzelend aanlopen. Zijn broertje die altijd in zijn kielzog loopt en net vijf geworden is kwam mee, hard mijn naam roepend. 'Ha jongens' zei ik, en tegen de 'grenzeloze' zei ik 'zo, dus jij had lekker gespeeld in de geheime hut?'.
Ditmaal keken twee heel blauwe ogen me aan, en de wanhoop (of verontwaardiging?) lag dik op zijn gezicht toen hij zei: 'ja, maar ik mag er niet meer komen!'.
Onwillekeurig moest ik lachen, wetend wat een feest die jongens hebben gehad, begrijpend hoe fijn het is als je als kind zo'n plek vindt waar je ongestoord kunt rotzooien, ver van de controlerende blikken van je ouders.
Mijn vader, als kind een avonturier tot en met, zou zich rot gelachen hebben om die jongens. Mijn moeder .... nou, dit akkefietje had ze niet leuk gevonden, maar ze genoot altijd van de geluiden van de spelende jongens, en kon tot tranen toe lachen om hun opmerkingen. Het is ze dus vergeven.















zaterdag 6 juli 2013

De zin van het bestaan.


Als echte die-hards zaten wij gisteravond als enigen nog tot laat in de tuin te praten, Martin en ik. Glaasje wijn, biertje. Totdat het echt te koud werd en we binnen in de hal gingen zitten, want alles was nog niet gezegd.
Het ging over het leven, en de zin ervan. Over een deel van het grote geheel zijn.
Het laatste zinnetjes zegt het al, je bent alles en iedereen, je maakt overal onlosmakelijk deel van uit. Dat is de zin. Meer is er niet, meer moet je niet willen.
De kunst is om er gelukkig bij te zijn. Want zonder geluksgevoel, of tenminste tevredenheid over je bestaan, is het geen doen. Het goede in jezelf naar boven halen, je talenten gebruiken, en niet tegen de stroom inzwemmen. Waarnemen.
Zien en niet zien. Doen en niet doen. De balans zoeken. Proberen de agressie die soms toch naar boven komt in goede banen te leiden. Bamboe is het woord dat in me opkomt, meebuigen en opveren.
'Moeder aarde, de Maori's, Nieuw Zeeland, contact met alles wat ons voedt, verantwoording dragen voor de zaden die ons voeden, verbinding zoeken met je zielsverwanten en gelijkgezinden'. Dat zijn een paar keywoorden die ik gisteren opschreef.

Je leest het, ik ben al weer aardig onder de invloed van mijn spirituele weekend. Vanmorgen vroeg liep rond zonsopgang iemand fluitend over de gang van ons (prettige maar zeer gehorige) 'hotel'. Was dit de man die dit weekend leidt? Ik weet het natuurlijk niet, maar ik worstelde me (na een niet al te rustig nachtje) wakker en ging douchen en aankleden, thee maken, deed buiten in de zon mijn tai chi oefeningen op een van de mooiste plekken, hier net achter het klooster. De begraafplaats met al de gelijk gevormde kruisen achter me, voor me het brede kort gemaaide pad dat tussen de weilanden loopt naar een wandelbosje, de zon maakte van de dauw parels, de vogels zongen, in de verte hoorde ik de ontbijtbordjes en kopjes rammelen in het naastgelegen bejaardentehuis. Op het pad deed ik mijn loop-oefeningen, of loopmeditatie, net hoe je het wilt noemen.
Het leven had zin, nee, hééft zin.