woensdag 4 juni 2014

Frida Boccara


Kortgeleden schreef ik dat voor mij de beste bijdragen ooit aan het songfestifal toch wel De Troubadour van Lenny Kuhr en Er es tu van Mocedades zijn. Onbetwist want kippenvel.

Door mijn vraag op het eind: 'weet jij ook nog goeie bijdragen, vertel het me' noemde mijn lieve vriendin en buurvrouw vorige week de naam Frida Boccara. Hoe kon ik die vergeten zijn! Maar toen ik haar naam opzocht op Google (Frida is helaas al in 1996 op slechts 56 jarige leeftijd overleden aan een longinfectie) bleek dat Frida Boccara helemaal niet mee had gedaan met het lied dat wij, buurvrouw en ik, in gedachten hadden (Cent Mille Chansons) maar dat ze in gedeelde winst met Lenny Kuhr en nog twee anderen het songfestival 1969 won met 'Un jour, un enfant'. Helaas, ik kan me het lied niet herinneren.
Youtube brengt zoals altijd uitkomst, hieronder beide songs:


en het songfestivallied: 




Joke.


Volgens de mensen die gisteren van de camping vertrokken zou het vandaag flink regenen.
 'Ja en flink regenen ook, EN windstoten van wel 4 of 5', aldus de bijna chocoladebruin verbrande onheilsbode. Lichte kniebroek, gestreept shirtje, sandalen en zo te zien aan de diepe groeven in zijn huid wars van zonnebrandcréme of andere zonbescherming. Zijn vriendin lag ondertussen in bikini enkele meters achter hem languit in de zon te bakken. Het leek alsof de man wilde zeggen dat ook ik maar beter kon vertrekken, er kwam niks dan bewolking en regen aan en pas in het weekend zou het weer warm worden.
Ja, dacht ik, maar dan is het Pinksteren en steendruk, dan heb ik liever een beetje regen.

Zij pakten in elk geval in, want 'als de voortent nat wordt, nou dan zit je'. Stoelen, matrassen, voortent, luifel, stokken, tafel en stoelen, dekens en dekbedden, jerrycan, schoenen, tassen, een krat, lege flessen, een afvalzak en zelfs een dood lijkende op zijn zij liggende slapende oude hond, alles lag op het veld verspreid op zo'n manier dat je automatisch moet denken aan een bomaanslag. Een paar uur later waren ze weg. Met droge voortent.

s'Nachts is er inderdaad een beetje regen gevallen, maar zacht, koesterend bijna. Ik wandelde vanmorgen uitgebreid en met droog weer met de honden op het strand. Tegen twaalf uur waren we pas weer op de camping terug.
Terwijl ik mijn salade klaarmaakte kwamen er mensen de camping oprijden die het weerbericht ook niet al te serieus nemen. Een auto met caravan. Ze stapten uit en keken rond. De man met luide stem, de vrouw wat bescheidener. De caravan werd zo dicht mogelijk bij het vrijgekomen plekje neergezet, en daarna werd er nog wat gewrikt en geduwd en met brabantse tongval gevloekt (verdomme Joke, nee, niet zo, ja zo, he verdomme nee hé) maar toen stond de caravan toch op zijn plaats. Er moest een waterpas gepakt, er werd wat bijgesteld in hoogte, weer werd er wat gevloekt, maar toen leek het toch alsof het leed geschied was en hoorde ik tevreden geluiden. En toen begon het toch echt een beetje harder te regenen.

'Joke' hoor ik roepen. En weer. Joke roept vanachter de caravan: 'ja?'
'Waar het ge die sleutel gelaten? Ik had hem net nog in mijn handen en ik kan hem nergens meer vinden'.
Joke zegt geduldig: welke sleutel?
Hij brult: Je weet wel, die stelsleutel. Joke antwoordt: hebt ge hem niet hier of daar neergelegd? "Nee, briest de man, is snap er niks van, hij is nergens'.
Ondertussen ziet het grasveld er net zo uit als toen de vorige caravanners vertrokken. Overal liggen spullen. Een tweede bomaanslag, en dat binnen 24 uur.
'Joke?'
'Ja'
'Joke?'
'Jaha'.
'Zullen we de luifel nu doen?'
Joke zegt: 'Ach, hier ligt die sleutel'.
'Waar lag die dan?'
'Daar midden op het veld'.
'Nee'.
'Jawel, ik pak hem net op, kijk daar lag die……..'
'O, hoe komt die daar dan weer?
Joke zegt niks terug.
'Joke, wil je even helpen met de luifel?'
Een groot wit pak wordt uitgevouwen.
'Welke kant moet nou ook al weer eerst?
'Ik dacht deze kant'
'Weet je dat zeker?'
Stil is het even, dan:  'Volgens mij moet het zo'.
De rand van het doek wordt een paar maal aan beide kanten bestudeerd.

Terwijl ik mijn salade eet zie ik net door een kier van het raam de hoek van de caravan waar het doek van de luifel in een rail geschoven moet worden. De man begint met het doek in de rail te schuiven maar na een metertje stopt hij.
"Joke?' Waarom duw jij niet onderaan? Ik krijg hem er niet in als jij daar niet het doek omhoog duwt.'
Joke bukt en duwt.
Dan is het doek aan de bovenzijde en valt het over Joke en haar man heen en zie ik alleen nog de billen van de gebukte Joke die manmoedig het zeil invoert aan de onderkant. Het lijkt lang te duren maar dan verschijnen langzamerhand ook weer beide bovenlijven. De wind is aangewakkerd en inmiddels flappert het doek vrolijk aan de voorkant van de caravan.
Dan hoor ik hem zeggen: 'volgens mij zit die er verkeerd op?'.
Joke zegt: 'nee toch?'
Ze staan beiden nu weer onder het tentzeil dat nog slap aan de voorkant hangt en gelukkig hoor ik ze zeggen: 'nee, het is toch goed'.
Joke wappert zich onder het doek vandaan, op weg naar de stokken die in het natte gras liggen te wachten.
Een stem vanonder het doek: 'Joke? Heb jij de stokken?' Ik hoor gerammel en even later zie ik ze beiden met stokken en luifeldoek in de weer. Joke houdt het doek omhoog, hij ontwart scheerlijnen.
Een regenbui en wat gemopper later (Joke: 'die stok moet hoger, doe eerst die lijn om de punt, nee, het doek er overheen en dan die lijn …., nee, die stok moet je eerst hoger maken en dan pas ….') zie ik een luifel staan, maar in de vorm van een slap Chinees pagode-dak, prima geschikt als je regenwater wilt opvangen in de woestijn. Met de handen in de zij staan ze beiden even naar het doek te kijken.
Hij, wijzend, 'zullen we die stok een beetje naar buiten zetten Joke? Als gij hem nog even vasthoudt dan maak ik de lijn los. Hij rekt zich uit en probeert zonder de spanning van de lijn af te halen de lijn van de punt los te wippen …..
Het t-shirt van de man is inmiddels op de schouders doorweekt. Joke staat onder de luifel met de bewuste stok in de hand. Ik pak mijn lege bord, de theeglazen en bestek en ga aan de afwas.
'Joke?' hoor ik nog net zeggen voordat de deur van het washok dichtvalt.