zaterdag 5 januari 2013

Vreemd genoeg een mooie dag.


De laatste weken zijn heel moeilijke geweest, zoals je dat goddank maar zelden in je leven meemaakt. Mijn moeder is haar laatste levensfase ingegaan en mijn vriendin Marrie is gestorven, gisteren begraven.
Het zijn gebeurtenissen in je leven waar je je ook niet op kunt voorbereiden. Hoewel .... ik twijfel of ik het op moet schrijven, want misschien word ik niet begrepen. Aan de andere kant, een ieder mag vinden wat hij vindt.

Donderdagavond, de dag voor de begrafenis las ik voor het slapen gaan in een boekje dat ik te leen heb gekregen van een vriendin met wie ik eigenlijk dit jaar in januari naar India zou gaan. We zouden daar wijze lessen leren, diverse meditatie-workshops volgen. Is wegens omstandigheden niet doorgegaan. Het boekje heet Final Talks - Annamalai Swami.

Het boekje viel open op een willekeurige pagina en ik begon zomaar ergens te lezen, het maakt namelijk niet uit waar je begint. Het zijn vragen van mensen die opgetekend zijn tijdens de laatste lessen die Annamalai in zijn leven gaf, en zijn antwoorden. Om de vragen en antwoorden die ik las, nu exact te verwoorden, liet ik zojuist weer het boekje openvallen, en nog eens, en nog eens, maar ik kan niet meer terugvinden wat ik die donderdagavond las.

De vragen weet ik niet meer, maar wel de antwoorden. Er stond namelijk dat je jezelf, net zoals je dat met een radio kunt doen, af kunt stellen op diverse frequenties. Je kunt je instellen op negatieve signalen uit je omgeving, of positieve. Wel iets wat je moet leren/kunnen, dacht ik. Vanuit mijn tai chi-achtergrond weet ik dat je jezelf kunt afsluiten voor al te veel signalen uit je omgeving waardoor je kan voorkomen dat je wordt overspoeld door emoties, en dat je je kunt 'wapenen' door wat oefeningen te doen die je eigen energieveld versterken. Dus de woorden die ik las over dat 'afstemmen' leken me niet onlogisch.

Het andere antwoord ging over zien wat je wilt zien. Als je een touw op de grond ziet liggen en je ervan schrikt omdat je denkt dat het een slang is, ervaar je het ook als een slang, is je angst net zo groot voor dat touw als voor een slang. Vind ik ook logisch. Misschien lijkt het een beetje op ons spreekwoord: de mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest .... Of, zoals vriendin Simone en ik wel zeggen: een haai in je badwater voelen. Niks aan de hand, integendeel, en toch overal beren zien.
Het boekje sloeg ik dicht maar ik lag nog een aardige tijd naar het plafond te staren.

Wij moesten gisteren vroeg opstaan om op tijd voor de plechtigheid aanwezig te zijn. Ik sliep onrustig, stond op voordat de wekker afliep en liet het bad vollopen (geen haai te zien). Daar lag ik een tijdje na te denken, er was me namelijk gevraagd om tijdens de begrafenisplechtigheid mijn eerdere blogbericht over mijn vriendin Marrie voor te lezen. Ik had gezegd dat ik het die ochtend zou laten weten of ik dat zou doen, zou kunnen, maar ik was erg onzeker. En niet alleen omdat de kapster mijn haar te kort had geknipt. Ik hoor bij de mensen die altijd knap van streek zijn tijdens begrafenissen, laat staan tijdens Marries begrafenis.
De kleren die ik de dag ervoor had klaargelegd liet ik liggen. Ik zocht wat anders uit, deed wel de ketting met de halve gulden om die ik heel lang geleden van mijn moeder heb gekregen (waar een verhaal aan vast zit) en speldde de broche op die ik ongeveer een jaar geleden van Marrie heb gekregen.

We reden om half acht weg. Peet stuurde de auto door het met tegenzin ontwakende land en ik sloot mijn ogen maar sliep niet. Zo zat ik ruim een uur mezelf voor te houden dat ik niets moest, ik kon nog altijd 'nee' zeggen. Ik las en herlas (ook hardop) mijn tekst, belde om negen uur dat ik het zou oplezen tijdens de plechtigheid. En vanaf dat moment werd mijn al dagen bonkende hart rustig.
Dat zou zo blijven gedurende de hele dag. Niet alleen bleef ik doodkalm, ik werd gewichtloos. Er waren een paar momenten waarop ik voelde dat ik van mijn apropos kon raken. Mensen met groot verdriet zien laat me nooit onberoerd, en ook het moment dat opeens mijn andere hartsvriendin voor mijn neus stond was zo mooi, dat ik bijna barstte.

Mijn golflengte stond goed afgesteld, ik werd telkens weer direct kalm. Het leek of ik alleen maar liefde kon voelen, zo kan ik het nog het beste omschrijven. Ik voelde om mijn mond continu een glimlachje en ik kon het niet helpen, ik voelde me bijna blij. Nooit heb ik de energie van een overleden persoon gevoeld, nu leek het alsof ik gedragen werd, het was of ik liefde in- en uitademde. Anders kan ik het niet verwoorden. Mar was als een wolk om ons heen.

Later, zittend op de thee bij Peet's moeder, ontdekte ik dat ik Marrie's broche verloren had. En zelfs dat bracht me niet van mijn stuk. Mijn hand op de plek waar hij had gezeten vertelde ik het aan Peet en zijn moeder. Peter ging direct weg, kijken of ik de broche in de auto verloren had. Peet's moeder kwam naast me zitten, ontdaan door de ontdekking.
Opeens lachte ik en zei: dat zou bizar zijn, op de dag dat Mar begraven is haar broche verliezen. Alsof ik mijn verstand verloren had. Toen stapte Peet breed lachend weer naar binnen, in zijn uitgestoken hand de broche die hij dichtbij de auto, op zijn kop en daardoor vrijwel onzichtbaar, tegen de stoeprand aan, in wat vuil had zien liggen. Hij was zelf stomverbaasd dat hij hem daar had zien liggen.

Rond drie uur reden we weer richting Groningen. Het leek of het de hele dag niet echt licht geworden was. Nog steeds lag er een rouwsluier over de dag. Traag schoven de ruitenwissers nu en dan de miezer regen van de ruiten. Ik dacht na over de dag, peinzend wat me was overkomen, waarom ik me nog steeds zo sterk voelde. Zou je je echt kunnen instellen op een positieve golflengte? Het leek in ieder geval wel zo.
We reden direct even naar het verpleeghuis waar mijn moeder verzorgd wordt. Ik zag haar zwakte, haar eenzaamheid ondanks dat mijn broer nog maar net weg was, en ik nam een besluit. We reden nog wel even naar huis om wat te eten maar ik ging daarna direct weer naar het verpleeghuis. De verpleegkundige maakte naast mijn moeders bed een 'gastbed' op. Groot stonden mijn moeders ogen: blijf je? Mag dat? Ja mam, dat mag. 'En' vroeg ze met haar gebroken stemmetje: 'hoe ging het vandaag'? Goed hoor mam, het is raar om te zeggen, maar het was een rijke dag. Ik kuste haar en zei: welterusten.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten