zondag 30 oktober 2011

Zomertijd - wintertijd deel III.


Pfff, het lijkt wel of de wintertijd me nieuwe batterijtjes heeft gegeven. Er komt zoveel in me op, en ik heb al van alles gedaan. Bij mijn moeder geweest, door de velden gesjouwd met de honden, Jip los, Davo aan de riem. Heb de hele menagerie van eten voorzien, inclusief mezelf, heb een wasje gedraaid, en opgehangen, heb in mijn weblog berichtjes zitten plaatsen, veel foto's erbij, en uiteindelijk alles weer weggemikt en er een filmpje van youtube onder geplakt. Kortom, ik ben aktief vanmorgen.

Maar die blijdschap van mensen over het terugzetten van de tijd houdt me bezig. Waarom zijn mensen zo blij als ze een uurtje langer mogen slapen? Het zijn dezelfde mensen die rare dingen doen om hun nachtrust te verkorten. De wekker een paar keer af laten lopen bijvoorbeeld. Een populair gebruik want op iedere telefoon of wekker zit een 'snooze'-knop. Verkorten ze hun nachtrust door zichzelf te pesten, als je er over nadenkt een bijzonder rare gewoonte. Als ze echt zo blij zouden zijn met wat extra slaap gebruiken ze beter die snooze-knop niet!

Goed, ik schreef hiervoor een stukje over huisdieren in de slaapkamer. Ik had ooit een artikel gelezen dat mensen met huisdieren het slechtst slapen. Waarom dat mij zo bijgebleven is komt door herkenning. Toen ik pasgetrouwd was, jong was, had ik vier katten, eerst twee siamezen en wat later kwamen Veronica en Queenie er bij. Nu konden alle katten me behoorlijk uit mijn slaap halen, maar eentje was er wel heel goed in. Tao. Een smalle Siamese kat met diepblauwe ogen. Intelligent katje, vandaar de naam. Hij dolf in het gevecht met zijn gespierde broer altijd het onderspit. Meerdere keren moest ik met hem naar de dierenarts en moest er wat gehecht worden, als siamese katten vechten zijn ze niet leuk. Toch ging het doorgaans goed, als Wongse, de gespierde en zeer aanhankelijke broer van Tao, maar bij mij op schoot kon liggen.

Tao was gevoeliger, speelser, en ik vond het erg leuk om dingen voor hem weg te gooien die hij dan als een hondje apporteerde. Terugkomend legde hij het voorwerpje, een stukje gekneusde plant (die hij eerst zelf van de plant aftrok), of een natgekauwd speeltje in mijn uitgestoken hand. Ik demonstreerde het trots aan familie en vrienden.
Maar katten zijn nachtdieren, en de slaapkamerdeur stond altijd wijdopen.

De katten lagen met zijn tweetjes, later met zijn viertjes gezellig bij ons op bed. Midden in de nacht voelde ik opeens iets viezigs in mijn hand vallen en in een reactie gooide ik het weg, werd wat wakkerder, hoorde geroffel van pootjes (wat heel normaal was en waar ik normaal niet wakker van werd), ik voelde een kat op bed springen en er viel iets in mijn hand. Ik begreep het, Tao, die wilde spelen. Weer gooide ik het viezigheidje weg maar draaide me om, nu lag mijn hand met de palm naar beneden. Ik voelde hoe Tao aan kwam lopen, en hij liep naar mijn hand, haakte een nageltje in mijn hand en draaide hem om, deponeerde het viezigheidje (wat later een stekje van een plant bleek te zijn) in mijn hand, en je gelooft het niet, maar braaf gooide ik het weer weg ! Vond het nog leuk ook.

Moraal van het verhaal: als je goed wil slapen .... leer je kat niet om te apporteren.