Vorige week stelde Karel voor om koffie te gaan drinken in Delfzijl. Dat was een prima idee want normaal zitten we daar achter onze koffie te kijken naar het water, hoog of laag of dood tij, en speuren onze ogen tegelijkertijd of we niet ergens een zeehond zien zwemmen, maar vanwege de vorst zou het er nu vast heel anders uitzien.
We gingen en zaten na een half uurtje rijden in de serre van het restaurant dat op hoge benen gebouwd is en voor de dijk op het zand staat, maar met hoog water in het water. Met stormvloed is dat eng, zei een serveerster eens, dan voel je het restaurant bewegen.
Via een lange overdekte loopbrug bereik je het restaurant, een loopbrug die ruikt naar oude zomerhuisjes, hout, zout water, en iets gezellig mufs. Maar ik dwaal af, we zaten in de serre, de zon scheen en het helle wit dat buiten tot aan de horizon leek uit te strekken weerkaatste zijn licht naar ons. Mooi, alsof we in de bergen zaten na een ski-partijtje.
We keken knijpogend naar buiten, zagen hoe kinderen met sleetjes van de dijk naar beneden roetsten en spraken over de tijd dat we dat zelf deden, en dat we dat sleetjesgevoel in ons binnenste herkenden.
Omdat alles wit was was het lastig om te zien waar het zandstrandje eindigde en het water/ijs begon, maar als je goed keek zag je het, het ijs zag er wat vuilgroenig uit, troebel en poreus, en leek zich een aardig eindje uit te strekken over de Eems.
Er liep geen mens op, zelfs niet een klein stukje. Zou je er op kunnen lopen? En, hoe gaat dat nou met hoog of laag water? Drukt het het ijs gewoon omhoog, of stuwt het het ijs naar de kust? "IJs gaat op een gegeven moment kruien" zei Karel, dat wordt naar de kust gedrukt, en we haalden herinneringen op van lang geleden, 1963. Wij gingen met zijn allen naar het strand van Oostvoorne waar allemaal bergen ijs op het strand lagen. Robbie, ons hondje liep over de schotsen en ik was als de dood dat hij tussen de kieren zou vallen, alsof daar een groot zwart gat onder zou zijn waardoor hij voor eeuwig ergens in de ruimte zou zweven. 1963 was een bijzonder koude winter, sneeuwschuivers liepen vast en bleven staan tot het ging dooien herinnerde Hennie zich. Op de Zuiderparkweg was slechts een rijbaan vrijgemaakt, zodat je eigenlijk tegen de rijrichting inreed.
Dit soort gesprekken maakt het witte wereldje buiten los, en dan heb ik het nog niet over het heden, over de tranen gisteravond van de schaatsers die bij de Wereld draait Door zaten, en doorschakeld werd naar de "live" uitgezonden persconferentie over de Elfstedentocht. Het bericht kwam: het gaat niet door. Paul Haenen zat er bij en dolde wat en opperde een stukje met de bus te gaan, maar de ernstige gezichten om hem heen deden hem zwijgen. Toch heeft Paul gelijk, waarom kan dat wel met een Tour de France, en niet met de Elfstedentocht? Nee, Friezen kunnen niet 'buiten de box' denken, niet als het gaat om de Elfstedentocht.
En wij? Zonder de schaatsen onder te binden, zonder te klunen, maar gewoon met de auto gaan we straks naar Delfzijl, koffie drinken en naar het ijs kijken dat nu al zo dik is dat er wandeltochten over de Waddenzee worden georganiseerd. Misschien is dat wel bijzonderder dan een Elfstedentocht. Of zie ik dat verkeerd?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten