dinsdag 10 januari 2012

Kerstlichtjes.


Ik zit weer even te lanterfanten, te lezen, en zoals gewoonlijk lees ik in oude woonbladen, gewoon omdat ik ze uit de bieb haal en daar alles wat ouder is. En het maakt mij niet uit, voor mij is mode en interieur, en design tijdloos. Tenminste, als het goed is.

Zelf doe ik niet aan design of 'de laatste mode'. Ik kleed me anders dan anderen, ik kies op gevoel en herinneringen, en zo kies ik ook spullen voor mijn interieur.
Ik heb al mijn hele leven iets met lampen. Daarom heb ik ze lang verzameld, zestiger jaren vooral, maar ook knutselde ik al op heel jonge leeftijd van verschillende onderdelen mijn eigen lampen in elkaar, van wasmachineonderdelen, van oude klokken, en later toen ik op de academie zat maakte ik mijn 'recyclebare' lampen waar ik al eerder over schreef. De verhuizing naar het noorden hebben ze niet overleefd, ze zijn weer opgegaan in de natuur.
Lampen die te koop waren vond ik vaak lelijk, naar designlampen keek ik nog niet om of vond ik te duur en sinds .....nu moet ik even denken, sinds 1990 of zo, ach nee, het was al ver voordat ...... in gedachten ben ik nu in 1985 ........ nou ja, al een lange tijd verlicht ik mijn huis deels met kerstverlichting. Dat leidde vooral in het begin tot verbaasde reacties: "moet je die er niet afhalen"? Nou nee, ik hou van kerstlichtjes, en van mij mag iedereen het hele jaar door een kerstgevoel hebben, en die lichtjes dragen daar voor mij aan bij. Dus. Het ophangen van kerstverlichting begon ooit in de keuken, en altijd altijd altijd vond ik het prettig om het licht aan te doen. Dat is volgens mij ook de bedoeling van verlichting.

Daarna is de kerstverlichting alleen maar uitgebreid, overal vind je bij mij kerstverlichting, in vazen, over spiegels hangend, en tussen balken aan oogjes gespannen. Ikea verkoopt die kerstverlichting ook, maar noemt het anders en is driemaal zo duur omdat de draadjes niet groen maar wit zijn. Nu is er ook led-kerstverlichting en dat lijkt wat duurzamer, warmwit van kleur, maar toch mis is die 'tweng', die sprankeling van dat gelige maar ozo kwetsbare minilampje. Maar ik dwaal af.

Lezend in een "Eigen Huis" van september vorig jaar, kom ik een interview tegen met Wouter Vanstiphout. Hij is architectuurhistoricus, Nederlands eerste hoogleraar Ontwerp en Politiek aan de TU Delft, trots op zijn project Villa de Heerlijkheid bij Rotterdam. Ik lees dat hij niet bang is om de vloer aan te vegen met grote namen, met hedendaagse binnenhuisarchitectuur. De Lotek-lamp, die bijna iedereen in huis heeft, noemt hij zelfs "zuur en belerend in zijn soberheid, een bloedeloze jezuït van een lamp, irritant ding".


Ook de beroemde landschapsarchitecten van Okra vindt hij sterk overgewaardeerd, hun parken waarin gelounged moet kunnen worden op vlonders 'met bamboe in je rug, zelfs al is het een industriële havenkaai' vind hij een 'invuloefening, die tergend goed valt bij gemeenteambtenaren'.
Zijn uitspraken liegen er niet om.

En wat zegt hij op de vraag wat er onmisbaar is in het interieur? Ik citeer: 'een enorme chaos van rondslingerend speelgoed en het hele jaar door kerstboomlichtjes'. Ha, dat vind ik heerlijk om te lezen, Wouter snapt helemaal waar het om draait in het leven.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten