woensdag 19 april 2017
Moon, een rare dag.
Jip ligt alleen in de zon in de tuin, Moon is bij de dierenarts. We wachten op een telefoontje.
Als alles goed was gegaan hadden we bij de notaris gezeten vandaag. Als alles goed was gegaan had Moon geen gezwelletjes gehad, of was vanmorgen vroeg bijvoorbeeld niet dat appartement ontploft in Veendam.
Alles loopt anders. Een afhakende geldverstrekker, een stukje weefsel dat de weg kwijt is geraakt, een zacht sissend lekje dat al tijden de gangen en kamers stiekem vult met gas. Dat laatste verzin ik natuurlijk, geen mens weet nog waarom die explosie plaatsvond. Alles is mogelijk.
Zacht wordt op de voordeur geklopt, Jehova's Getuigen. Zusters van mijn moeder. Ze willen even met me praten over de viering van het laatste avondmaal van Jezus, vorige week. De gedachtenisviering noemen de Getuigen het geloof ik. Voor de tweede maal in mijn leven was ik aanwezig. Ik luisterde, de teksten waren me niet onbekend, de geschiedenis ook niet. Er werd gezongen, met zachte bescheiden stemmen. Nergens hoorde ik tussen de mensen het heldere stemgeluid van mijn moeder. Dat klopte niet met hoe het hoorde te zijn. Het voelde niet goed. Ik werd droef en voelde hoe mijn ooghoeken vochtig werden. De teksten van de liedjes, ooghoeken nu en dan deppend, las ik mee van het A-viertje dat iemand me had gegeven. Geen Leonard Cohen teksten, nee, simpele recht toe recht aan bijbel-taal op rijm.
De getuigen die nu aan de deur staan ken ik al heel lang. Ze zijn vriendelijk als altijd, maar vandaag heb ik geen tijd, ik sta op scherp want de telefoon kan ieder moment rinkelen en dan ga ik naar Moon. Haar verlatingsangst is groot, ik wil ze niet erger confuus maken dan nodig. De Getuigen wapperen met hun handen, natuurlijk natuurlijk, een andere keer ...... en weg zijn ze weer.
Ik Google naar nieuws over de ontploffing in Veendam. Het is inderdaad een heel zware explosie geweest, een dode, twee gewonden, een video van bluswerkzaamheden, onherkenbare huisraad in gekleurde snippers verspreid over de straat ..... de telefoon rinkelt eindelijk, helaas, het is de buurvrouw die een monitor van me heeft geleend en hem nu graag weer kwijt wil. Hij staat in de weg. Buurvrouw heeft de traumahelikopters gezien ..... ze is blij dat ze een beetje achteraf woont. Op dat moment hoor ik sirenes naderen, 'zeg maar niets, wat daar kan kan hier ook, want ik hoor toevallig ook hier sirenes', zeg ik tegen haar. Dan begrijp ik dat de geluiden uit de computer komen tetteren ..... we lachen er allebei om, hangen op.
Buiten ligt nog steeds Jip in de tuin, de zon is achter de wolken verdwenen. Ik herinner me de droom van vanmorgen, mijn zussen, broer en ik zijn ergens en vergeten op het terras (of in het restaurant) onze tassen. Opeens merk ik het en ik hol terug, naar de stoelen kijkend of onze tassen er aan hangen. Alles is bruin, het restaurant, de mensen, de stoelen. Dan zie ik ze liggen ..... alle vier de tassen liggen op een bank, zijn binnenstebuiten gekeerd, leeg. Ik zie de ruwe binnenzijde van het leer. Niets helemaal niets zit er meer in. Ik begrijp waarom ik deze droom heb, ik voel me verantwoordelijk voor een en ander.
In Veendam is de drukte rond het zwaar beschadigde pand groot, er is instortingsgevaar begrijp ik. Straks vegen ze de straat en worden noodramen aangerukt voor het naastliggende pand.
En ik, ik wacht op een telefoontje van de dierenarts.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten