Vier jaar geleden. De driezitsbank was paars. Weelderig van vorm en bekleed met fluweel. Bovendien groot en zwaar en was hij van de mensen geweest van wie wij dit huis kochten. Waarom ze hem hadden achter gelaten bleek al gauw: zwaar en lomp en om hem het kamertje uit te krijgen (waar hij bijna klem tussen de muren stond) moesten we de poten eraf schroeven want hij ging anders met geen mogelijkheid door de deur. Gelukkig was toen onze vriend hier nog vaak en die hielp ons met sjouwen. We zetten de bank voor "eventjes" in de schuur. Zeiltje erover want de mede-bewoners van de schuur, de zwaluwen en/of kerkuil, hebben geen enkele eerbied voor meubelen.
Dit is een groot pand, grote schuur, we hadden zeker kort na de verhuizing werk zat. Die bank werd half vergeten want stond in de schuur niet in de weg. Maar zoals dat zeker met grote schuren gaat: er kwam steeds meer rommel te staan. Alles voor "eventjes". Dus een jaar geleden ben ik begonnen met spullen sorteren: stort, opknappen, weggeven, marktplaats.
Niemand van familie of kennissen had belangstelling voor een paarse bank en werd op het internet als "gratis af te halen" gezet. Het duurde eventjes maar uiteindelijk meldde iemand zich: "wil je hem voor mij reserveren? ik woon in Almere, heb zelf geen auto en moet vervoer regelen". Ik reserveerde de bank, en polste nu en dan: "wanneer kom je hem ophalen, en zorg je dat er sterke mannen komen met een busje of zo, want de bank is zwaar en ik kan absoluut niet meehelpen met tillen". De mevrouw reageerde met: "ik heb iemand die hem kan ophalen!". Fijn natuurlijk, en we maakten een afspraak waarbij ik nogmaals zei dat ik niet kan helpen tillen, dat er sterke mannen moesten meekomen.
De ophaaldag was aangebroken. De bank had ik nog even goed gestofzuigd, met azijnwater afgenomen zodat hij echt schoon was en stond al tussen de schuurdeuren klaar.
Min of meer op het afgesproken tijdstip stopte er een klein, misschien wel twintig jaar oud Peugeootje voor de deur, een op het oog klein, te klein karretje er achter. Ik keek vanuit de tuin hoe het wagentje de oprit op reed, en dacht: het zal toch niet waar wezen? Moet dit de ophaalploeg zijn? En ja hoor, autodeur ging open ...... en een oude man stapte uit. Ooit lang geweest, nu gebogen. Slierten grijs haar wreef hij met een hand terug over zijn kale schedel. Alles aan hem was verkreukeld, inclusief de auto en het karretje.
Ik zuchtte heeeeel diep. En beaamde dat hij hier een bank kon ophalen. Gelukkig was vriend Peter er, die kwam al aanlopen, altijd bereid om te helpen. Peter en ik keken elkaar aan, zeiden: goeiegod, gaat de bank wel in dat karretje passen?
De man zei niet wie hij was, bromde nu en dan wat onverstaanbaars op onze vragen. Reageerde wel toen ik naar de donkere wolken wees en zei: volgens mij gaat het zo regenen, heeft u een zeil? Hij draaide zich om, rommelde wat in het autootje en trok er een groot oranje dekzeil uit, gooide het op het gras. Peet nam het voortouw, gaf aanwijzingen en ja hoor, de bank werd door beiden opgetild en je gelooft het niet: de bank paste er in! Tenminste, met de poten. Wulps plooiden de paarse leuningen aan achter en voor-zijde over de opstaande randen van het karretje. Peet vroeg: zal ik het zeil .....:? En heeft u een touwtje of een net? Nee. De man schudde zijn hoofd, hij had geen net bij zich.
Peet en ik gooiden het zeil over de bank en propten zo goed en zo kwaad als het kon het zeil tussen en onder de bank. De kussens had ik (ik meende dat ik wel zo vrij mocht zijn) op de achterbank van het Peugeootje gedeponeerd. Peter trok nog een touw over het dekzeil en de man zei: "nou, oké dan". Stapte in en tot mijn grote verbazing reed hij niet daar heen waar ik gewezen had om te keren, maar hij reed de bomenlaan van de tuin in. Zo'n veertig, vijftig meter de tuin in is het gras wat breder, en daar reed hij een rondje om een boom en kwam vervolgens weer onze kant op rijden. Zonder op of om te kijken reed hij langs.
Peet en ik keken het Peugeootje na. Ik zei: "nou, dat waren dan de sterke mannen en het busje" en had voorts nog wat kleinzielige gedachten over het ontbreken van een bedankje, gedachten die ik niet uitsprak. We keken de oranje klont na. Hij stopte nog even voordat hij weer de weg op draaide en was toen verdwenen. Dikke regendruppels kwamen nu uit de lucht vallen en Peet zei: zo, dat obstakel is uit de schuur verdwenen. Thee?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten