woensdag 16 november 2011

Optimistisch.


Appingedam. Lunch en een wandelingetje. Een klein gesprekje met mijn zwager Karel, op weg van of naar onze koffie, of onze Bouillabaisse. Achter ons liepen Hennie en ma. Het was smerig koud, maar Karel vond het 'lekker fris'. We spraken over hoe je tegen de dingen aan kunt kijken.
Hij: ik zou je wel wat van mijn optimisme willen geven. Ik: stil. Daar moest ik heel even over nadenken. Toen begon ik mezelf te verweren, menend dat ik toch wel optimistisch ben. Toch, zijn opmerking bleef een beetje nasudderen want hij zegt nooit zo maar wat. Niet in dit soort gesprekken.

Ik lag vanmorgen nog een tijdje te genieten/te denken in de warmte van mijn bed. Ik hoefde er niet vroeg uit en al had mijn biologische klok me al even mijn bed uitgejaagd rond zes uur, had ik de donkerte buiten gezien, de kou gevoeld die buiten de winter aankondigt, ik was gewoon weer heerlijk terug naar bed gegaan. Achter het raam veranderde langzaam het donkere in vuil grijs. Mistig weer. December-weer. Sinterklaas-weer. Kachel-weer. Fijn vanwege het huiselijke, niet-fijn omdat het donkere me niet ligt. Geef mij de zon maar. Goed. Ik overpeinsde mijn optimisme/pessimisme-verhouding. En, kan ik aan de balans zelf iets doen?
Natuurlijk kan dat niet, natuurlijk kan dat wel. Je ziet, ik ben er nog niet helemaal uit.

Gisteravond had ik al een testje gedaan bij de mensen die hier kwamen tai chi-en. Ze kwamen allemaal binnen met een gemeend: 'wat is het koud' of zelfs 'smerig koud'. En ze keken niet blij. Samengeknepen ogen, hoge schouders, wrijvende handen. Dus stelde ik ze de vraag: 'of is het lekker fris'? Ze lachten op een persoon na, die keek ik of gek was, maar de meesten zag ik voor mijn ogen ontspannen, ze lachten en zeiden: 'zo kun je het ook bekijken'.

Hehe, nu ik het opschrijf valt ook het kwartje, het is zelfs simpel, ik ben eruit.
Ervin Laszlo's levensvraag voor van alles en nog wat kwam namelijk in me op: 'kan het anders, kan het beter?'  Ja, het kan altijd beter, getuige het testje.
Karel, volgens mij heb je me een stukje van je optimisme gegeven.

En nu ga ik samen met Jip en Davo genieten van een wandelingetje. Warm aangekleed, want het is lekker fris buiten.