woensdag 30 november 2011

Huishoudschool De Iemenhof.


Het gebeurde zo. Een briefje vloog door de klas. Tweede klas van de huishoudschool De Iemenhof, in de les van mevrouw Balder.  Anneke zat achter me, leuke meid waarmee je kon lachen. Donker haar, staartjes, pretogen. Jammer dat ik haar achternaam niet meer weet, want als ik ze via schoolbank kon opzoeken zou ik het doen. Al was het maar om te horen hoe zij 'het drama' heeft ervaren. Nou ja, drama, drama. Voor een meisje van dertien of veertien was het heel wat. Annekes' achternaam rolt als een steentje ergens in het donker van mijn hoofd, maar rolt nog niet door het pad waar ik het op kan rapen, zo'n naam die klikt als appelo, of ap..., op... verdomd, ik geloof dat het Anneke van Opstal was. Nou ja, zoiets.

Helaas had ik geen kans op een eerlijk proces bij de Iemenhof. Mijn zus Marijke had voor mij op deze school gezeten, waardoor onze naam meer dan bekend was. Dat was niet Marijke's schuld, ik geloof niet dat ze anders was dan andere meisjes, hooguit was ze wat voor op de andere meisjes, had haar plan al klaar, ze wilde hondentrimster worden. Hartstikke goed vind ik dat nog steeds, maar de lerares lachte haar hierom uit, maakte haar belachelijk waar iedereen bij was. Dat was nog maar één voorval.
Marijke werd door de leraressen, vooral door Van de Laan, flink getreiterd. Ze wisten volgens mij niet wat ze met haar aan moesten. Gedeeltelijk snap ik dat wel, want Marijke had iets van een sfinx, iets mysterieus. Ze kon kijken alsof ze niet aanwezig was, zoals een kat dat kan doen. Ziend en nietsziend noemen de taoïsten dat, en vinden dat een grote kwaliteit. Maar toen vonden wij dat niet. Het was vreselijk als je kwaad op haar was, je kon stampvoeten, schreeuwen, maar Marijke kon met die afstandelijke blik (uiterlijk) heel kalm blijven, wat mijn moeder eens de kreet 'ze haalt het bloed onder mijn nagels vandaan' ontlokte. Ik moet er weer om lachen, sorry ma, sorry Marijke. Hoe dan ook, Marijke is zeer onheus behandeld daar op De Iemenhof.

Omdat Marijke zo ongrijpbaar was, uiteindelijk tot op het bot gegriefd werd door Van de Laan, en ook andere leerkrachten mee gingen doen om Marijke het leven zuur te maken, is mijn moeder voor haar opgekomen. De directrice van de school kwam bij ons thuis, bood haar excuus aan voor hetgeen was gebeurd. Helaas was de stemming zo verziekt dat Marijke naar een andere school ging, en daar probleemloos haar diploma haalde.

Dom dom dom was ik dat ik ook naar die school ging waar Marijke een jaar eerder zo slecht behandeld was. Mijn moeder waarschuwde me nog zo. Maar goed, mijn vriendinnetje Marjan ging ook naar De Iemenhof en ik sloeg alle waarschuwingen van Marijke en ma in de wind.

Mijn eerste schooldag begon dan ook al goed, ik weet niet meer welke lerares het zei, ik dacht Bouman die Nederlands gaf: 'hoor ik het goed? Je bent toch niet een zusje van Marijke? Ik knikte trots. Ze wenkte me naar voren en wees me naar de tafel die tegen de hare aangeschoven stond en zei: ga daar maar zitten.  "Fijn" zei ik, "dan mis ik niks van wat u zegt". Ze staarde me even strak aan, ik keek vriendelijk terug.

Ik ging niet slecht van start, de school was op je sloffen te doen. Het rare was, hoe gemakkelijker het werd, hoe slechter ik me ging gedragen. Slechter dan Marijke volgens mij ooit had gedaan.
Eerder schreef ik al over het watergruwel-incident, maar zo waren er meer. Voor straf moest ik regelmatig het klaslokaal uit en dan stond je op een galerij die rondom liep, als je naar beneden keek zag je de hal (foto) waaraan de garderobe lag, de ruimte voor de conciërge, en het lokaal van de muziekles. Er waren twee galerijen boven elkaar. Waar je ook liep, je werd gezien door de dames van de administratie die altijd hun deur hadden openstaan of door de directrice, mevrouw Sliep die naast hen haar kamer had. Mevrouw Sliep was oke, maar de dames van de administratie waren ongenaakbaar. Knalrood haar had een van hen. Slimst was om in beweging te blijven, te doen of je onderweg was naar het toilet, of naar de provisieruimte, ik leerde ook heel zacht te lopen, zacht deuren te openen en sluiten.

Goed. Terug naar Anneke. Ze zat al een beetje te klieren, duwde af en toe in mijn rug. Zij zat op het achterste bank, ik het bankje voor haar. Jaja, ik weet het, ik schreef dat ik pal vooraan zat, maar in de loop der tijd ben ik toch weer achteraan gaan zitten. Opeens viel een opgevouwen briefje op mijn tafeltje, van Anneke, er stond op: hoe schrijf je 'ik hou van jou' in het Russisch. Nou ja zeg, wat moest ik daarmee, ik las het en gooide het weer naar Anneke terug, zo, hop over mijn schouder. Dat trok de aandacht van de juffrouw die naar mij riep wat ik daar had. "Niets" zei ik waarheidsgetrouw.
Met strenge stem zei ze: "Tineke, breng hier wat je daar hebt".
Ik: "nee, ik heb niets".
"Tineke, kom onmiddelijk hier".
"Nee".
"Ik vraag het je niet nogmaals".
Ik zei niks, schudde mijn hoofd, bleef zitten, armen stevig over elkaar.
Met een ruk en de schreeuw van hout op linoleum schoof haar stoel achteruit, maar vrijwel direct nadat ze het pad in marcheerde waaraan ik zat haakte ze met een voet ergens achter en ging ze voluit plat. Languit, haar armen voor haar uitgestrekt, een godswonder dat ze niks brak, het was een behoorlijke klap. Het werd doodstil in de klas. Ze krabbelde overeind, haastte zich naar me toe met een van woede vertrokken gezicht, greep me stevig bij mijn arm en trok me uit de bank terwijl ze siste "jij jij ....... jij jij ........ VARKEN"!.
 Ze sleurde me aan mijn arm naar de deur, de gang op naar de administratie, klopte op de deur bij de directrice en ging naar binnen, mij achterlatend onder de misprijzende blikken van de dame van de administratie, 'de vuurtoren'.  Ik wachtte, wetend dat ik nu echt ontzettend de sigaar was. Toch, ik was ook hevig verontwaardigd, want wat had ik nou helemaal gedaan?

Balder verliet de kamer van de directrice en ik moest naar binnen. Daar zat ze, streng maar rechtvaardig, tot nu toe. Ik vreesde haar toorn, ik begreep dat ik niet geheel onschuldig was aan het valincident. Mevrouw Sliep zat met haar rug naar het raam achter een enorm bureau. Het tegenlicht een aureool om het zilvergrijze haar dat met een scheiding en met een krul achter haar oor was gekamd, aardige ogen, een schat van een mens. Ze zei: "ach Tineke, wat stel je me teleur". Meer niet. Ik kan me niet herinneren of ik mijn kant van het verhaal verteld heb, wel weet ik dat ik een tijd op een stoel heb gezeten in haar kamer terwijl zij schreef. Die dag ben ik niet meer in de klas van Balder teruggekeerd, ik kan me zelfs niet herinneren dat ik ooit nog bij haar in de klas heb gezeten.

Mijn arm liet later duidelijk de sporen van de hand van juffrouw Balder zien, maar met de vlekken verdween ook de indruk die het voorval op mij gemaakt had.
Trouwens, het leek of geen hond meer naar me omkeek op die school en ik, ik deed maar wat. Alleen de engelse les vond ik leuk, en het tekenen. Nederlandse taal ging ook wel en de muziekles was een aanfluiting. Ik was aanwezig, dat wel.
Op een gegeven moment begreep ik dat we eindexamen aan het doen waren, en ik wist ook dat ik daarvoor een werkstuk moest inleveren, ik moest een rok maken, bij juffrouw Van de Laan, die ik gedurende mijn schooltijd altijd op afstand heb gehouden. Gemene smalle ogen, papierdunne witte huid, en een liploze mond. Een gemeen mens die mijn zus had getreiterd. Het hoeft geen betoog dat wij niet op vriendelijke voet met elkaar omgingen, dat werkstuk wat ik bij haar moest inleveren, ach, daar was ik nog niet eens aan begonnen. Toch, opeens ging ik me zorgen maken over mijn diploma. Het leek me een goed moment om eens bij de directrice, die ik echt heel aardig vond, mijn licht op te gaan steken.

"Mevrouw Sliep, ik heb helemaal niets aan mijn werkstuk gedaan, hoe moet dat nou met mijn examen?", zoiets vroeg ik aan haar. Ze keek me aan, zuchtte heel diep en zei : "Tineke, ga alsjeblieft uit mijn ogen". Dat vond ik een beetje teleurstellend, gezien het feit dat ik regelmatig bij haar op bezoek kwam. Ik ging uit haar ogen, en tot mijn verrassing kreeg ik gewoon mijn diploma en ik moet zeggen, zonder slechte cijfers.

Jaren later ben ik het volwassenenonderwijs ingerold, vooral dankzij mijn vriendin Marrie die altijd altijd altijd zei dat ik talenten had waar ik iets mee moest doen. Ik deed een paar vakken die ik leuk en zinnig vond maar sloeg de eerste jaren over. Dat schoot lekker op, ik deed het eindjaar van de moedermavo, het eindjaar van de Havo, en het laatste jaar van het VWO en kwam met die papieren op de lerarenopleiding terecht, 1989 geloof ik, en ik moest als onderdeel van het propedeusejaar stage lopen bij het voortgezet onderwijs, we mochten zelf kiezen waar. Ik hoefde niet lang te denken want al woonde ik al twintig jaar niet meer in Rotterdam, ik belde "De Iemenhof". Natuurlijk mocht ik daar stage doen, ik was van harte welkom.

Het werd een bizarre ervaring, wat was Zuidwijk veranderd. Het schoolgebouw was nog precies hetzelfde maar de leerlingen ..... De huishoudschool was een LBO-school geworden, waar eerst alleen maar meisjes rondliepen renden nu jongens en meisjes in de rondte en er was een drukte en lawaai zoals vroeger ondenkbaar was. Veertien dagen liep ik er rond, zag hoe geweldig de leerkrachten voor de kinderen waren, zag de ontspannen sfeer, begreep hoeveel inzet je moest hebben om leerkracht te worden. Dat hadden ze, leuke jonge mensen stonden voor de klas en ik nam en neem mijn petje voor de leerkrachten af.

Het was goed dat ik teruggekomen was, het was fijn om niet behoedzaam maar gewoon op die galerijen te lopen.
De leerkrachten heb ik vriendelijk bedankt, ik heb mijn verslag naar ze opgestuurd waar ik goed voor ben beoordeeld, en ik heb de deur van De Iemenhof stevig en met plezier achter me dichtgetrokken.